T A A L H O B B E L
Ik heb grote bewondering voor mensen die zich -ogenschijnlijk- met gemak in een vreemde taal uitspreken, maar ook voor hen die zonder die kennis hun mond opendoen en krijgen wat ze willen. Ooit ging ik met mijn jongste broer naar Parijs. Op een terras wilden we een biertje met een hapje. Met veel moeite lukte het mij een acceptabele zin in het Frans te componeren en bestelde wat ik wilde. Mijn broer deed niet eens moeite om Frans te spreken, hij vroeg het gewoon in het Nederlands en kreeg ook precies wat hij wilde.
Een paar jaar terug hoorde ik 'het' verhaal over een plaatselijke plantenboer. Hij zou geen woord 'over de grens' spreken en schrijven was ook niet zijn sterkste kant. Maar als hij iets wilde, dan kreeg hij het. Zo stapte hij volgens het verhaal op het vliegtuig met alleen een klein notitieblokje en een potlood (rekenen kon hij wel) en bestelde bij een Nepalese kweker de planten die hij wilde hebben.
Voor mij is een vreemde taal een hobbel, een reden om mijn kaken stijf op elkaar te houden. Die hobbel heeft alles met angst te maken, de angst het niet goed te doen. Ik mis de nonchalance en zeker de brutaliteit om het 'er uit te kwakken'. Ik denk veel te veel na over 'hoe het moet'. Ik durf geen fouten te maken. Het resultaat is dat ik dankzij de supermarkten wekenlang rond kan reizen zonder mijn mond open te doen.
Marion kon zich verstaanbaar maken in het Duits, Frans en Engels, ik had daar grote bewondering voor, maar betrapte haar soms ook op een beperkte woordenschat. (Vooral in het Duits, de taal van haar moeder). In gesprekken kon ik haar woorden toespelen, maar zelf iets zeggen deed ik niet.
Mijn huidige maatje is Engelstalig, geboren in England, opgegroeid in Nieuw Zeeland, ooit getrouwd met een Duitser en heeft met hem gewoond in Turkije, Duitsland en Ierland. Haar Nederlands is beter dan het mijne, ze corrigeert mijn teksten. Als ze bij de Turkse winkel vlees koopt kan ze ook nog met de slager in het Turks overleggen. Over het Engels zullen we het maar niet hebben, dat zal uitstekend zijn, hoewel de nieuwste 'snufjes' haar ook wel eens ontgaan.
Maar taal is vooral wat de mensen er van maken, hoe ze het gebruiken. Taal bindt maar schept ook afstand. Rode boekjes, Groene boekjes, ze doen maar, taal wordt niet bedacht door 'deskundigen' maar ontstaat, bijvoorbeeld op straat.
Dit gele boekje staat er vol mee en is zo leuk dat zelfs ik er in rond snuffel, maar onthouden en gebruiken is een andere zaak.
Een taalknobbel heb je er niet voor nodig.
Een paar jaar terug hoorde ik 'het' verhaal over een plaatselijke plantenboer. Hij zou geen woord 'over de grens' spreken en schrijven was ook niet zijn sterkste kant. Maar als hij iets wilde, dan kreeg hij het. Zo stapte hij volgens het verhaal op het vliegtuig met alleen een klein notitieblokje en een potlood (rekenen kon hij wel) en bestelde bij een Nepalese kweker de planten die hij wilde hebben.
Voor mij is een vreemde taal een hobbel, een reden om mijn kaken stijf op elkaar te houden. Die hobbel heeft alles met angst te maken, de angst het niet goed te doen. Ik mis de nonchalance en zeker de brutaliteit om het 'er uit te kwakken'. Ik denk veel te veel na over 'hoe het moet'. Ik durf geen fouten te maken. Het resultaat is dat ik dankzij de supermarkten wekenlang rond kan reizen zonder mijn mond open te doen.
Marion kon zich verstaanbaar maken in het Duits, Frans en Engels, ik had daar grote bewondering voor, maar betrapte haar soms ook op een beperkte woordenschat. (Vooral in het Duits, de taal van haar moeder). In gesprekken kon ik haar woorden toespelen, maar zelf iets zeggen deed ik niet.
Mijn huidige maatje is Engelstalig, geboren in England, opgegroeid in Nieuw Zeeland, ooit getrouwd met een Duitser en heeft met hem gewoond in Turkije, Duitsland en Ierland. Haar Nederlands is beter dan het mijne, ze corrigeert mijn teksten. Als ze bij de Turkse winkel vlees koopt kan ze ook nog met de slager in het Turks overleggen. Over het Engels zullen we het maar niet hebben, dat zal uitstekend zijn, hoewel de nieuwste 'snufjes' haar ook wel eens ontgaan.
Maar taal is vooral wat de mensen er van maken, hoe ze het gebruiken. Taal bindt maar schept ook afstand. Rode boekjes, Groene boekjes, ze doen maar, taal wordt niet bedacht door 'deskundigen' maar ontstaat, bijvoorbeeld op straat.
Dit gele boekje staat er vol mee en is zo leuk dat zelfs ik er in rond snuffel, maar onthouden en gebruiken is een andere zaak.
Een taalknobbel heb je er niet voor nodig.
Heel jammer dat je zo verlegen en onzeker bent, want eigenlijk kun je het best. Wanneer je je met mensen op je gemak voelt, of een paar pilsjes op hebt waardoor je je remmingen laat vieren, gaat engels en duits 'gesmeerd'. In ieder geval wordt je begrepen, en dat is het belangrijkste, toch?
BeantwoordenVerwijderenelkaar begrijpen wordt enkel maar moeilijk als mensen elkaar niet willen begrijpen of gelijk zeggen dat ze de taal niet spreken en er ook geen moeite voor doen.
BeantwoordenVerwijderenWacht effe... iederéén is minstens twee talig! a, je moederstaal en b je body-language!!
BeantwoordenVerwijderenOp school vertelden ze mij -Niels ga alsjeblieft de techniek in al je talen zijn absoluut hopeloos!!-
"Liefde doet wonderen!!"
B.P., ik voel helemaal met je mee zoals jij met een vreemde taal omgaat. Ik ken nog zo iemand ! Eerst een zin helemaal in je hoofd in elkaar zetten en dan zien hoe een ander het er zo uitflapt.
BeantwoordenVerwijderenEn.... over het Nederlands van L. blijf ik mij verbazen, zoals zij de juiste woorden weet te vinden. Ongelooflijk.
th.