Pagina's

12 februari, 2007

*

VISSEN


NZ deel III

*


Als je met een Nieuw Zeelander een afspraak probeert te maken is de kans groot dat hij zegt: sorry ik kan niet want dan ga ik vissen. Er wordt heel veel gevist in Nieuw Zeeland met hengels, lijnen, netten, fuiken en kooien. Op plekken waar veel gevist wordt staan borden met minimum maten van de gangbare soorten en de hoeveelheid die meegenomen mag worden. Er schijnt een hoge boete te staan op overtreding. Opvallend is dat er ook schelpdieren op staan. Bij laag water zie je veel mensen zoeken naar mossels tussen de rotsen en met een stokje steken naar pipis (klein schelpje) in het slik. Ook wij hebben twee keer een maaltje mosselelen van de rotsen geplukt. Niet de Green lipped, maar de gewone blauwe.





Op deze Jetty (pier) stonden en zaten hele families te vissen met hengels en losse lijnen.Een dagje uit met koelbox en picnic mand.





Dit is een van de ruim 25 boten en bootjes van professionele kreeften (Crayfish) vissers op Cape Palliser, het meest zuidelijke stukje noord eiland. Het bijzondere was dat het allemaal verschillende boten waren, op hun eigen trailer en allemaal met een Caterpillar er voor. Deze bulldozers op rupsbanden, van klein tot zeer groot zijn in staat om de trailers met boten en bemanning over het zeer grove keienstrand de zee in en uit te rijden. Omdat de zee er vaak zeer ruw is zijn de trailers behangen met autobanden en ander rubber. Desondanks zien de meeste boten er uit alsof ze dagelijks door een te nauwe steeg worden getrokken.De meeste dozers zien er uit als een bonk roest, een was rose en een ander paars geverfd. De grote gele vooraan is de grootste Komatsu die in de handel is, vertelde ons een (Engelse)beroepsfotograaf die speciaal voor dit monster gekomen was. Hij wist ons ook te vertellen dat er in het dorp maar een bulldozermachinist is die alle dozers weet te rijden.Een zeer belangrijke man dus, met macht.





Een kilometer of 4 verder over de gravel road, voorbij de vuurtoren is een Seal Colony. Zover zijn wij niet eens gekomen. Nog geen kilometer verder, op 100m van de weg was een rotspartij waarvan wij dachten dat er wel eens zeehonden konden zitten. Dat was ook zo, we struikelden er bijna over, zonnebadend en spelend in de golven, we zagen ze ineens overal. En niet alleen die schatjes, maar ook robben van een kilo of 300 (als het niet meer is). Je ziet ze pas als je er bijna op staat en dat is niet altijd een leuke ontmoeting, je schrikt je rot en weet niet hoe snel je weg moet komen.





Een van de mooiste en rustigste campings waar we gestaan hebben ligt aan Anaura Bay, even ten noorden van Gisborne.Het heeft als een van de weinigen een wit strand. Langs het strand staan grote en kleine huizen. De kleine huizen hebben meestal een groententuin en een paar koeien in de wei en zijn (semi)permanent bewoond door Maori, de grotere behoorden aan de blanke Settlers, wiens kinderen het nu voor de vakantie huren.Het land is teruggeven aan de Maori.Maar vissen doen ze allemaal! Deze haaitjes van een meter werden door vliegen en meeuwen belaagd, onduidelijk was of ze nog voor consumptie bedoeld waren.





Aan de andere (west) kant van het eiland stroomt de Mokau een rivier met een rijke historie als transsportmiddel voor hout en vee. Daar is niets meer van over. Nu is de rivier vooral bekend door de Whitebait, het lijkt op een glas aaltje en smaakt nergens naar. Het wordt gevangen vanaf/uit een opstalletje op de kant in een periode van slechts drie maanden. 250 vergunningen zijn er afgegeven, sommigen lopen al meer dan dertig jaar. Het zou een lekkernij moeten zijn volgens sommigen wij kunnen dat niet beamen.




Tot slot mijn eigen vangst.

Wij zaten twee weken in de bach van de familie op Te Maika ver weg van alle winkels. Een plek alleen te bereiken over het water. Na een week waren we door onze vlees voorraad heen en de koelkast op gas was ook niet alles. Bijna alle mannen op Te Maika vissen, vanaf de boot of met een net. In ons huisje lag ook een net met drijvers en ankers. Bij laag water heb ik het net uitgezet op een plek waarvan ik later las dat het niet mocht. Een plek die droog valt.De volgende morgen om zes uur was het weer laag water en konden we zien of we wat gevangen hadden. En dat hadden wij! Twee mullets van een centimeter of 40, de ogen al door de meeuwen verorbert.
Van een buurman leerde ik hoe de vis schoon te maken, het aanwezige rookkastje deed de rest. Ze waren heerlijk!



1 opmerking:

  1. Wat een onvergelijke dag: geheel onverwachts, om een bocht, opeens het krankzinnige beeld van dat strand, gevuld met al die rijen grote vissersboten met daarchter, ogenschijnlijk achtergelaten bulldozer-wrakken! We snapten er niets van. En dan wat verder, die haast onzichtbare, werkelijk talloze zeehonden met hun jonge, (deels pas geboren) kroost, met overal vervaarlijk blaffende robben, zeer alert om ze te verdedigden. Hartkloppingen!
    L.

    BeantwoordenVerwijderen