Pagina's

31 mei, 2009

J O N G G E L E E R D...





Fransen zijn fanatieke zeilers - weer of geen weer - de zee gaan ze op. Ze leren het jong. In de druilregen bij Omonville-la-Rouge (Normandië) zagen we deze manier van te water gaan. Twee maal acht bootjes lagen zeilklaar op het steile grindstrand, wat we niet gezien hadden was dat ze aan elkaar gekoppeld zaten. Per bootje stapten twee, goed ingepakte zeer jeugdige zeilers in. Twee instructeurs in een snelle rubberboot pakten een lijn op en trokken de ketting bootjes één voor één het water in en voeren er mee naar de luwe kant van de baai. Daar werden ze losgekoppeld en moesten de zeilers in spé de geleerde theorie omzetten in het echte werk. Mooi om te zien was dat enkele kinderen het kennelijk in de vingers hadden, hun zeilen bolden snel terwijl anderen minuten lang lagen te dobberen en door de instructeurs op gang geholpen moesten worden.
Later hebben we meer van dit soort lessituaties gezien, bij nog slechter weer.

22 mei, 2009

S U L K Y





Het mooie van vroeg of laat vakantie kunnen nemen is dat de grote drukte er nog niet is of al voorbij. Een strand als dit ligt over een maand vol zonaanbidders, nu lopen wij er in regenjas en zien deze man met zijn paard meerdere malen aan ons voorbijkomen. Het geluid van het paard in draf ging het plaatje vooraf. De tweede keer was ik snel genoeg om deze opname te maken. Later passeerden wij een auto met paardentrailer, de sulky achterop gebonden. De man had er kennelijk heel wat voor over om op dit mooie, nog stille stukje strand zijn paard te laten draven.

21 mei, 2009

GEZOUTEN BOTER




Al jaren gebruiken wij in goudkleurig papier verpakte rollen gezouten boter van 'Van der Pol en zonen', een bedrijf dat sinds 1885 in ons buurdorp gehuisvest is.
In Frankrijk heb ik nog nooit een rol boter gezien, maar wel vele soorten en merken gezouten boter. Wij prefereren de pakjes met grote kristallen zeezout, waaruit als je er met een mes wat boter afschraapt het water in je gezicht spat. De verpakking van deze boter had veel stippels en weinig tekst, de weerspiegeling in het mes leverde een leuke foto op. Voor ons een leuke herinnering aan een heerlijke reis.

20 mei, 2009

Z E E K R A A L





Veel is het niet, maar lekker was het wel.

Ergens langs de Normandische kust zagen wij een moeder en zoon bij laag tij steeds bukken om iets te plukken. L. kon haar nieuwsgierigheid niet onderdrukken en ging vragen wat ze zochten, het bleek Zeekraal te zijn. Die mensen vertelden dat je alleen de malse jonge lichtgroene stukken moest plukken, eigenlijk snijden om niet de hele plant met wortel en al uit te rukken. Wij hadden geen emmertje of iets dergelijks om ze in te doen, dus propte L. haar zakken vol met de oogst die wij binnen haalden. Uiteindelijk bleek het niet erg veel te zijn maar genoeg om samen met de in de buurt van Mont Saint-Michel gekochte oesters een heerlijk voorgerecht te vormen.

19 mei, 2009

Zee-egel / Echinus esculentus



Als kind was ik bere-trots als ik op het strand zo'n wonderlijk hard maar breekbaar ei vond, het was een gouden vondst die ik grondig bestudeerde en zorgvuldig opborg in mijn schatkist. Van mijn vader leerde ik dat het het skelet van een zee-egel was. Aan het eten van schaaldieren en andere wonderlijke zoutwaterbewoners was ik toen nog lang niet toe.
Mosselen zijn in ons waterrijke landje sinds ze bij de frietboer in een deegjasje verkocht worden gemeengoed geworden, maar voor de eveneens hier veelvuldig gekweekte oesters hoef je ook niet iedereeen wakker te maken.
De Hollandse viskraam heeft een zeer beperkt aanbod, niet omdat hij niet meer kan aanbieden, maar omdat de Hollander niet vreet wat hij niet kent. Op markten in steden waar veel 'buitenlanders' wonen is het aanbod ineens verrassend veel groter.

Op de tweede dag van onze uitstap zagen we bij deze visstal iets wat wij niet eerder zagen: Zee-egels! We besloten ze te gaan proeven en lieten er vier klaarmaken. De vrouw van de stal pakte een nagelschaartje en knipte ze open. Het mooie skeletje van het strand verminkt om de inhoud te kunnen verorberen.

Meer dan een lepeltje heb je niet nodig, je eet ze rauw, dus levend net als oesters en andere schaaldieren. Ze smaken naar wat je maar wilt, mij deden ze me denken aan 'pulpo en su tinto', inktvis in zijn eigen zwarte nat, dat wij vorig jaar in Spanje kochten. Maar het was meer dan dat, het had een eigen, niet te definieren smaak. Wij vonden het lekker, lekkerder dan de scheermessen die we een week later aten.