MOEDER EN DOCHTER
Deel 3
Deel 3
Een poging tot reconstructie, begonnen op 12/12/1994, herzien op 28/3/1995 en opnieuw nagelopen en aangepast in mei 2005.
Eind 2008 wederom bekeken en deels herschreven.
(21/12/1994)
Het was een oude voor-, tussen- en achteretage, twee hoog in de Grote Wittenburgerstraat. De keuken was zo smal dat er maar net een koelkast in kon. De douche was oorspronkelijk een vaste kast met daarin een granito vloertje gestort. Het was niet duidelijk waar de afvoer naar toe liep. In de tussenruimte stond ons bed. Vanuit de achterkamer die wij als woonkamer gebruikten, keken wij op de lange grauwe gevel van Werkspoor. De voorkamer was onze werkruimte. Ondanks de vele import was het nog een echte straat waar in de zomer de vrouwen en steeds meer mannen in hemdsmouwen uit het raam hingen om maar vooral niets te missen van wat er zich op straat afspeelde. Een buurman, hij woonde twee deuren verder, vroeg ons eens om bij hem boven te komen kijken. Hij bleek een circus artiest in ruste. Fantastisch zoals dat huis eruit zag, veel rode pluche en goud, goudkleurig welteverstaan, poppen, vergeelde foto's en reproducties van alles wat met circus te maken had. Kostuums in de meest bonte kleuren tot op de draad versleten, maar je zag hem er zo zijn act in doen. Jammer dat hij met zijn invitatie bijbedoelingen bleek te hebben, anders waren we zeker vaker langs gegaan.
Aan het einde van het eerste vakjaar beeldhouwen was het voor Marion duidelijk dat zij de verkeerde keuze had gemaakt. Ze had ontdekt dat ze het werken op kleinere schaal beter in de hand had en stapte over naar edelsmeden. Een niet onverstandige keuze zoals later zou blijken. Voor haar was het belangrijk dat ze haar werk letterlijk in haar hand kon houden. Haar keuze verrijkte ook mijn wereld, onze vriendenkring werd groter, de feestjes talrijker en de discussies meer divers. Marions moeder had liever voor haar dochter 'een man met toekomst en zekerheid' maar had zich neergelegd bij de situatie; ze kon moeilijk anders.
(22/12/1994)
Ik kan niet verder met dit verhaal zonder eerst te proberen iets op papier te krijgen van het bepaald niet zorgeloos verlopen leven van Marion's moeder Edith Herbst, modiste, geboren in Berlijn. De familie was niet onbemiddeld, totdat grootvader bij de eerste beurscrisis zijn kapitaal kwijt raakte. De familie moest verhuizen, opa kon het niet verwerken en maakte een einde aan zijn leven. Edith ging in 1936 zoals zovelen in die jaren op zoek naar werk. Maar ook op de vlucht voor het Nazi-regime. Haar reis voerde naar Holland. Toen Hitler Polen de oorlog verklaarde moesten Duitsers in het buitenland kiezen: terug naar het vaderland of nationaliseren. Edith maakte haar keuze en trouwde een Nederlander, 'op papier' zoals dat heet. De geschiedenis is zo oud als het beroep, ze moest voor hem werken. Die prijs was haar te hoog, zeker toen de man waarmee ze getrouwd was een fanatiek NSB'er bleek te zijn. Met behulp van vrienden kon ze hem ontvluchten en kwam in Amsterdam terecht. Ze heeft hem nooit meer gezien. Toen de generaals het tot dan neutrale Nederland binnen vielen en de Duitsers het in eigen land ook steeds moeilijker kregen, moet er een moment geweest zijn waarop zij besloot naar haar ouders in Berlijn te gaan. De ware reden hebben wij nooit te horen gekregen, waarschijnlijk was het een keuze tussen slecht en slechter. In Berlijn was ze een makkelijke prooi voor het verzet. Als Nederlandse had ze privileges wat reizen betreft. Al snel werd ze ingezet om geld en goud van Berlijnse Joden naar Zwitserland te brengen. Die reis moet ze een aantal malen gemaakt hebben. Als dank werd door de ontvangers zorgvuldig gecontroleerd of ze niets achter hield. De deur bleef meestal voor haar gesloten. Eén van de kopstukken van het Berlijn's verzet was een SS officier, door zijn functie en middels zijn handtekening was veel mogelijk in het bureaucratische Derde Rijk. De man was een jaar of tien ouder dan Edith, maar de enige waar ze ooit echt van gehouden heeft. Een paar jaar hebben ze hun liefde kunnen delen, Edith raakte zwanger, het verzetswerk ging door. (Op dit moment wordt de geschiedenis vaag, wij kregen haar in de loop van dertig jaar in fragmenten, soms in verschillende versies opgediend. Ze sprak er liever niet over, zoals bijna iedereen die echt iets heeft gedaan in die jaren er liever niet over spreekt.) De verzetsgroep wordt verraden, Edith wordt opgepakt en in een kamp gevangen gezet. Om te overleven papt ze aan met de kampcommandant die haar wel ziet zitten en uiteindelijk komt ze vrij. Hoelang ze daar gezeten heeft en wat ze heeft moeten doen om vrij te komen heeft ze nooit willen vertellen, we kunnen er naar gissen maar leuk zal het niet geweest zijn. Zo rond als een tonnetje terug in het ouderlijk huis, adviseerde haar vader haar terug te gaan naar Nederland omdat daar voor haar en het kind een betere opvang zou zijn dan in Berlijn. Edith stapt op de trein. Ze zijn een dag of vier onderweg als de trein door geallieerde jagers onder vuur genomen wordt. Zij die de aanval overleven gaan te voet verder. Op dertig kilometer van de grens raakt ze totaal uitgeput, ze kan niet meer. Liefdevol wordt ze opgenomen in het hospitaaltje van een klooster bij Lingen/Ems en bevalt daar van Marion. Een paar maanden mogen ze blijven om op sterkte te komen, dan gaat de reis weer verder. Terug in Nederland worden ze meteen opgepakt. De oorlog was voorbij maar voor moeder en dochter nog niet! Een interneringskamp in Groningen was voorlopig hun onderkomen. Een vrouw van Duitse oorsprong, getrouwd met een NSB'er en een dochter van onbekende herkomst dat was fout. Hartstikke fout!
Derde deeltje, wordt vervolgd.Het was een oude voor-, tussen- en achteretage, twee hoog in de Grote Wittenburgerstraat. De keuken was zo smal dat er maar net een koelkast in kon. De douche was oorspronkelijk een vaste kast met daarin een granito vloertje gestort. Het was niet duidelijk waar de afvoer naar toe liep. In de tussenruimte stond ons bed. Vanuit de achterkamer die wij als woonkamer gebruikten, keken wij op de lange grauwe gevel van Werkspoor. De voorkamer was onze werkruimte. Ondanks de vele import was het nog een echte straat waar in de zomer de vrouwen en steeds meer mannen in hemdsmouwen uit het raam hingen om maar vooral niets te missen van wat er zich op straat afspeelde. Een buurman, hij woonde twee deuren verder, vroeg ons eens om bij hem boven te komen kijken. Hij bleek een circus artiest in ruste. Fantastisch zoals dat huis eruit zag, veel rode pluche en goud, goudkleurig welteverstaan, poppen, vergeelde foto's en reproducties van alles wat met circus te maken had. Kostuums in de meest bonte kleuren tot op de draad versleten, maar je zag hem er zo zijn act in doen. Jammer dat hij met zijn invitatie bijbedoelingen bleek te hebben, anders waren we zeker vaker langs gegaan.
Aan het einde van het eerste vakjaar beeldhouwen was het voor Marion duidelijk dat zij de verkeerde keuze had gemaakt. Ze had ontdekt dat ze het werken op kleinere schaal beter in de hand had en stapte over naar edelsmeden. Een niet onverstandige keuze zoals later zou blijken. Voor haar was het belangrijk dat ze haar werk letterlijk in haar hand kon houden. Haar keuze verrijkte ook mijn wereld, onze vriendenkring werd groter, de feestjes talrijker en de discussies meer divers. Marions moeder had liever voor haar dochter 'een man met toekomst en zekerheid' maar had zich neergelegd bij de situatie; ze kon moeilijk anders.
(22/12/1994)
Ik kan niet verder met dit verhaal zonder eerst te proberen iets op papier te krijgen van het bepaald niet zorgeloos verlopen leven van Marion's moeder Edith Herbst, modiste, geboren in Berlijn. De familie was niet onbemiddeld, totdat grootvader bij de eerste beurscrisis zijn kapitaal kwijt raakte. De familie moest verhuizen, opa kon het niet verwerken en maakte een einde aan zijn leven. Edith ging in 1936 zoals zovelen in die jaren op zoek naar werk. Maar ook op de vlucht voor het Nazi-regime. Haar reis voerde naar Holland. Toen Hitler Polen de oorlog verklaarde moesten Duitsers in het buitenland kiezen: terug naar het vaderland of nationaliseren. Edith maakte haar keuze en trouwde een Nederlander, 'op papier' zoals dat heet. De geschiedenis is zo oud als het beroep, ze moest voor hem werken. Die prijs was haar te hoog, zeker toen de man waarmee ze getrouwd was een fanatiek NSB'er bleek te zijn. Met behulp van vrienden kon ze hem ontvluchten en kwam in Amsterdam terecht. Ze heeft hem nooit meer gezien. Toen de generaals het tot dan neutrale Nederland binnen vielen en de Duitsers het in eigen land ook steeds moeilijker kregen, moet er een moment geweest zijn waarop zij besloot naar haar ouders in Berlijn te gaan. De ware reden hebben wij nooit te horen gekregen, waarschijnlijk was het een keuze tussen slecht en slechter. In Berlijn was ze een makkelijke prooi voor het verzet. Als Nederlandse had ze privileges wat reizen betreft. Al snel werd ze ingezet om geld en goud van Berlijnse Joden naar Zwitserland te brengen. Die reis moet ze een aantal malen gemaakt hebben. Als dank werd door de ontvangers zorgvuldig gecontroleerd of ze niets achter hield. De deur bleef meestal voor haar gesloten. Eén van de kopstukken van het Berlijn's verzet was een SS officier, door zijn functie en middels zijn handtekening was veel mogelijk in het bureaucratische Derde Rijk. De man was een jaar of tien ouder dan Edith, maar de enige waar ze ooit echt van gehouden heeft. Een paar jaar hebben ze hun liefde kunnen delen, Edith raakte zwanger, het verzetswerk ging door. (Op dit moment wordt de geschiedenis vaag, wij kregen haar in de loop van dertig jaar in fragmenten, soms in verschillende versies opgediend. Ze sprak er liever niet over, zoals bijna iedereen die echt iets heeft gedaan in die jaren er liever niet over spreekt.) De verzetsgroep wordt verraden, Edith wordt opgepakt en in een kamp gevangen gezet. Om te overleven papt ze aan met de kampcommandant die haar wel ziet zitten en uiteindelijk komt ze vrij. Hoelang ze daar gezeten heeft en wat ze heeft moeten doen om vrij te komen heeft ze nooit willen vertellen, we kunnen er naar gissen maar leuk zal het niet geweest zijn. Zo rond als een tonnetje terug in het ouderlijk huis, adviseerde haar vader haar terug te gaan naar Nederland omdat daar voor haar en het kind een betere opvang zou zijn dan in Berlijn. Edith stapt op de trein. Ze zijn een dag of vier onderweg als de trein door geallieerde jagers onder vuur genomen wordt. Zij die de aanval overleven gaan te voet verder. Op dertig kilometer van de grens raakt ze totaal uitgeput, ze kan niet meer. Liefdevol wordt ze opgenomen in het hospitaaltje van een klooster bij Lingen/Ems en bevalt daar van Marion. Een paar maanden mogen ze blijven om op sterkte te komen, dan gaat de reis weer verder. Terug in Nederland worden ze meteen opgepakt. De oorlog was voorbij maar voor moeder en dochter nog niet! Een interneringskamp in Groningen was voorlopig hun onderkomen. Een vrouw van Duitse oorsprong, getrouwd met een NSB'er en een dochter van onbekende herkomst dat was fout. Hartstikke fout!
OOOOOOOO
Geen opmerkingen:
Een reactie posten