Pagina's

29 juli, 2010









Fantastische bouwsels





Soms schiet mijn insectenbijbel te kort en kan ik niet vinden wat ik zoek. Al bij thuiskomst van vakantie in Mei ontdekte ik een wonderlijke aanbouw aan ons huis.
Precies in het midden van de overstekende rietkap van de nieuwbouw ontwaarde ik een 'kop en schotel', maar dan op z'n kop. Helaas heb ik geen ladder die zo lang is dat ik een betere opname kan maken. Maar goed te zien is dat er eerst een 'schoteltje' aan het riet is vastgeplakt en daaraan een bol met ingang. Enige activiteit bij die ingang hebben we nooit waargenomen. Het moet het nest van een insect zijn, maar welk?

Het andere bouwsel tref ik vaker aan, maar nooit in een groep als dit. Het zat verscholen onder een oude emmer in het kleine kasje. In het stukje dat per ongeluk afbrak zijn duidelijk de larven te zien. Helaas kan ik dit metselwerk ook nergens terug vinden.
Heeft iemand een idee?




17 juli, 2010



BP KNIJPT GAT DICHT




Vroeger, heel vroeger was ik trots op mijn initialen. Ik dacht dat ik - in het geheim - iets te maken had met die grote oliemaatschappij. Ik wist zelfs te vertellen dat BP voorheen een Hollandse onderneming was. Ik vond het jammer maar was ook trots, toen bleek dat het een Britse olieboorder was. Als kind hoorde ik over de B.P.M., de Bataafse Petroleum Maatschappij en was er als vanzelfsprekend vanuit gegaan dat B.P.M. het huidige BP. was geworden. Maar helemaal gek was ik niet, nu ben ik erachter dat de Bataafse is opgegaan in de SHELL, als dochter heet dat dan, opgeslokt door...
Als BOEM-DOEM generatie zijn we opgegroeid met de eventuele gevaren van kernenergie: begin er niet aan voordat je weet wat met het afval te doen. Met de winning van olie en later gas zijn we de consument geworden van nu; we kunnen er niet genoeg van krijgen. De oliemaatschappijen investeren miljarden om het zwarte goud - letterlijk - boven water te krijgen. Met de veiligheid nemen ze het niet zo nauw (volgens insiders), het gaat immers al jaren goed. Soms gaat het fout, een enkele keer goed fout! Een rampenplan voor een 'ongelukje' als het huidige bleek niet klaar te liggen en Red Adair, de legendarische oliebrandbestrijder is in 2004 gestorven. Zelden was er een 'wereldomvattend' probleem zoals nu in de Golf van Mexico. De overlast bleef beperkt tot een lokale lekkage (je zult er maar wonen), diefstal met brand als gevolg (het zal je inkomen maar zijn) en toendra's die voorgoed vervuild zijn. De miljoenen tonnen olie die uit gestrande tankers stroomden, de zee en kust vervuilend, vallen in het niet bij de huidige BP ramp.
BP denkt nu het gat dicht geknepen te hebben, maar helemaal zeker zijn ze nog niet. Het financiële gat proberen ze te dichten door onderdelen van het bedrijf te verkopen en geen dividend uit te keren aan de aandeelhouders.
Over de vermeende rol van BP in de vrijlating van de Libische Lockerbie-dader zal ik maar zwijgen.

Nee, trots ben ik zeker niet meer op BP, dan maar liever Beer!

14 juli, 2010





T R A N E N






Een paar dagen na mijn operatie kwam mijn ega met de goed bedoelde mededeling dat ze bezig was mensen te zoeken die mij het maai- en ander werk rond ons huis uit handen konden nemen. Ik schoot meteen vol, barstte in tranen uit en dat niet alleen tot mijn eigen verbazing. Ik kon alleen maar mompelen: "Wil je het daar alsjeblieft nu niet over hebben."
Een paar weken later kon ik - met moeite - uitleggen waarom ik zo emotioneel reageerde. Ik zou ontzettend blij moeten zijn dat een ander mij werk uit handen zou nemen, maar ik voelde het niet zo. Ik voelde het als een nederlaag. Als je gewend bent (bijna) altijd alles alleen te doen, daar zo je eigen methodes voor ontwikkelt en in de loop der jaren selectief bent gaan maaien, is het niet makkelijk dat zo maar uit handen te geven. Je beseft ineens dat je niet tot de krasse knarren, de vitale tachtigers zult gaan behoren, maar dat je het spel in een ander tempo en in een team zult moeten gaan spelen. En weer kwamen de tranen. Ik had een paar stukken dijk, waar ik redelijk eenvoudig van bovenaf en van onderuit bij kon, al eerder gemaaid en dacht: 'die strook in het midden komt later wel'. Maar het gras en onkruid bleven groeien en ik voelde dat ik het nog niet aankon. Toevallig stond er die dag een advertentie in een streekblaadje van een nieuw loonbedrijf. Ik heb Paul meteen gebeld en zaterdagmorgen stond hij voor de deur. Er zijn wat takken van de notenbomen gesneuveld en planten waar ik altijd omheen kon gaan heb ik hem 'laten meenemen', omdat het anders met zo'n grote machine niet te doen was.
Het is wennen om te zien hoe een ander jouw werk doet, maar ik heb er vrede mee en zeker geen spijt van.


De dijk ziet er nu weer goed uit, over een maand mag hij nog een keer komen. M'n tranen bewaar ik voor het volgende project.


05 juli, 2010


DINKY TOYS (reactie L. op Niels' blog 'Hij doet het weer!')




Niels zijn stuk over de knappe restauratie van het Dinky Auto Service vehicle (18 juni jl.) heeft iets in mij wakker gemaakt, met gevolg deze - wat verlate - reactie. De reconstructie ziet er nu keurig uit, zeker vergeleken met het wat raadselachtige bouwpakket van 31 maart. Onduidelijk is, of deze klus voor hemzelf was of uitgevoerd voor een ander, en of de autootjes die er vervoerd worden ook van Dinky zijn of van het merk Lesney, die doorgaans een stuk kleiner zijn.
Dertig jaar geleden kreeg ik na de geboorte van mijn dochter in Amsterdam een emmertje knikkers en een doos oude speelgoedauto's als geschenk voor de kleine, voor later. Mijn buurvrouw had namelijk jarenlang bij een kinderopvang gewerkt en ging nu met pensioen. Hoezo deze dingen meegingen weet ik niet, wellicht had ze ze zelf voor de kinderen aangeschaft. Een doos vol behoorlijk afgeragde Dinky, Corgi en Lesney auto's waar zichtbaar jarenlang intensief en met veel plezier door generaties kinderen mee gespeeld was. Bijzonder geschenk! Nog steeds staan ze bij mij, veilig opgeborgen in de vitrinekast, tot de eigenaar er de ruimte voor heeft.
Van Matchbox is er o.a. een stoere cementmixer en een wals, van Lesney een
bulldozer maar ook een oldtimer, Jaguar en chique sportauto (inclusief bestuurder), en dan deze zeven Dinky auto's. De merken staan eronder vermeld: zo is de groene 'logging truck' een FODEN, de kiepauto zonder laadbak een DODGE, de 'Dinky Service' takelwagentje een COMMER (bekende naam uit mijn jeugd), een AUSTIN TAXI en een JAGUAR. Het leukste is dat de raceauto "Speed of the Wind' heet. Vreemd genoeg heeft de rode auto, kennelijk een London taxi, geen naam maar alleen een nummer.
Nog steeds koester ik deze geschiedenis en heb geen behoefte ze op te laten knappen. Af en toe vul ik de collectie aan met een toevallig gevonden wrak (platgereden autootje) of door een goedkope oude barrel op een rommelmarkt op de kop te tikken.

01 juli, 2010




S L A N G E T J E S




Gevangen in slangetjes, zo voelde ik mij een aantal dagen na de operatie.

Ik hoop niet dat ik mensen shockeer met deze foto's, maar alleen vertellen voldoet niet.
De eerste foto maakte L. de dag na de operatie. Eén slangetje is dan gelukkig al weggehaald, het dunne zuurstof slangetje dat in mijn linker neusgat zat. Dat kreng zat tot in m'n keel en veroorzaakte heel wat ongemak en pijn. Een andere beademingsbuis (endotracheale tube) is al direct na de ingreep verwijderd, van dat ding heb ik nog steeds keelpijn al kan ik gelukkig zeggen dat het met de dag minder wordt. Mijn stem is ook nog steeds niet de oude.
Op de bovenste foto is niet te zien dat er ook nog een viertal kleine incisies in mijn linker flank zijn gemaakt (foto van na thuiskomst). Door die kleine openingen is mijn linker nier losgemaakt heb ik begrepen en er door de grote snee in mijn lies uitgehaald. De blauwe plekken zijn inmiddels ook weggetrokken.

Het is wonderlijk mee te maken hoe snel een lichaam zich herstelt: ik kan alweer veel aan, te veel soms en dat voel ik dan onmiddellijk. Even lekker zitten of een dutje doet dan wonderen.
Ik hoop dat met deze ingreep de rotzooi uit m'n lijf is; die nier mis ik gek genoeg niet.

06 juni, 2010


KUNSTENAAR EET EIGEN ORGAAN




Ik ben een echte carnivoor, wat echter niet wil zeggen dat ik zonder vlees niet kan leven. Er gaan soms dagen voorbij zonder één stukje vlees op m'n bord en vaak heb ik dat niet eens in de gaten. Er is weinig dat mij tegen staat, van orgaanvlees kan ik net zo genieten als van een kogelbiefstukje of een goed gemaakte bloedworst. Ik at ooit geitenogen (nee geen ballen, hartjes, long, en eet vaker hersenen, niertjes, lever, zwezerik en tong. Helaas koos ik in de jaren zeventig in een Frans hotel/restaurant voor 'tripes', gewoon omdat ik nieuwsgierig was. Het is één van de weinige maaltijden die ik heb laten staan en dat niet eens omdat het niet smaakte, maar de geur die eraf kwam ontnam mij elke moed een hap te nemen. Jarenlang heb ik alleen maar pens gekocht voor de hond die wij hadden, grote verse lappen pens die best lekker roken. Geen enkele herinnering aan die ene maaltijd in Frankrijk. Vorig jaar kwamen we bij een super in Frankrijk potten ingemaakte tripes tegen, die we - althans wat mij betreft - na enige overwinning kochten. Het was heerlijk! Sindsdien geloof ik weer in pens. Op ons laatste uitje kochten we ergens kalfsniertjes die er vers en zeer aantrekkelijk uitzagen. Voor de grap zei ik: 'zou die van mij er ook zo sappig uitzien'? In de wetenschap dat ik één van de twee exemplaren in mijn lijf binnenkort zou moeten missen. Eigenlijk zou ik best willen weten of die van mij, goed klaargemaakt net zo lekker is. Maar menselijke organen eten is in het geciviliseerde westen verboden, zelfs die van slachtdieren zijn niet overal vrij verkrijgbaar. Mijn links liggende nier gaat er volgende week uit, samen met de urether die de urine van de nier naar de blaas moet transporteren. Niet omdat de nier problemen geeft, maar omdat de urether verstopt dreigt te raken door de welig groeiende poliepen. Er is mij verzekerd dat met één nier goed te leven is, dus ga ik de operatie met een gerust gevoel tegemoet. Als ik mijn uroloog nou zou vragen de verwijderde nier voor mij te bewaren, opdat ik die thuis samen met mijn geliefde zou kunnen klaarmaken en vervolgens verorberen, en dat vast zou leggen op een houdbaar medium, is dat dan kunst?

Een 'happening' pur sang?



04 juni, 2010


C o n i j n vliegt...

(Wanneer kunst weer leuk is).



Er zijn maar weinig hedendaagse Nederlandse kunstenaars die bij leven de voorpagina van de NRC halen.
JOOST CONIJN is het vandaag (4/06/10) gelukt.
Met zijn zelfgebouwde OSCAR KILO - NUL 43 is hij van Lelystad vertrokken naar Afrika (hoe krijg je die registratie bij elkaar?).
CONIJN gaat verder dan PANAMARENKO, LEONARDO, (FLIP) of BP, hij bouwt niet alleen tuig om mee te vliegen, hij gaat ook daadwerkelijk de lucht in met zijn bouwsel.
Volgens dit bericht in de NRC heeft hij slechts 65 liter brandstof in zijn tank, waarmee hij vijf uur in de lucht zou kunnen blijven; het lijkt mij aan de krappe kant. Hij moet heel wat sprongen maken om zijn doel te bereiken.

Hij bouwde eerder een auto van hout, die voortgedreven werd door het verbranden van hout en reed daarmee door voormalig oost Europa. Na thuiskomst wil hij een huis gaan bouwen, geïnspireerd door Körmeling, maar dan beter.

Ik hoop dat hij dit avontuur overleeft en niet als zijn illustere voorgangers in het niet verdwijnt, maar als held het NOS journaal haalt.
En als de argeloze verslaggever dan vraagt "Is dit KUNST?" hoop ik dat hij zegt: "Het feit dat u mij dit vraagt laat zien dat u het antwoord niet heeft. Ik kan u geruststellen, ik heb het ook niet. Maar ik heb plezier in het leven, u ook?"

27 mei, 2010

Het gezicht van de oorlog.





Tot mijn schande moet ik erkennen dat ik nog nooit van Martha Gellhorn had gehoord. Ik heb de Rainbow Pocket dan ook niet gekocht, maar in ons huis aangetroffen samen met een ander boek van een mij onbekende schrijver, achtergelaten door huisoppassers.
Ik ben van vlak na de laatste grote oorlog in Europa, en delen van Azië en Afrika.
Daar kan ik niet rouwig om zijn, maar soms zou ik willen dat ik iets van die oorlog had meegemaakt. En dan bedoel ik niet slechts onderdrukt zijn door een bezetter, maar het ondergaan en meedoen aan gevechtshandelingen: het vechten aan het front, zoals dat heet, het schieten op en het doden van je buurman, in opdracht van een gek die zich nooit aan het front laat zien. In een hij of jij situatie blijkt de mens tot verschrikkelijke dingen in staat. Dat is geen nieuws, maar blijkt al eeuwen. Om dat werkelijk te begrijpen, moet je het lijfelijk ondergaan hebben. En de mens als intelligent wezen is niet in staat er iets van te leren.

Waar je zelden over leest zijn de grote en kleine menselijke problemen: al die soldaten moeten vervoerd worden, zij moeten eten, poepen en ook nog een onderkomen hebben en aangeschoten of dood 'verwerkt' worden
.
Martha Gellhorn heeft vele fronten bezocht, haar belevenissen opgeschreven en heeft al die ellende ook nog overleefd.
Van de 'Gotische linie' had ik nooit gehoord, maar toen ik erover las, toeval of niet, reden wij er doorheen. De Apennijnen waren ondanks de regen prachtig; moeilijk om je voor te stellen dat daar berg voor berg, dorp om dorp gevochten is door jongens die daar niets te zoeken hadden. Canadezen, Polen en anderen probeerden de Duitsers terug te dringen. Dat lukte uiteindelijk wel, maar ten koste van vele verliezen aan beide kanten.

Oorlog is afschuwelijk, maar 'we' lijken er niet buiten te kunnen. De lemmingen lopen de zee in en verdrinken als ze voelen met te veel te zijn, wij mensen doden elkaar om de soort voor 'overtalligheid' te behoeden. Over oorlog is veel geschreven, zeker over winnaars en verliezers, maar de duizenden mannen en vrouwen die hun leven gaven voor winst of verlies worden voor het gemak vaak vergeten.
Martha Gellhorn is voor mij na Hemingway ('For Whom the Bell Tolls') de tweede schrijver die dat wel verhaalt.

24 mei, 2010

C A M P I N G G A S T







Wij wilden rustig meanderen door zonnig noord Italië, veel fietsen en vooral niet veel auto rijden. Het is anders verlopen.
Regen, het kwam bij bakken uit de hemel. vVrzopen campings en gevaarlijke plassen op de wegen waren ons deel. Van lekker slenteren door mooie steden of dorpen is niet veel gekomen. Binnen zitten en lezen (ik las 'Het gezicht van de oorlog' van Martha Gellhorn), dan toch weer verder rijden op zoek naar droog en zonnig weer. We kregen de tip naar Ceriale aan de kust te gaan, daar zou het fraaier weer zijn. Het bleek waar, we hebben er vier nachten gestaan. Daarvoor stonden we op een camping in Deiva Marina, die ons al eerder was aangeraden als uitvalbasis voor een bezoek aan de Cinque Terre, de vijf (zeer toeristische) dorpjes die door een wandelpad met elkaar verbonden zijn. Maar ook daar bleek de regen spelbreker, er was maar één kort stukje pad begaanbaar, de rest was afgesloten zo hoorden wij. Wij namen de trein (de dag ervoor met grote vertraging wegens aardverschuivingen) en liepen omhoog naar Corniglia, het enige dorpje van de vijf dat niet direct aan zee ligt, dus van landbouw leeft.
Tijdens het wachten in Deiva Marina kregen wij leuke gasten, namelijk vinken die - zeer nadrukkelijk - voer verzamelden voor hun jongen. Net zo brutaal als mussen kunnen zijn, pikten ze bijna de rijst van ons bord. Daarna hebben we ze maar een eigen bordje gegeven.

Ondanks het minder prettige weer was het lekker om er even tussenuit te zijn, maar zoals gewoonlijk ook heerlijk om weer thuis te komen.