Pagina's

10 februari, 2009

GEKLEURDE TAFEL



Voor deze tafel heb ik ook hout moeten kopen omdat ik niet voldoende van de juiste dikte had. De rode voetplaat en de donkere staanders zijn gezaagd uit een dikke plank Meranti. De gedraaide delen zijn van aaneen gelijmde stukken hout bedoeld voor de haard. Het blad is gemaakt van meubelplaat. Onder de voetplaat zitten houten bollen om de toch wel zwaar aandoende tafel iets boven de vloer te verheffen.
Tussen de met bladgoud bedekte kegel en de halve paars-blauwe kegel zit een schijfje groen transparant fluoriserend perspex.
Het was mijn eerste in opdracht gemaakte, bruikbare tafel.


++
+


09 februari, 2009

GEVONDEN!


Op 25 januari schreef ik onder het kopje 'Dierbare Vormen' over de V van Victorie, omgevallen op een sokkel zonder hart. Ik had het model ook op ware grootte van piepschuim en gips gemaakt, maar dacht daar geen foto van te hebben. Vanmiddag kwam ik bij het doorlopen van oude fotomapjes één negatief tegen van het beeld in volle glorie! Een wat donkere prent maar het beeld tekent zich mooi scherp af. Ik herinner mij nu dat ik de 'sokkel' uit een lichte kleur steen had willen laten maken en de V van brons. Door gebrek aan financiën is de sokkel er nooit gekomen, maar de bronzen vorm wel. Die heeft een tijdje bij mij in de tuin gelegen tot dat de opdrachtgevers lieten weten dat zij hem wilden hebben. Hij staat nu een dorp verder op een sullige, veel te lage rechte sokkel in de tuin van gewezen vrienden.
Nu ik het beeld zo weer zie, heb ik er nog meer spijt van dat het er niet is gekomen.
Voor die mensen maakte ik ook mijn eerste bruikbare sculptuur-tafel waarvan de helft rechts op de foto te zien is, maar daarover morgen meer want ook daarvan vond ik negatieven.


___ __ _ .

05 februari, 2009

GROOT VERDRIET



Stel: je woont op twee hoog in een grote stad en je hebt een achterbalkon met een niet al te geweldig uitzicht, maar de top van een Zwarte els, die met z'n wortels in de begane grond staat, maakt alles goed omdat er in die top heel veel leven is en er dus voor jou - als bewoner van twee hoog - veel te beleven valt. Vogels, van klein tot groot, komen door die boom ook bij jou op het balkon eten en nestelen. De boom is zo belangrijk dat hij letterlijk een onderdeel van jouw werk en leven is.




Op een dag kom je thuis van boodschappen doen en ontdekt dat er tegen alle afspraken in rigoureus met de kettingzaag te keer is gegaan. Niet alleen de top is weg, van de boom rest slechts een stompje.

't Is 18.45 nu, ik hoor de uil, maar hij kan geen gebruik meer maken van de Zwarte Els en mij 't genoegen doen door even als een grote kat in de top te zitten. Het is in-droevig.
Bertolt Brecht zegt in "Der kaukasische Kreidekreis": De dingen zijn van wie er goed voor zijn", dus eigenlijk was het mijn boom.

De benedenburen in wier grond de Zwarte els wortelde (van een tuin is - met slechts tegels - geen sprake) hadden te kennen gegeven dat ze "die vervelend vervuilende boom" kwijt wilden. "Dat wordt mijn dood, ik teken bezwaar aan" zei de met de boom intens gelukkige man van twee hoog. Tot dan hadden zij als buren niet veel, maar wel een normaal contact. De jonge, hard werkende tweeverdieners met kinderen van de begane grond begrepen niets van de 'groen-beleving' van die eigenzinnige oude kunstenaar boven hun hoofd en vroegen, zonder hem in te lichten, een kapvergunning aan. Die vergunning kregen zij en de zagen deden hun werk.
Die prachtige Els is weg en dus ook alle vogels, incluis de uil die de stumperds van beneden waarschijnlijk nooit gehoord, laat staan gezien hebben.

Groen hoort bij de mens, ook in de stad. Het maakt het leven niet alleen aangenamer maar ook gezonder volgens Jolanda Maas, die op 20 februari promoveert aan de Universiteit Utrecht.

En dat is een waarheid als een koe die ik niet zal tegenspreken.


OOO OO O

04 februari, 2009

NOG MEER VERBAZING



Deze foto laat het begin van de opbouw zien met de houten mal die later in staal is uitgesneden.

Begin jaren negentig ging ik sculpturen maken die als tafel gebruikt konden worden in plaats van sculpturen in de vorm van een tafel maar die niet als zodanig gebruikt konden worden. Het was een vraag van vrienden die mij daartoe bracht en niet de trend van dat moment. Mijn allereerste schetsontwerp, dat ik maakte voor een park in Slotermeer, liet al een tafel zien waar wat mee aan de hand was. De tafel als basisvorm zou je de rode draad door mijn werk kunnen noemen. "Gebroken Vis' en "Vis op tafel" zijn daar latere voorbeelden van.


Gebroken vis 1989


Vis op tafel 1989



Deze 'salontafel' (ik noem hem zo omdat het jonge stel dat het tafeltje kocht die term bezigde) zal ik rond 1990 gemaakt hebben. Het was een eigenwijs ding, gemaakt van meerdere soorten hout en staal en onorthodox 'afgewerkt' met vele lagen bladgoud, lak en glitter. Het stalen deel is door een leerling van de bedrijfsschool van de toen nog Verolme werf in Heusden met een snijbrander uitgesneden. Ik heb het later passend gemaakt en 'gezwart'.
Eigenlijk behoort deze tafel ook tot het groepje werken die ik noemde onder het kopje 'de omkeer filosofie': het tafelblad is immers niet volledig bruikbaar. Het is een bruikbare sculptuur. De vertande houten ceintuur houdt de onderdelen visueel bijeen; constructief was hij niet nodig.
Ik denk dat ik dit tafeltje bij Verzameld Werk in Gent heb laten zien, maar zeker ben ik daar niet van. In ieder geval verkocht ik het vanuit het atelier aan zeer enthousiaste mensen en dat is altijd het leukste.


foto's Rene van Haeften

03 februari, 2009

NONNETJES



Soms komt er een vraag uit onverwachte hoek.
In 1997 vroeg een collega van Marion mij of ik voor een project waar zij mee bezig was 'sfeerverlichting' zou willen maken. Behalve Marion's 'Kabouterlamp', had ik mij nog nooit serieus met verlichting beziggehouden. Het project waar de vrouw aan werkte was een rusthuis voor uitgediende nonnen. De kamers waren gebouwd rond een overdekte binnenplaats die bedoeld was als gezamenlijke ruimte en om in een 'huiskamersfeer' gasten te ontvangen. Voor die ruimte wilde zij een vijftal verplaatsbare 'schemerlampen'.
Ik wilde beslist geen 'stang met een kappie' maar meer dan dat. Ik wilde ook gebruik maken van de kennis die ik met mijn krukjes had opgedaan. Voor een ander idee (is bij een idee gebleven) had ik een aantal platen 0,8 mm triplex in huis gehaald, daar ben ik mee gaan spelen, buigen en lijmen, net zo lang tot ik een vorm had die mij beviel.
Het profiel, de ruggegraat die triplex en papier op z'n plaats houdt was een logisch gevolg van het profiel dat ik voor het krukje maakte, alleen wat scherper. Op dat profiel, achter het triplex kon ik ook de 'electronica' kwijt. Voor de voet maakte ik een polyester mal waarin ik een stuk cv buis meegoot. Vraag mij niet hoe ik e.e.a. voor elkaar kreeg.
Toen ik het werkende prototype aan iemand liet zien kreeg ik te horen dat ik een 'nonnetje' had gemaakt! Ik was mij daar niet van bewust, heb het ook niet bewust gedaan, maar het heeft inderdaad wel iets van een voorzichtig voortschreidend nonnetje!
Ik heb geen goede foto's van de schemerlamp, alleen deze kiekjes die Lindsey maakte toen wij het 'espressomeubel' brachten.


Nadat ik de 'nonnetjes' het licht had laten zien, vroeg dezelfde collega van Marion mij of ik een meubel kon maken waarop zij de door hun geschonken professionele espresso machine kwijt konden. Mijn eerste idee daarvoor was een schoonheid door z'n eenvoud maar technisch niet uitvoerbaar. Het was zo simpel dat ik nu niet meer weet hoe het er uit zag en het modelletje is al weg. Het 'scharnierprobleem' kon ik niet oplossen, maar m'n opdrachtgeeftster vond het prachtig.
Ik heb toen m'n eerste idee losgelaten en ben een echt meubel gaan maken, maar wel een meubel dat staat als een beeld! Ik heb er geen modellen voor gemaakt maar ben gewoon gaan bouwen. De 'voorwaarden' heb ik zelf bedacht, er moest ruimte zijn voor verschillende smaken koffie, bekers, lepels, suiker, room het apperaat zelf, dienbladen en afval.

Het resultaat had niets te maken met mijn eerste idee, maar geïnspireerd door mijn vrije 'gefröbel' kwamen er met bladgoud belegde 'eikels' als bekroning van de staanders, zwevende kastjes en van latjes opgebouwde 'aflegplaats' voor dienbladen.
Mijn opdrachtgeefster maar ook de bewoners vonden het prachtig, ik weet niet wat zij er in zagen. Jammer is dat mij gevraagd werd de kast 'kardinaalsrood' te spuiten, om goed te passen bij de verplaatsbare boekenwand, ik had alerter moeten zijn, nu valt hij helemaal weg. Hoewel ik moet zeggen dat het in werkelijkheid wel meevalt.
We zijn nu tien jaar verder, ik heb geen idee of de lampen en de kast er nog staan, maar het was een leuke opdracht en ik hield er ook nog wat aan over.



Deze studio foto van Frans Lossie laat de kast in volle glorie zien.



OOO
OO
O


JA OOK DEZE DINGEN HEB IK met veel plezier GEMAAKT.

O


02 februari, 2009

The Yellow Treehouse



Er staan fantastische nieuwe foto's op de site van Pacific Enviroments Architects van The Yellow Treehouse!
Gaat dat zien!

VERTAALAUTOMATEN....





JE KUNT ER MEE LACHEN!





MAAR EEN MOOI BEELD IS HET WEL.
B O K J E - II




Op 9 januari rapporteerde ik over het Bokje, een kleine soort Snip. Het lukte ons toen niet er een foto van te maken. Vandaag had ik meer mazzel, hoewel hij wegvloog toen ik nog één stapje dichterbij wilde komen. (Bovenste foto.)



In de tuin ontdekten wij de eerste Winteraconiet, voor ons gevoel wel erg vroeg.

01 februari, 2009

VAN BALK TOT KRUKJE





HET PROCES NY ES



Deze grijze balken zijn het restant, ongeveer een kwart van de partij essenhout die ik in 1993 kocht. De balken waren en zijn zeer wisselend van maat en kwaliteit; voordat daar de benodigde onderdelen voor een kruk uit zijn gehaald en het monteren kan beginnen is er al heel wat zwaar werk verzet. Het hout moet eerst 'gevlakt' worden op de vlakbank voordat je er maar iets mee kunt doen. Voor de latjes van 6mm dik en 45mm breed gaat de balk vervolgens een aantal keren door de vandiktebank, tot die 45mm bereikt is. Dan worden op de zo goed als mogelijk haaks afgestelde cirkelzaagmachine latten gezaagd van 7mm dikte. De zaag is 3mm dik, je verzaagt dus bijna net zoveel materiaal als dat er overblijft! Daarna gaan de ± 3m lange latten 2 maal door de vandiktebank (beide kanten), waarna er spiegelgladde, 6mm dikke latjes overblijven. In één kruk gaat 8.80m (!) aan latjes, die onder een hoek van 15˚op lengte gezaagd worden. Om zo min mogelijk nabehandelingen te hoeven verrichten, is het noodzaakelijk dat cirkelzaag en schaafbeitels vlijmscherp zijn. Je weet van te voren nooit hoeveel exemplaren er verkocht zullen worden, maar per kruk materiaal zagen is niet slim. Dus maakte ik in het begin hout klaar voor vijf krukjes, later voor het dubbele. Toen ik er vijftig had gemaakt (incl. 4 van kersenhout) vond ik het welletjes. De andere drie onderdelen, de vier profielbalkjes, het verbindingsbalkje en de driehoeken voor de zitting vroegen net zo veel zaag- en schaafbehandelingen als de latjes.



De gein, maar ook het moeilijke van het 'Stamper' krukje, zo noemde ik hem eerst volgens mijn aantekeningen, was dat ik hem 'op spanning' maakte. De gebogen vorm van de poten staat op spanning, ze zijn niet voorgebogen. Om dat te kunnen doen moest ik zorgen dat de einden van de latjes a.h.w. opgesloten zaten, vandaar de hoek van 15˚. Het voorbeeld hieronder ligt los in elkaar!
Ik begon met één latje dat ik volkomen haaks op het profiel lijmde. Als die vastzat, lijmde ik de andere vier met behulp van een afstandsmal op het eerste, maar ook op het tweede profielbalkje. Dan op één profiel de andere vijf latjes. Daarna kwam het moeilijkste moment: het naar elkaar toebuigen en meteen vastlijmen van de laatste vijf losse uiteinden. Dat kon alleen door gelijktijdig druk uit te oefenen in de richting van de pijlen op de foto. Daarvoor had ik een constructie gemaakt van lijmtangen en balken die perfect werkte. Het was een zenuwenwerkje omdat ik gebruik maakte van snelle constructielijm. Alles moest in één keer snel en goed, want 'even weer losmaken' was er niet bij! Helaas maakte ik toen nog geen foto's, anders kon ik laten zien hoe dat in z'n werk ging.

De vijf driehoeken voor de zitting waren een probleem op zichzelf. Met zagen alleen was ik beslist niet klaar, er was er geen één gelijk aan de vorige. Alleen door ze als 'bundel' over de vlakbank te halen, kwam ik in de richting die ik wilde. Vervolgens lijmde en schroefde ik er het 'verbindingsbalkje' op, waartegen uiteindelijk de twee 'poten' alleen met lijm vastgezet werden. Dan volgde het laatste spannende moment, het krukje omkeren en op z'n poten neerzetten en hopen dat het niet 'wiebelde'!





Er wordt mij wel eens gevraagd of ik ze nog heb of maak; mijn antwoord is dan steevast 'nee'. Ik heb in het verleden pogingen ondernomen om het werk uit te besteden, maar niemand kon of wilde de kruk maken zoals ik het deed, met alle details en letterlijke spanning die ik er in kon stoppen. Het zou een totaal ander meubelstuk geworden zijn. Ik heb bewust de mallen gesloopt om niet in de verleiding te komen er toch weer een stel te maken. Ik denk dat ik het nu na al die jaren - net als bij de vaas - niet eens meer zou kunnen.



::::



31 januari, 2009

NEW YORK ES 1993




Bij veel ontwerpers ontstaan nieuwe ideeën op onverwachte momenten, tijdens het eten, zwemmen, autorijden of vrijen om maar iets te noemen. Daarna gaan de meesten het idee aan de tekentafel uitwerken, maken prototypes of laten die maken en dan vaak pas na jaren komt het tot productie. Zo'n ontwerper ben ik niet, sterker nog ik ben helemaal geen ontwerper, maar een beeldenmaker die zo nu en dan van koers raakt. Soms ontstaan 'nieuwigheden' bij toeval zoals dit krukje uit 1993. Ik was helemaal niet van plan een krukje te maken. Ik had wat eikenhout gekregen waarvan ik wat dunne latjes zaagde om te kijken hoever ik die (koud) kon buigen. Om de kromming vast te houden had ik een profiel gezaagd en voor ik het wist ontstond er een houten 'kussen' dat ik later gebruikte voor de 'Berlijnse kruk' Maar dat eerste kussen was scheluw, verdraaid, waar je niets meer van zag toen ik het doormidden zaagde! Die twee delen hield ik tegen elkaar en toen zag ik een 'poot', een poot van wat een krukje kon worden! De vorm van de zitting volgde vrij snel, veel keus had ik voor mijn gevoel niet. Om het krukje te kunnen maken had ik een zestal hulpmiddelen/mallen gemaakt die vroegen om vaker gebruikt te worden, productie maken dus. Met het prototype ben ik naar een houthandel/zagerij gegaan en vroeg ik welke houtsoort ik het best zou kunnen gebruiken. Dat werd dus essenhout waar ze 'toevallig' een partij van hadden liggen die ik voor een zacht prijsje mocht meenemen. Van dat balkhout heb ik uiteindelijk 50 van die krukjes gemaakt en nog een aantal varianten, waaronder de Gentse- en Berlijnse kruk en nog steeds heb ik hout over. De eerste exemplaren verkocht ik aan vrienden, maar Marion vond dat ik er meer mee moest doen. Ze heeft toen iets gedaan wat ze nog nooit had gedaan: mijn werk promoten, zij introduceerde mij bij The Frozen Fountain, waarvan ze de eigenaren net had leren kennen.Ik mocht er een krukje achterlaten. Nog geen week later werd ik gebeld; 'of ik de krukjes ook in het zwart kon leveren'. Dat kon ik best, zo hielden zij mij voor. Een week later bracht ik drie of vier zwarte gemaakte krukjes naar Amsterdam, die besteld bleken te zijn door een New Yorkse Galeriehouder. Daarom heet het krukje New York es. Mijn krukje bleek op meerdere fronten een succes, publicaties en uitnodigingen voor tentoonstellingen dwarrelden gestaag binnen, dat had ik nog nooit meegemaakt. Het moment om er echt iets mee te doen, dacht ik. Naïef als ik was, stuurde ik de voorman van 'Droog design' - die ik al jaren kende - een verzoek om opgenomen te worden ik de DROOG collectie. Een manier om eindelijk iets te gaan betekenen. Maar mijn krukje was niet 'droog' genoeg en achteraf gezien denk ik dat hij gelijk had. Ik denk ook dat hij dacht dat ik zijn hulp niet nodig had, maar hij had beter kunnen weten.
Gelukkig heb ik mijzelf en een aantal mensen een plezier kunnen doen en dat is toch waar het om draait.





En DROOG DESIGN, met alle respect is ook maar een tijdsbeeld.



De Gentse kruk en rechts de Berlijnse "pianokruk'.