HET MAKEN MOE
Het maken van dingen is altijd mijn grote passie geweest en dan bedoel ik niet het herstellen van iets wat reeds gemaakt was, maar het van de grond af opbouwen van iets totaal nieuws. Het werken met mijn handen en het gereedschap dat ik tot mijn beschikking had was mijn leven. Wat er uit mijn handen kwam kon mij eigenlijk niet zoveel schelen: een beeld, meubel, kippenhok of nestkastje, het was mij om het even. Ik heb honderden 'drollen' gedraaid, zoals mijn oude leermeester het betitelde.
Een paar daarvan heb ik weten te slijten.
Maar ik ben het maken moe, mijn atelier waar ik ooit zo blij mee was is al jaren een werkplaats, waar alles behalve kunst gemaakt wordt. Het is nu zelfs meer een reparatie- en opslagruimte aan het worden voor tuinmachines en andere zaken.
Ik heb enorm veel respect voor collega's, beroemd of niet, die tot op hoge leeftijd door produceren. Dat zijn bijna zonder uitzondering mensen die in staat zijn hun werk ook te verkopen. De één omdat hij of zij al vroeg in zijn of haar carrière de juiste mensen tegenkwam en de ander omdat het promoten en verkopen van eigen werk geleerd of aangeboren is.
Bij mij is het anders gelopen. Ik heb veel gemaakt, volgens sommigen best mooie dingen, maar van mijn werk leven is mij nooit gelukt.
Niet dat ik nog veel in huis heb, want weggeven lukt altijd wel. Nieuwe zaken maak ik dan ook niet meer, behalve op bestelling, want ik wil mijn erfgenaam niet opzadelen met nog meer onverkoopbare handel.
Toch knabbelt en kriebelt het. Elke morgen open ik uit gewoonte de deuren van mijn atelier, maar de eerste handeling daarna, het licht aandoen laat ik al enkele jaren achterwege omdat ik meestal daarna de tuin in verdwijn en het licht in de werkplaats verspilde energie zou zijn. Het zou een ruimte verlichten waar niemand aan het werk zou zijn. Dat is zoiets als de ontslagen ambtenaar die elke morgen met zijn aktetas waarin het ochtendblad en de lunch, de deur uitgaat en na kantoortijd weer huiswaarts keert.
Ik ben het maken moe omdat ik niet in staat ben gebleken mijn producten aan de man te brengen. Ik vind het jammer dat nooit geleerd te hebben. Het is een gemis in mijn opleiding. Ik kan het niemand kwalijk nemen behalve mijzelf.
Ik heb het geluk (?) gehad een jaar of tien van de contraprestatie (Beeldende Kunstenaars Regeling) gebruik te mogen maken en daarnaast al jong in het kunstonderwijs terecht gekomen te zijn. (Allebei overigens te danken aan alweer mijn oud docent.) Ik heb vaak gedacht: 'was het maar anders gelopen'. Dan had ik moeten knokken voor een inkomen en was ik misschien een trede hoger uitgekomen, of misschien wel iets heel anders gaan doen.
Maar voorop staat natuurlijk het vertrouwen en geloven in je zelf. Ik heb collega's/vrienden die vinden dat zij de beste zijn, in een enkel geval is dat ook zo, maar meestal niet. Het geloof in zichzelf en de overtuiging van de kwaliteit van het eigen werk houdt deze mensen meer dan alleen maar op de been.
Ik kan dat niet, maar wil het ook niet.
Ik weet niet hoe oprecht ik ben, ik weet wel dat ik een slecht acteur ben.
Ik ben het maken moe, het leven nog lang niet.