Pagina's

31 december, 2011

700 kalveren versus 't Speelhuis van Piet Blom



Het zijn kleine berichtjes, maar de laatste jaren zijn tienduizenden dieren door brand omgekomen. Kippen, varkens en nu weer 700 kalveren. Veel plaats in de krant krijgen ze niet, een enkele keer een foto.

De brand in Helmond is al twee dagen voorpaginanieuws en op de buis uitgebreid in beeld gekomen. 
't Speelhuis van Piet Blom met daarin een fantastische schildering van Har Sanders is totaal verwoest. De oorzaak is waarschijnlijk kortsluiting in een regel- of schakelpaneel. De brandmelders waren uitgezet omdat er 'wel eens' een rookmachine wordt gebruikt. Het lijkt mij tijd dat de regels en/of de apparatuur aangepast worden. Er zal maar brand ontstaan tijdens het gebruik van een rookmachine, als publiek denk je veilig te zitten.

Het gebouw kan worden herbouwd, maar de unieke schildering kan nooit meer opnieuw aangebracht worden. 't Speelhuis zal nooit meer hetzelfde zijn.

29 december, 2011

TJEEMPIE!



Een invasie van kerstmannen, klimmend tegen gevels en balkons of als stuurlui op de meest fantasievolle sleden en andere vervoermiddelen. Bij deze kerstattractie zelfs als helikopterpiloot en swingend op een schommel. En niet te vergeten de lichtjes in vele kleuren en grote hoeveelheden, hoe meer hoe mooier lijkt het devies. Wat wij niet eerder zagen waren fel-blauwe, bijna fluoriserende soms ook nog knipperende snoeren met lampjes. Al dat fraais begon in het grensgebied met België tot in de buurt van Troyes in noord-oost Frankrijk. Het leek of hele dorpen met elkaar wedijverden.
En kerststallen in alle maten te kust en te keur. De bewoners van het huis op de foto hadden drie stalletjes gemaakt. Jammer genoeg zagen we deze uitstalling niet brandend en/of bewegend.
Tegenover de camperplaats in Givet, stond een huis zo vol gehangen met lampjes in alle kleuren van de regenboog, lopend, flitsend of stilstaand, dat het wel de dorpskermis leek. Wat een energie moet dat alles verslinden!

Het was tweede kerstdag zo zonnig dat we buiten konden zitten lezen op de bijna uitgestorven camping waar we stonden. Ik las bijna in één adem 'TJEEMPIE!' uit geschreven door Remko Kampurt in zijn eigen nieuwe spelling. (1968) Een kado van de Sista aan Marion zo staat erin geschreven. Een heerlijk boekje waar ik mij niets meer van herinnerde.

Bij thuiskomst zag ik onderstaand berichtje dat mij toch wel enigszins liet gniffelen, over energie gesproken.

23 december, 2011

1979-2008

1979



Ik zou er nu echt niet meer aan beginnen, het idee alleen al maakt me moe. Toch kochten wij deze opstallen plus grond in 1979 en maakten er iets moois van.
"Wat moet je met dit kippenhok?" vroegen goede vrienden toen ze het zagen.
Geen 'Veense' zou het gekocht hebben, wisten de schilders, die ons huis recent onder handen namen, ons te melden. En zij kunnen het weten want zij zijn in dit dorp geboren.
Ik moet zeggen dat ik toen gelukkig de ellendige staat van het huis en de schuur niet zag, ik zag een in mijn ogen enorme lap grond met twee opstallen waar 'best wat van te maken' was. Nu, na meer dan dertig jaar begrijp ik die opmerkingen van toen wel, maar ik ben blij dat ik/ wij toen zo naïef en onbezonnen waren.
Het waren zeker geen jaren van alleen maar noeste arbeid; als er geld was, pakte ik 'een stukkie an'. Alleen het hoognodige deden we in het begin. Ons eigenlijke werk stond voorop, het huis kwam op de tweede plaats.
Onder alle omstandigheden hebben we er goed kunnen werken en wonen en dat is nog steeds zo. Sommige ruimtes worden nu anders, maar met evenveel plezier gebruikt.
Het blijft natuurlijk een dijkhuisje, met niveauverschillen die ons op den duur op zouden kunnen breken. De 'tuin' is onlosmakelijk verbonden met ons leven, maar we beseffen dat er een moment komt dat we het niet meer kunnen bijbenen. Het zij zo.
Eigenlijk willen we in dit 'kippenhok' oud worden, vergrijzen en desnoods dementeren. Daar zijn we al mee begonnen, maar kijken nu het nog niet te laat is ook naar alternatieven.
Een grote wens is een huis met uitzicht over de rivier, maar dan wel een drukbevaren rivier zoals de Waal, opdat het ooit 'achter de geraniums zitten' een leuke en zinvolle bezigheid wordt.






2008

09 december, 2011

"Bericht aan de overlevenden 1967"


Ergens begin jaren zestig deed ik een beroepskeuzetest. Ik wilde niet langer in een klas zitten en voor mijn gevoel onzinnige dingen leren. Wat ik wel wilde, was ook niet echt duidelijk. Het werk dat een oom van mij deed, beelden maken van klei en was, trok mij bijzonder aan. Aan beeldende kunst had ik wel 'geknabbeld', maar een kenner was ik beslist niet. Mijn moeder deed een poging mij op de dagschool van de IVKNO te krijgen, maar die mislukte omdat mijn vooropleiding daar niet voldoende voor was. De volgende stap was een beroepskeuzetest, die vond plaats in een gebouw tegenover de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De uitslag was nogal gespleten, maar dat ik 'iets met m'n handen' moest doen lag er zeer dik bovenop! De deskundige achter het bureau had een paar suggesties...
Van Hotelvakschool via drukker en instrumentmaker naar het vrije beeldende beroep!
Die vakschool viel meteen al af, daarvoor was mijn vooropleiding ontoereikend. Als een soort zombie zat ik daar. Werken in een drukkerij trok mij helemaal niet en het maken van instrumenten ging 'boven mijn pet'. Gewoon lekker met mijn handen klooien trok mij het meest.
Gelukkig had de man achter het bureau ook een la met vacatures en daaruit trok hij een bedrijfje dat mij wel wat leek: de firma MARCUSE in de Spuistraat, een atelier waar 'etalage-decoratie' werd gemaakt. Ik heb er twee jaar gewerkt. De eigenaar-directeur kwam uit de danswereld, zijn moeder die 'boven de zaak woonde' kwam om twaalf uur met de lunch naar beneden.
Het was mooi maar ongezond werk, weet ik nu. Wij werkten met losse glasvezel (engelenhaar noemden we dat), dat wij met onze handen rond gesoldeerde draadmodellen modelleerden. Als bindmiddel gebruikten we - in grote hoeveelheden aangemaakt - behangsellijm.
Er werkten zes mensen: de baas met zijn rechterhand, een Japanse vrouw die prachtige, subtiele pruiken maakte en met baas Jaap voor nieuwe ontwerpen zorgde, dan drie mensen zoals ik die de productie maakten en een onnavolgbaar figuur die Sjaak heette en die de nieuwe draadmodellen in elkaar soldeerde, maar ook de door ons gevormde figuren van de vorm los moest knippen. Dat is dus knippen in glaswol met alle gevolgen van dien. Voor de afwerking was er een andere Jaap, die gaf met in water oplosbare levensmiddelenverf de figuren blozende wangetjes en zorgde voor de verzending.
De Japanse vrouw, Emika was haar naam, bleek - zo leerde ik later - de vrouw te zijn van de beeldhouwer Han Rädecker, een telg uit de bekende beeldhouwersfamilie.
De twee meiden waarmee ik samenwerkte bleken op de avondopleiding van het IVKNO te zitten, een voorbeeld dat ik snel volgde.
Sjaak en Emika heb ik nadien nooit meer gezien, maar Jaap 2 kwam ik in een volgende baan weer tegen. De meiden 'zag ik nog wel eens' en de baas Jaap pleegde zelfmoord, zo hoorde ik een paar jaar later.
Ondanks het ongezonde werk dat ik er deed, heb ik er veel geleerd en zonder het zien van het in elkaar solderen van die draadmodellen, had ik b.v. nooit "Bericht aan de overlevenden, 1967" gemaakt.
Ik ben mijn moeder dankbaar dat ze mij van school haalde en een beroepskeuzetest liet doen.

08 december, 2011

Bentveld 't LIS



Bijna twee jaar geleden schreef ik een stukje over 't LIS onder de titel 'De kracht van wortels'. Begin deze week reageerde iemand die om de hoek aan de Westerduinweg woont (in het huis van de familie Heiligers, de bakker) en de mensen kent die in het rechterdeel van het huis wonen. Die mensen hebben volgens hem hun deel weer zover mogelijk in de oude staat gebracht en weten ook al veel over het huis en de vroegere bewoners. De man die mij schreef is op zoek naar foto-materiaal over zijn huis en de huizen in de buurt.
In één van de twee doosjes met glasnegatieven (in hoofdzaak Adrie als kind) zat ook deze van het huis nog zonder aanbouw. Het huis ernaast is nog niet af. Bij een bevriende fotograaf met een grote scanner lukte het om een mooi positief te krijgen.
Weet iemand wanneer het huis gebouwd is? Volgens de eigenaar van 'rechts' is al na tien jaar na voltooiing de aanbouw gebouwd.
Leuk toch dat er belangstelling is voor ons 'jeugdhonk'?
Alle gegevens zijn welkom, in een reactie of via mail.

HET VORIGE STUKJE IS HIER TE VINDEN.

07 december, 2011

WENSKAART



Vanmorgen lag dit plastic zakje in de brievenbus. 
Inhoud: het restant van de adreszijde van een enveloppe met ongestempelde December zegel en een kaart van TNT post. De tekst spreekt voor zich.
Het zal de eerste wenskaart van dit jaar zijn, maar wie de afzender is... geen idee!
In ieder geval niet iemand die weet hoe het met onze namen zit.

Enig idee...?


06 december, 2011

EURO versus GULDEN


Ik voel mij rijk met deze heerlijke biljetten!


Totaal onverwacht kwam zij langs de lieve Sint! 
Een prachtig ingepakt cadeau mét gedicht wierp zij op mijn bureau. Een doos vol geld, oud en nieuw of zo u wilt nieuw en oud, want houden wij die euro nou of gaan wij terug naar de gulden? Wat de kleur van de biljetten betreft maakt het mij niet zo veel uit, maar hadden we ook niet een geel vijftig gulden biljet en de vuurtoren van 250, om het duizendje niet te vergeten. En hebben we nu niet een vijfhonderd euro velletje?
Wat een gedoe toch met Europa en de euro. Ik was voor een verenigd Europa met één munt, maar ik ben bang dat we er nog niet aan toe zijn en er nooit aan toe zullen komen. Noord en Zuid passen doodeenvoudig niet in één tent omdat de omvang en aard van de bagage te veel uiteen loopt. Misschien moeten we weer terug naar de eigen valuta maar ook de grensposten om het echte gevoel van reizen weer terug te krijgen, want laten we eerlijk zijn; die lege hokjes op desolate plekken geven mij nou  niet bepaald het gevoel van een tevreden, verenigd Europa.

05 december, 2011

Parrotia persica / Perzisch ijzerhout



Ruim een week zag ons huis eruit alsof wij aan het inpakken waren voor een grootschalige verhuizing. Overal dozen vol boeken en 'spulletjes'. Maar wij willen en gaan voorlopig niet weg uit ons paradijsje.
Onze leefruimte was toe aan een 'opfrisbeurt', het halletje, keuken, boekenkamertje, woonkamer en mijn 'kantoortje' zijn door Huib en Kees grondig onder handen genomen. Al het houtwerk gegrond en afgelakt en de muren twee maal 'gesausd'. Het is de eerste keer na de verbouwing dat professionele schilders het binnenwerk doen, ik was gewend dat zelf te doen of samen met mijn partner. Maar nu zie ik tegen dergelijke klussen huizenhoog op en ben blij dat we het kunnen laten doen! Ik heb me dan ook zoveel mogelijk (niet altijd even makkelijk) bewust in mijn eigen werkplaats teruggetrokken. In die werkplaats ben ik lekker aan het stoeien geweest met hout. 

Ik was op bezoek bij Jurriaan de schalendraaier en kreeg een metertje stam van de volgens hem: Perzische IJzerhoutboom. Het is een beetje saai wittig hout met grijze strepen maar lekker om te draaien. Het kommetje hieronder heb ik 'kops' gedraaid.
Jurriaan bracht mij op een dwaalspoor wat de naam van het hout betreft, want nergens kan ik een Perzische IJzerhoutboom vinden, maar wel Perzisch ijzerhout (Parrotia persica), er staan er meer om ons heen dan wij weten. Ik kreeg ook een paar stammetjes Goudenregen, hout met een prachtige bruin/geel/goudkleurige kern, ik zal er later over berichten.


21 november, 2011

Brutale ekster


Voederplankje en camera zijn sinds een paar dagen weer geïnstalleerd. Vanmiddag kwam voor het eerst een ekster een graantje meepikken. De vogel bleef lang genoeg nieuwsgierig om een leuk plaatje te maken. 
Eksters zijn herrieschoppers en rovers, maar zeer zeker ook prachtige/krachtige dieren.

20 november, 2011

IKKE,IKKE en DE REST KAN STIKKE....

De kapitalistische wereld is zijn doel voorbij geschoten, de rijken worden steeds rijker en de armen blijven staan op nul. Geld maakt geld, gedekt of niet. Geldbedrijven maken winst, zeker als het mis gaat. Op een enkele gepakte 'sukkel' na krijgen bankiers nog steeds riante salarissen en bonussen als ze weer een nieuwe sluipweg in de wereld van het digitale geld gevonden hebben. Als het misgaat zij niet zij, maar de beleggende/sparende burger c.q. pensioenfonds (en daarmee weer de burger) het haasje. Dat tegen deze al vele decennia lang bestaande 'Big Brother' eindelijk een beweging is ontstaan kan ik alleen maar toejuichen. Een beweging die wat mij betreft mag uitgroeien tot een 'wereldwijde burgerlijke ongehoorzaamheidsoorlog'. Volgens dit kaartje van de site van OCCUPY AMSTERDAM gaat het ook die kant op.



 

Het probleem is echter dat wij het in onze welvarende wereld en daar horen nu ook delen van Afrika en Azië bij, veel te goed hebben dankzij het kapitalisme en dat het grootste deel van die bevolking niet inziet dat het eindig, is op z'n minst aan verandering toe is.

Op de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie heb ik nooit gestemd, ik heb er nimmer binding mee gevoeld. Het was niet 'mijn pakkie an'.
De laatste jaren wordt mij steeds duidelijker waarom.
Stond de partij vroeger voor de omhoog geklommen, hardwerkende middenstander met nauwelijks enig politiek benul en als credo: "zolang ik mijn mond hou gaat het goed en loop ik geen gevaar", nu laten de politiek actieve fractieleden hun ware gezicht zien. Het gezicht wat hun 'afvalligen', Wilders en Verdonk al langer aan de buitenwereld tonen.
Dat er naast de -broodnodige- samensmelting van de wereldbevolking een 'verklontering' in het kapitalisme plaatsvindt zien ze niet omdat ze er driftig aan meewerken, dat het hun 'business' ook raakt zien ze nog minder. Een beweging in de wereld als 'OCCUPY' mag dan ook even een lastige bemoeial zijn, die even mag schreeuwen maar dan snel moet verdwijnen.
In Amsterdam staat het tentenkamp van de Occupy-activisten op het beursplein, middenin het centrum van de geldhandel en het uitgaansleven en niet te vergeten de detailhandel. Voorlopig mogen ze daar blijven.
In Den haag staat de tenten op het Malieveld, een grasveld bestemd voor circus, kermis en demonstratie, ver van de middenstandswereld. Natuurlijk zullen er tussen de demonstranten ook mensen zitten die om welke reden dan ook een uitkering krijgen. Die uitkering krijgen ze ook als ze thuiszitten, over straat lopen of op vakantie gaan. De Haagse VVD- fractie wil dat de uitkering van Occupy-activisten wordt afgepakt want: "Wie lang in de kou kan kamperen, kan ook zijn eigen geld verdienen". (Wat een drogreden). De fractie wil zelfs dat de gemeente er sociaal-rechercheurs op af stuurt, want: 'de mensen moeten zelf weten of ze op het veld kamperen, maar niet op kosten van de belastingbetaler". Wat een misselijkmakende kleinzieligheid. Demonstreren is een recht van iedereen, ook van uitkeringstrekkers. De VVD wil geen aanpak van de uitwassen van het kapitalisme, ze zit er zelf teveel in verweven. De gewezen Volkspartij steunt die uitwassen, erelid Gerrit Zalm is daar een voorbeeld van.

14 november, 2011

Close-up from the air: Rena salvage mission




Omvallende LEGO blokjes, daar lijkt het nog het meeste op. containers worden vastgezet met een Twistlock op alle vier de hoeken. Dat gebeurt op vrachtwagens, treinen en schepen. Op schepen worden ze ook nog eens gestapeld, onderling gekoppeld door diezelfde Twistlock's. Dat vrij nietige koppelingetje blijkt sterk te zijn als het door de sjorder goed is aangebracht. 
Toch kan een container als de krachten te groot zijn, b.v. door het rollen van het schip tijdens een krachtige storm, los slaan en overboord gaan. De container kan dan als zelfstandig drijvend object zijn reis voortzetten en vervolgens ergens stranden of door het geweld van de storm uiteen slaan en zijn lading de vrije loop geven.
Op dit filmpje van de RENA is te zien dat er al een aantal zeecontainers verdwenen is (er zal maar jouw complete inboedel inzitten die je als emigrant hebt verscheept), maar het grootste deel is nog aan boord. Een deel daarvan hangen in een prachtige boog als LEGO blokjes aan elkaar, reken maar dat daar behoorlijk wat spanning op staat.
De meeste olie is nu uit het schip gehaald, ik ben benieuwd hoe ze die containers er af gaan halen en of de inhoud nog intact is!

07 november, 2011

DIENSTPLICHT

 
 
Ergens begin 1965 kreeg ik een 'oproeping ter inlijving', oftewel de oproep om tot de militaire dienst toe te treden. Het was een kaart waarvan ik wist dat die zou komen, omdat de dienstplicht nog bestond. (Sinds 1997 is de opkomstplicht opgeschort, niet afgeschaft.) Een plaatsbewijs voor de trein naar de kazerne in Bussum was toegevoegd. Dat plaatbewijs plus verrekenstook heb ik nooit gebruikt.
 
Al lang voordat die kaart in de bus viel was ik bezig met de vraag 'hoe daarop te reageren'. Ondanks het 'soldaat geweest zijn' van mijn vader was ik opgegroeid in een anti-militairistische omgeving. Het doden van een medemens in opdracht van een overheid was 'uit den boze'. Dienst weigeren was voor mij de aangewezen weg.
Op de academie waar ik net was begonnen hoorde ik andere geluiden van medestudenten.  Dienst weigeren was niet aan de orde, maar 'herkeuring', het bereiken van de S5 status (ongeschikt voor dienst) was populair, hoewel ik moet zeggen dat er meer over gezwegen dan gesproken werd.

Ik besloot beide paden te bewandelen; herkeuring aanvragen en een beroep te doen op de wet gewetensbezwaren.
 
 


De medische-keuring (februari 1964) in de Oranje Nassau Kazerne aan de Mauritskade te Amsterdam was mijn eerste kennismaking met 'mannen in uniform' en jongens die dat graag wilden worden. Die oppervlakkige-, lichamelijke keuring stelde weinig voor. Tijdens de keuring droeg ik een schots, wollen mutsje met pompon, alleen de man aan de lengtemeetlat vroeg mij mijn muts af te zetten. Het 'addertje' zat in het 'persoonlijk gesprek' dat je als laatste met een geüniformeerde kreeg. De taak van die man was je ergens 'in te delen', niet om jouw eventuele bezwaren aan te horen. Tegen mijn wil in besloot hij mij tot chauffeur van een ambulance te maken. Ik zou dan niet behoeven te vechten en mijn rijbewijs had ik  al. Mijn reactie dat ik ook dat niet wilde begreep hij totaal niet.
 
 

Op 12 februari 1964 werd ik GESCHIKT bevonden om als dienstplichtige 'onder de wapenen te gaan'.
In een brief van 4 februari 1965 vraag ik om herkeuring (overigens op grond van vage klachten die ik nog steeds heb).

Het 'dienst weigeren' was wat gecompliceerder, want hoe pak je zoiets aan?
 
 

Mijn vader stuurde mij daarvoor naar een oom, want die zou weten bij wie ik terecht zou kunnen. Eigenlijk waren het in die jaren alleen de Jehova Getuigen en een enkele eenling zoals ik, die zonder de bijbel in de hand op grond van 'eigen' gewetensbezwaren een beroep deden op de Dienstweigeringswet.
Van oom moest ik een brief schrijven naar een zekere INJA. Die meneer Inja van de Doopsgezinde Vredesgroep stuurde mij als antwoord een briefje met een adres en de naam van iemand die mij verder zou kunnen helpen. 
 
Het aardige is dat in dat briefje staat dat de betreffende meneer voorlichting geeft aan 'buitenkerkelijke jongens'! Over mijn non-kerkgang moet ik dus in mijn briefje aan Inja iets geschreven hebben.
Maar de Vredesgroep heeft mij op het goede spoor gezet dat uiteindelijk leidde tot de uitnodiging om op 1 juli 1965 voor DE COMMISSIE op het Ministerie van Defensie te verschijnen. De vragen die mij door de Hoge Heren in Intimiderende Uniformen gesteld werden waren te dwaas voor woorden en deden mij denken aan slechte Amerikaanse films waar rekruten door een 'meerdere' afgeblaft worden. Bijvoorbeeld de stupide vraag wat ik zou doen als mijn moeder of vrouw aangevallen zou worden; lijdzaam toezien of terugslaan. Natuurlijk zou ik terug meppen maar niet in zijn opdracht! Dat subtiele verschil ontging de uniformen totaal.
Bij het verlaten van het ministerie had ik dan ook het gevoel de slag verloren te hebben.
 
 



Ondertussen liep ook de 'herkeuring' (daar weet ik niets meer van) en kwam in augustus 1965 het verlossende bericht dat ik na een nieuw geneeskundig onderzoek VOORGOED ONGESCHIKT werd verklaard. Op 13 augustus blijkt dat ik 'wegens gebreken' als gewoon dienstplichtige ben ontslagen. (Hoe kan dat als je nooit bent aangenomen?) Drie dagen later krijg ik te horen dat; 'gelet op mijn ontslag als gewoon dienstplichtige' mijn verzoek om toepassing van de Wet gewetensbezwaren buiten verdere behandeling wordt gelaten.

Ik kon zonder onderbreking door met mijn studie, maar was en ben mij bewust dat een vervangende dienst of maatschappelijke dienstplicht op zijn plaats geweest zou zijn. Daar had ik zeker aan meegewerkt omdat enige discipline in de opvoeding van jongeren zeker geen kwaad kan.


Ik weet niet van wie ik aan deze vragen uit 1946 kreeg, maar een deel van deze vragen kreeg ook ik in 1965 voorgeschoteld.




Ik zou graag ervaringen van anderen horen.

06 november, 2011

TWEEDE OOGST VIJGEN

Het abnormale warme weer zorgt voor een tweede lading rijpe vijgen van dit jaar en dat op  op 6 november, iets wat in ieder geval bij ons nog nooit is voorgekomen. In de schaal, 10 stuks die ik gisteren plukte. In de boom die barstensvol zit, hangen er minstens nog een tiental die bijna plukrijp zijn, de rest zal het niet halen.








26 oktober, 2011

KOEL METER

Het zal mij wel ontgaan zijn of ik loop hopeloos achter, maar een 'koelmeter' op een bierblikje is voor mij nieuw! Het kan natuurlijk ook komen omdat ik 'door de week gesproken' het bier uit het overbekende beugelflesje nuttig en op dat etiketje is geen ruimte voor een koelmeter!
Voor op reis met de Bimobil slaan we altijd voor de eerste twee dagen wat blikjes in, die nemen minder ruimte in in het koelkastje en dan hoeven we die zware statiegeld flesjes niet weer mee terug te slepen. Meestal zijn die blikjes leeg en weggegooid voordat we thuiskomen, maar deze is vol mee teruggekomen! Lindsey wees mij op de koelmeter, het was mij niet opgevallen.
We hebben hem even in de koelkast gezet en inderdaad, de meter verschoot van kleur. Van een vale ondefinieerbare kleur tot duidelijk blauw. Het moeten 'vloeibare kristallen' zijn die op temperatuur reageren.
De eerste keer dat ik van 'liquid crystals' hoorde en ze ook zag was begin jaren zeventig. Frans van Nieuwenborg maakte toen een broche met vloeibare kristallen, een sieraad dat onder invloed van temperatuur van kleur kon veranderen. De kristallen zaten op een zwart papiertje, geklemd tussen de twee glasplaatjes van een zes bij zes diaraampje. Ergens in ons huis moet nog zo'n raampje liggen.
Veertig jaar later is het dus mogelijk die kristalletjes op een bierblikje mee te drukken! Als iemand andere toepassingen kent, laat het weten.(En dan bedoel ik niet de LCD's)


25 oktober, 2011

NAT HOUT DRAAIEN


Hout van een vruchtboompje, een paar weken terug gekapt en verzaagd tot hanteerbare brokken. De door droging ontstane scheuren zitten er al in, maar gaan niet diep. Ik zou ze er uit kunnen draaien maar dan blijft er slechts een klein kommetje over. Ik neem de gok en probeer er het maximale uit te halen. Het hout zaag ik in de lengterichting door en vlak het af op de schaafbank. Na het aftekenen van de cirkel op die gevlakte kant, zaag ik de resterende hoeken er af. De kom wordt dus haaks op de lengtenerf gedraaid. Uit het stammetje van ± 40 cm hoop ik vier bakjes te draaien.


 




Het hout klem ik tussen een 'meenemer' en een meedraaiend center.  Het afdraaien kan beginnen. Met de 'afruwbeitel' (foto) in gedraaide stand, maak je van een hoekig blok een perfecte cirkel. Bij de eerste rondgangen is het zaak de beitel niet alleen in de juiste richting, maar ook zeer stevig vast te houden. De hoeken van het hout 'slaan' behoorlijk op het hout, het is dan net zo'n gehobbel de bobbel als het rijden over kinderhoofdjes! Een scherpe beitel is een must en een genot als je merkt steeds dichter bij het doel te komen.




Op de foto boven links de 'meenemer' en rechts het 'meedraaiend center'. Rechts ook het iets taps lopende voetje waarmee het in de volgen fase in de klauwplaat vast gezet kan worden. Op de foto hieronder is het 'kruis' te zien die de meenemer in het hout achterlaat. In de groene schorsrestanten staat de punt van het meedraaiend center. Het bruin is het kernhout van de stam.





Boven het in de klauwplaat opgespannen voorgedraaide hout, met ervoor de normale rechte leunspaan. Met een grote 'schaalguts'begint het uithollen. Hierbij is het zaak de goed geslepen beitel in de juiste hoek en met een constante beweging en draaiing van buiten naar binnen en soms andersom te sturen. Voor een diepere kom is het raadzaam een leunspaan te hebben die dicht bij het hout kan komen om 'klappen' te voorkomen. Gelukkig heb ik de spullen om er snel een zelf te kunnen maken. Het werkt goed.



Bij m'n derde uitholling was ik iets te nonchalant, overmoedig of onvoorzichtig. Ik wilde de wand nog iets dunner maken, hield de beitel net niet in de goede hoek... en 'PANG!!!...'
Ik heb de gelukkig gave stukken weer aan elkaar gelijmd en zie wel of ik er verder mee kan.
Nog meer oefenen dus...

Iets voor jou Ar?

20 oktober, 2011

MOBYLETTE



De eerste fiets van mijn vader die hij niet op eigen spierkracht vooruit moest zien te krijgen had de frivole naam MOBYLETTE. Hij had daarmee zijn eerste en naar ik meen ook enigste 'bromfiets' aangeschaft. Een 'brommer' mocht je het eigenlijk niet noemen, die dingen gingen veel harder, in ieder geval maakten ze veel meer lawaai! Het was een gestroomlijnde fiets met hulpmotor, net iets meer dan een 'eitje' of een Solex. Welk type het precies geweest is weet ik niet, maar iets wat leek op de onderste foto moet het wel geweest zijn.
Hij moest elke dag van Amsterdam Slotermeer naar de binnenstad om les te geven en soms 's-avonds nog een keer om colleges te volgen op de Universiteit.
Voor op de Mobylette kocht hij een regenjas die tegen een stootje moest kunnen, het was zo'n poepbruin, hard,  geplastificeerd geval met ceintuur. Als hij 'm uittrok en op de grond zette konden wij hem als tent gebruiken. Om zijn kale hoofd droeg hij een "Alpino" die hij 'in de wind' draaide als het nodig was. Het was een wonderlijke combinatie, maar in de beginjaren zestig een normaal straatbeeld.

Ik denk dat hij er veel aan heeft gehad voordat hij overging tot de aanschaf van een 2CV, eigenlijk een Mobylette met dak!


18 oktober, 2011

BOWL TURNING



Op deze pagina uit het boek 'Fundamentals of Woodturning' van Mike Darlow is goed te zien dat er vele manieren zijn om een blok hout -bestemd voor een kom, - 'op te spannen'. Het blauw is steeds het verbindingsstuk met de draaibank. Geel en groen het weg te halen materiaal en bruin de uiteindelijke kom.



Deze kom met voet zit met schroeven vast aan de opspanplaat. (bij het uithollen verdwijnen de schroefgaten) Na de foto  heb ik de plaat weer op de draaibank gezet, de poot ingekort en van een holte voorzien. Door die uitholling kan ik de schaal op de klauwplaat (chuck) klemmen zonder de buitenkant te beschadigen. Om hem goed te centreren zet ik er in eerste instantie het meedraaiend center tegenaan. Later haal ik die weg om de kom uit te hollen.
 Voor een kleiner kommetje (pindabakje Gerard)gebruik ik de opspanschroef. Gat boren aan de kant die uitgehold gaat worden en de in de klauwplaat passende schroef er in.


De bekken van de chuck lopen iets taps toe om beter grip op het hout te hebben. Ze zijn verwisselbaar voor grotere, kleinere of langere exemplaren. Op de muur de minimale- en maximale maten die in of over de bekken passen.


De linkerkom heeft een uitstekend voetje die in de klauw heeft gezeten, het rechter heeft een holte en zat dus over de klauw. Het voetje kan je laten zitten of er later weer afdraaien. Het opspannen gaat dan als in fig. 13 van de uitleg boven, met behulp van de platen (Cole jaws) als op de foto hieronder.

15 oktober, 2011

WOODTURNING BILINGA



Ook bij het pure handwerk vliegen de spaanders in het rond.






Al eerder had ik het over de geur en kleur van hout en liet ik het geluid van mijn oude draaibank horen. Helaas kan ik het niet laten er nog een keer mee aan te komen. 
Buurman Gerard kwam aan met een prachtig stuk hout dat hij van z'n zoon had gekregen om in zijn houtkachel op te stoken. Hij vroeg mij of het geschikt zou zijn er nog wat moois van te draaien. Zo'n vraag is voor mij natuurlijk een uitdaging en het balkje van ± 40x10x10 cm belandde dan ook al snel op mijn oude metaaldraaibank om het semi automatisch tot een cilinder te draaien. In een gang of zes had ik het rond.
Ik denk dat het om BILINGA gaat, een hardhoutsoort uit West Afrika.
Prachtig geel schraapsel haalde mijn tot beitel omgeslepen vijl eraf. Het zal zeker niet de juiste werkwijze zijn, maar het werkte wel! Op 2/3 van de afstand die de beitel moest afleggen veranderde het geluid en ook de 'snede' ziet er anders uit.
De oorzaak heb ik niet gevonden en is voor mij ook niet echt van belang. Het geluid dat de beitel op het hout veroorzaakt klinkt mij als muziek in de oren.
Maar ja, misschien ben ik een freak van de oude stempel!
Buurman Gerard is eerdaags een paar 'pindabakjes' rijker.