Op vrijdag 22 november 2013 werd mijn beeld met als titel 'Monument voor een verzonken stad' verplaatst van het Frederik Hendrikplantsoen naar het Erasmuspark. Beide locaties vallen binnen het Stadsdeel Amsterdam West.
Het totale gewicht is ongeveer twintig ton.
De klus zou rond half acht in de morgen beginnen, ik was er een uurtje later.
Toen ik aankwam was de fundatie rondom vrij gegraven en was Hans (de lasser) bezig de roestvorming onder het maaiveld weg te bikken alvorens hij met de snijbrander aan de gang kon. Het grondwaterpeil is in het plantsoen zo hoog dat het door de aannemer weggepompt moest worden om een werkzame plek te creëren.
Ondertussen waren er twee 'bakwagens' met zware kranen aangekomen, waarvan er één het staal met een stel 'singels' in bedwang hield zodat het niet plotsklapt zou kunnen verschuiven.
Rond half tien was het staal los en kon de kraan er mee aan de haal.
Wat overbleef was iets wat ik nog nooit had gezien: een 'naakt' veld van vijfendertig kwetsbare betonkoppen. Het beschermende staal was verdwenen! (De ondertitel van dit werk is: "Dwazen denken te beschermen", niet zo slecht als je dit ziet.) Zonder het staal is het beton (zijn wij) weerloos, maar leg dat maar eens uit aan mensen.
Nadat de mensen van de aannemer het gat waar de fundatie van het beeld vandaan gehaald was met de daaruit gekomen grond weer gevuld hadden,legden ze daar de 'dragline schotten' overheen. De bestelde dieplader kon zich zo onder het beton manoeuvreren, waarna de twee kranen hun last konden laten zakken.
Een aantal keren kreeg ik de vraag "U bent de kunstenaar?" gesteld. Inhoudelijk gingen de meesten niet op het werk in, behalve de chauffeur van de dieplader (met sigaret) die bijna tot op het laatst bleef, terwijl zijn werk erop zat. Hij had de titel gezien en begreep de bedoeling meteen, zo vertelde hij mij. Of hij het mooi vindt weet ik niet, maar zijn belangstelling was voor mij wel leuk.
Een leuk detail was dat de chauffeur 'ergens uit een geheim kastje' een stapeltje tapijt haalde en die onder zijn last legde, zodat het niet zou gaan schuiven.
Ondertussen namen de mannen van de aannemer het paaltje met informatie in de 'strop' en zetten dat op een verloren plekje op de dieplader.
Toen alles op die dieplader stond ben ik naar het Erasmuspark gereden. Het werk in het plantsoen was gedaan, het 'aanhelen' is voor de gemeente.
Bij het park aangekomen, bleek de aannemer bijna klaar te zijn met het graven van het gat op de plaats die ik dinsdag met piketpaaltjes had gemarkeerd.
De toegang tot het park loopt via een smalle brug aan de kant van de Jan van Galenstraat. Erg veel ruimte bleef er niet over tussen de wagen en de paaltjes op de brug. Ook de telekraan kon er maar net tussendoor. Maar beide chauffeurs deden het in één keer!
Nadat de kraanwagen in positie was gemanoeuvreerd en de chauffeur de poten had uitgeschoven, pikte hij het stalen deel van de wagen en tilde het over de bomen heen om tijdelijk op de rijplaten te parkeren.
De vlucht door de lucht leverde prachtige plaatjes op.
Ondertussen was Hans in de weer met een slijptol om de slordige snijranden te fatsoeneren, teneinde het laswerk straks mogelijk te maken.
Het gat was keurig op diepte gegraven, maar de heren waren vergeten ruimte te maken voor de twee hijsbalken opdat die er na plaatsing weer onderuit konden. Dus maar snel met de hand twee geulen gegraven. Aan de kant waar de gele helm ligt was dat geen probleem, maar aan de andere kant bleek behoorlijk wat puin in de grond te zitten.
Maar uiteindelijk kon de kraan de achttien ton beton in het gat laten zakken en bleek e.e.a. redelijk recht te staan.
Het is fascinerend om te zien hoe nauwkeurig de machinist van de kraan te werk kan gaan; tussen het staal en de hoeken van de betonblokken is nog geen centimeter ruimte! Hij zette het staal op z'n plek zonder ook maar één keertje het beton te raken. Slechts aan één kant moest er op het staal geslagen worden om het te laten stroken. Daarna kon Hans weer aan de slag om de lasnaden te dichten, daar is hij een kleine twee uur mee bezig geweest.
Terwijl de lasser bezig was, sleep zijn hulp met de slijptol de tijdelijke schoren los en groeven de mannen van de aannemer een gat voor het informatiepaaltje. Als laatste werden de restanten van het lassen volledig vlak geslepen en zag je echt niet meer dat er ooit wat had gezeten.
Rond half vijf was de klus geklaard en kon het hek dicht. Rest nog het aanhelen van de grond en een schoonmaakbeurt door de 'Kunstwacht', de organisatie die de verhuizing regelde.
Van alle mensen van de gemeente die tijdens het traject van de vorderingen op de hoogte zijn gehouden heb ik niemand gezien.