R E K E N E N
Als woord liggen 'rekenen' en 'tekenen' heel dicht bij elkaar, maar de betekenis van beide woorden ligt juist ver uit elkaar. Je zou kunnen zeggen dat rekenen streng aan regels gebonden is en tekenen een grote mate van vrijheid kent.
Als jonge Montessoriaan kon ik redelijk tekenen, maar rekenen was voor mij een straf. De meest simpele sommen begreep ik doodeenvoudig niet of wilde ik niet begrijpen. Van algebra begreep ik niets, meetkunde vond ik interessant, maar tot een goede oplossing van een probleem kwam ik zelden.
Mijn vader was voor mij een geduldige leermeester. Als ik iets niet begreep moest ik bij hem komen zitten en probeerde hij mij uit te leggen hoe je een berekening diende te maken. Hij was er achter gekomen dat ik het wel wist, maar een gigantische, onlogische omweg maakte om er te komen. En hoe langer de weg, hoe meer kansen om een fout te maken. En met fouten krijg je geen goed verslag of cijfer!
Welke omwegen ik nou precies maakte weet ik niet meer, maar het ging ongeveer zo:
Een simpele vraag: hoeveel is 5+10? Voor mij waren die twee niet te koppelen want de één is even en de andere oneven (!?). Maar als ik er nou een zes en een negen van maakte had ik alleen maar te maken met drieën, twee maal drie en drie maal drie en daar kon ik wat mee. Dat dat net zo goed even en oneven is had ik tot gisterenavond niet in de gaten. Ik vroeg mij bijvoorbeeld af wat die X nou in een rekensom te zoeken had, ik was toch bezig met cijfers! In een gesprek bij vrienden vertelde ik over deze problematiek en werd er meteen geopperd dat het een vorm van dyslexie zou kunnen zijn. Ik denk dat al jaren, maar krijg zelden bijval.
Als mijn vader van dyslexie had geweten, was hij ongetwijfeld anders met mijn probleem omgegaan.
Als jonge Montessoriaan kon ik redelijk tekenen, maar rekenen was voor mij een straf. De meest simpele sommen begreep ik doodeenvoudig niet of wilde ik niet begrijpen. Van algebra begreep ik niets, meetkunde vond ik interessant, maar tot een goede oplossing van een probleem kwam ik zelden.
Mijn vader was voor mij een geduldige leermeester. Als ik iets niet begreep moest ik bij hem komen zitten en probeerde hij mij uit te leggen hoe je een berekening diende te maken. Hij was er achter gekomen dat ik het wel wist, maar een gigantische, onlogische omweg maakte om er te komen. En hoe langer de weg, hoe meer kansen om een fout te maken. En met fouten krijg je geen goed verslag of cijfer!
Welke omwegen ik nou precies maakte weet ik niet meer, maar het ging ongeveer zo:
Een simpele vraag: hoeveel is 5+10? Voor mij waren die twee niet te koppelen want de één is even en de andere oneven (!?). Maar als ik er nou een zes en een negen van maakte had ik alleen maar te maken met drieën, twee maal drie en drie maal drie en daar kon ik wat mee. Dat dat net zo goed even en oneven is had ik tot gisterenavond niet in de gaten. Ik vroeg mij bijvoorbeeld af wat die X nou in een rekensom te zoeken had, ik was toch bezig met cijfers! In een gesprek bij vrienden vertelde ik over deze problematiek en werd er meteen geopperd dat het een vorm van dyslexie zou kunnen zijn. Ik denk dat al jaren, maar krijg zelden bijval.
Als mijn vader van dyslexie had geweten, was hij ongetwijfeld anders met mijn probleem omgegaan.