Pagina's

10 april, 2011

Ministerie van Offensie

 Arme Wereld 1986


Het leven van een pacifist is verre van eenvoudig. (Behalve als oogkleppen onderdeel zijn van de dagelijkse uitrusting.) Een pacifist staat alleen zolang de rest van de wereld er anders over denkt.  Voor een echte pacifist zijn compromissen ondenkbaar. Voor een pacifist is een oorlog iets wat je verafschuwt en zeker niet begint.

Ooit weigerde ik de dienstplicht, omdat ik vond (en nog steeds vindt) dat niemand mij mag opdragen een ander mens van het leven te beroven. Niet als beul en zeker niet als soldaat. Als ik weloverwogen of in een vlaag van verstandsverbijstering een ander of mijzelf van kant maak is geen ander dan mijzelf dat kwalijk te nemen. De vraag van de hoge heren militairen van de commissie waarvoor ik moest verschijnen of ik de aanvaller van mijn moeder of vriendin mijn wang zou toekeren is dan ook de meest dwaze vraag ik ooit hoorde.
Natuurlijk verdedig je wat je lief is, maar niet omdat een ander je dat opdraagt. Mijn weigering werd dan ook niet gehonoreerd. Bleek later ook niet nodig, mijn voeten waren aan de platte kant.

Mijn vader was voordat ik hem leerde kennen soldaat, als dienstplichtige opgeroepen in de mobilisatietijd zo rond 1939. Als je toen weigerde, kreeg je de kogel. Bij de Duitse inval was hij één van de vele jonge jongens die het land moesten verdedigen. Hij was gelegerd in de buurt van de Grebbenberg, maar heeft het overleefd. Over die periode heeft hij mij nooit veel verteld. Slechts twee dingen zijn mij bijgebleven: dat hij de brieven die hij van zijn verloofde kreeg in een blik stopte en ergens op een boerenerf begroef (hij heeft ze nooit meer teruggevonden) en dat hij op patrouille met 'zijn' jongens (hij was sergeant dacht ik) links en rechts de 'moffen' in de greppel zag liggen (zij zagen hem ook) en hij alleen maar kon hopen dat géén van zijn soldaten in paniek het vuur zou openen.
De gevechtshandelingen begonnen op 10 mei (de geboortedag van mijn vader) en duurde slechts 10 dagen.
Over de vijf jaar die volgden is weinig gesproken, maar na de bezetting heeft het pacifisme, onder het motto 'dit nooit weer', zich ook in ons huis geworteld ondanks het rode gevaar uit het oosten. Een speldje met het 'gebroken geweertje' heb ik dan ook nog steeds in mijn bezit. De dreiging uit de SU waarvoor wij in het westen Amerikaanse atoomwapens moesten toelaten (die er nog steeds liggen) is over, zegt men. De ironie wil dat de enigen die dat allesvernietigende wapen ooit gebruikten diezelfde Amerikanen zijn.

Als de wereld bestond uit louter pacifisten zouden - het land verdedigende - legers echt overbodig zijn, maar de mensheid zit helaas anders in elkaar. Een wereld zonder oorlog is een wereld zonder wapenindustrie, een industrie waar economieën op drijven.
Als jonge socialist/pacifist wil je dat niet zien, maar als oudere met 'gespreide' belangen kan je er niet omheen.

'Ons'  Ministerie van Defensie (vroeger Ministerie van Oorlog, wat mij een betere titel lijkt) moet net als alle andere ministeries bezuinigen. De lijst van peperdure speeltjes waar de militairen jarenlang mee mochten oefenen wordt drastisch uitgedund. Speeltjes overigens die als ze al worden ingezet, ver van ons bed offensief worden ingezet onder welke noemer dan ook. Eerlijk gezegd ken ik geen ander wapen dan de valkuil dat alleen maar defensief kan worden gebruikt.
Met mijn achtergrond kan ik alleen maar blij zijn met die grote opruiming, maar mijn overtuiging wankelt wel. Zolang er machtswellustelingen op deze wereld rondlopen die 'hun' volk onder de duim willen houden of aan landjepik willen doen zullen wapens offensief gebruikt blijven worden. Ook een volk dat zich wil verlossen van zijn overheerser, lukt dat zelden zonder wapens.
Als Nederland in 1940 een echt sterke defensie had gehad - zo zeggen sommigen - hadden de Duitsers het land niet zo makkelijk ingenomen. Nee, niet zo makkelijk, maar uiteindelijk toch wel en dat ten koste van veel meer doden aan beide kanten. Tegen massale bombardementen kan geen enkele defensie op. Wakkere wapen-techneuten ontwikkelden 'slimme' bommen en raketten om de vijand te snel af te zijn, maar in Vietnam bleek al dat  dat trieste machtsvertoon voornamelijk burgerslachtoffers maakte.

Eénzijdige ontwapening is nog steeds een prachtig streven, maar alleen als je er vanuit gaat dat het totaal onbelangrijk is wie de scepter zwaait. Ik ben blij in een deel van de wereld te wonen waar het minstens één generatie gegeven is zonder oorlog op eigen bodem op te groeien. Dat geluk hebben duizenden anderen niet en soms niet eens zo heel ver van ons bed.

07 april, 2011

DE GROTE BOODSCHAP




Toen ik een jaar of veertien was, zag ik dat als mijn vader thuis kwam van de school waar hij lesgaf vaak met de krant op het toilet ging zitten. Ik dacht dat hij dat deed omdat die ene vierkante meter in onze flat in Slotermeer het enige plekje in huis was waar hij ongestoord kon lezen.       
Nu ik zelf ouder wordt ontdek ik dat het veel simpeler geweest zal zijn; de stoelgang verloopt een stuk trager dan op jonge leeftijd en het is heerlijk om in alle rust te kunnen ontlasten.

Hij las Het Parool.
Aan de andere kant van het portaal werd heimelijk De Waarheid bezorgd bij de buurman die in 'noord' in de scheepsbouw zat. Het waren aardige mensen, communisten waar mijn PSP gezinde vader 'behoedzaam' mee omging. Parterre woonde een FNV bestuurder en boven ons een alcoholist met een oorlogstrauma. Zijn vrouw had een pistool in huis, ze was bij de vrijwillige politie. De rest van de acht gezinnen op de trap kende ik niet.
Mijn vader gaf natuur- en scheikunde en zo nodig een beetje wiskunde. Hij hield van schaken en had een viool, maar goed spelen kon hij niet. Een knutselaar was het wel en zo nu en dan vond hij wat uit. Zo bedacht hij een naar twee kanten werkende wc deur sluiting. Als het toilet vrij was stak er een ring uit de deur die je mee naar binnen draaide als je het hokje in ging. Aan de buitenkant was er dan op de ring te lezen 'bezet', een nogal overbodige mededeling want je kon de deur niet meer openen. De buurman van de andere kant maakte op zijn werk een prototype van massief staal. Verder dan dat is de vinding nooit gekomen. De communisten en de pacifisten hebben elkaar later in GroenLinks gevonden. Over dat verder samengaan heb ik mijn vader nooit gehoord, ik heb geen idee hoe hij daar over dacht.
Toen vond ik dat wel zo rustig, nu zou ik het graag willen weten.

04 april, 2011

LEO CAHN








Een week geleden had ik zoals lindsey het noemde een 'mannendag'. Met de L200 naar Nieuwegein, daar overgestapt in de V70 van vriend Frans die ik al veertig jaar ken maar soms jaren niet zie. We gaan richting Wolvega om Leo op te zoeken. Leo en Frans kennen elkaar van naam en blijken meerdere gezamenlijke vrienden te hebben maar hebben elkaar niet eerder serieus ontmoet. Ik ken Leo ook al meer dan veertig jaar, we waren bijna buren in Amsterdam maar vrienden waren we niet. Een jaar geleden is het contact hernieuwd. Leo maakte in de jaren zeventig samen met een vriend insect-achtige sieraden met ledjes als ogen. Zij verkochten ze onder de naam LEOMAT. Leo is altijd een man van techniek geweest en dat is precies wat ons tot elkaar brengt.
Leo, zo vertelde hij was er wat het computergebruik betreft al heel snel bij, begin jaren tachtig had hij z'n eerste. Nu schrijft hij zijn eigen programma's voor zijn machines. Frans laat dat deel van het werk liever aan andere over, e-mailen vindt hij al moeilijk genoeg. En ik vind het prachtig om te zien maar beperk mij liever tot machines die ik denk te begrijpen. Hout draaien is al moeilijk genoeg.
Als presentje kregen we een kandelaar mee, die Leo wel getekend maar niet zelf 'gesneden' heeft. Een bouwpakketje uit één aluminiumplaat, niet gefreesd maar water- of laser gesneden. Welke techniek gebruikt is ben ik vergeten maar Leo mag het zeggen.
De kandelaar wordt uiteindelijk bijeen gehouden door één wigje!


31 maart, 2011

Hanengedrag...




Soms wordt na jaren duidelijk waarom een vriendschap verwatert.
Een aantal maanden terug zocht ik een oude klasgenoot op waarvan ik wist waar hij woonde en ook dat hij nog steeds met beeldende kunst bezig was.
Ik denk dat ik hem veertig jaar niet gezien heb, maar hij herkende mij meteen.
Heel even haalden we oude herinneringen op, maar al snel begon hij zijn eigen werk de hemel in te prijzen. Alle mappen en lades gingen open, zo ook het plakboek met recensies. Toen wist ik weer waarom wij elkaar hadden losgelaten.
Een andere bevriende collega waar ik jarenlang met enige regelmaat over de vloer kwam omdat wij buiten ons werk ook andere gezamenlijke interesses hadden, haakte af toen ik hem vroeg om ook eens wat over mijn werk te zeggen. Als hij mij belde kreeg ik een monoloog van soms een uur over zijn werk en bezigheden. Als ik hem belde had hij nooit tijd. Ik noem dat éénrichtingsverkeer en daar kan ik slecht tegen. Toen ik hem daar op wees vond hij mij grof en beledigend.

Gelukkig heb ik ook vrienden die laten zien wat vriendschap werkelijk is, vrienden overigens wiens werk op een hoger niveau ligt dan van voorgaande kunstenaars, het grote verschil is dat ze er niet mee pronken. We praten wel over het werk - niet over het resultaat - maar meer over de moeizame weg ernaar toe. We kunnen genieten van elkaars werkruimten, machines en materiaal. We leren van elkaar, ook van de fouten. Het is altijd een waardevolle wisselwerking waar we weer mee verder kunnen.

Iedereen maakt dit mee, dat kan niet anders. Maar onderwerp van gesprek is het zelden en dat is jammer. Het lijkt een taboe, noodzakelijk voor het voortbestaan van de soort.
Verstandig zou zijn als ik net als de rest mijn mond zou houden en gewoon zou accepteren dat de mens nou eenmaal zo in elkaar zit. Maar dat is net als het praten over 'koetjes en kalfjes', praten in gezelschap omdat dat nou eenmaal wordt verwacht. Iets zeggen omdat dat hoort, niet omdat je wat te vertellen hebt.

Ik wil niet 'verstandig' zijn, maar praten als ik iets te vertellen heb en zwijgen als dat dat niet zo is.
Zo zit ik nu eenmaal in elkaar.

En oude honden leer je geen nieuwe trucjes!

26 maart, 2011

25 maart 2011 iPAD2...




Mooier kunnen we het niet maken maar we proberen het wel. Ze zeggen het niet hardop, maar doen het gewoon. En niet alleen het product, maar ook de presentatie is om van te smullen.
Een iPod shuffle, -nano, -classic of -touch zou ik graag willen hebben, maar dan alleen vanwege de vormgeving van het ding want ik heb beslist geen behoefte aan de godganse dag muziek in mijn oren. Ook de iPhone zou ik graag willen bezitten omdat het een bloedmooi ding is en heel veel meer kan dan alleen maar bellen.
Maar ik ben een man zonder horloge, trouwring of portemonee. In mijn werkbroek zit in de linkerzak het sleuteltje van de brievenbus en rechts een stompje timmermanspotlood. Een trillend telefoontje past daar echt niet tussen. Bovendien is het heerlijk om zo nu en dan eens te moeten rennen om de telefoon op te nemen. Ik heb er wel een broekzak mobieltje, een simpel oubollig gevalletje te lelijk om aan te zien. Ik gebruik 'm  alleen in de auto en die auto rijdt nu ergens rond in Frankrijk! Zo belangrijk is die telefoon voor mij, ik ben gewoon vergeten dat ding eruit te halen voordat V. ermee wegreed. Ik heb 'm nog niet gemist.

De iPad is ook zo'n wonderschoon wondertje waarvan ik meteen dacht: "die wil ik hebben." Alleen kon ik maar niet bedenken wat ik er mee zou gaan doen. Eigenlijk weet ik dat nog steeds niet, maar dat wist ik ook niet toen de eerste iMac in huis kwam.
Nu versie 2 is uitgebracht heb ik de knoop doorgehakt en er eentje besteld, een witte met een grijs Smart Cover omdat de zwarte uitvoering mij te veel aan die lelijke, zwartglimmende TV's doet denken. Het is de techniek - waar ik overigens niets van snap - die mij deels heeft doen besluiten. Het gefriemel met de vingers op het scherm is een goede gymnastische oefening voor mijn steeds stijver wordende handen.

Sinds gisteren is de iPad2 ook hier mondjesmaat leverbaar. Ik zal nog even geduld moeten hebben want mijn Mac man is weliswaar APPLE reseller, maar geen premium reseller, en een tentje bij hem voor de deur heeft dan ook geen enkele zin.


18 maart, 2011

EXOTEN...


Bedreigde vriend


Het is een beetje vroeg voor een 1 april grap, maar het lijkt er wel op.
In het ornithonieuws van Nico de Haan dat ik elke vrijdag krijg stond vandaag dit stukje.

Donderdag 17 maart 

ALLE EXCOTEN TOT ONGEDIERTE VERKLAART.
Door een minieme wijziging in Verordening Ongediertebestrijding krijgt
binnenkort elk dorp, net als een paar eeuwen geleden, weer zijn eigen
Vogelaar.(oud woord voor vogelvanger) Wat is er aan de hand? Omdat bij
de laatste vaststelling van de nieuwe lijst, ook alle exoten zijn
opgenomen, vallen met ingang van de volgende maand ook alle exotische
vogels onder deze aanwijzing. Onder exotische vogels, worden die vogels
verstaan die hier niet op eigen kracht gekomen zijn. Dat betekent dat
niet alleen de nijlgans en canadese gans vogelvrij zijn verklaart, maar
ook de knobbelzwaan, de zwarte zwaan, de fazant, de halsbandparkiet, de
carolina eend en nog vele anderen. Over de ooievaar en de raaf is nog
discussie, omdat die ook door mensen uitgezet zijn, maar de verwachting
is dat die wel buiten schot zullen blijven. 


Dieren zijn net mensen of is het andersom?
Mensen die hier niet thuis horen sluit je op of stuur je weg, afmaken mag nog net niet maar zou volgens sommigen de meest beste oplossing zijn.
Met beesten, vogels ligt dat kennelijk anders. De genoemde soorten voelen zich hier kennelijk thuis, anders zouden ze onze winters niet overleven, maar mogen als 'ongewenste vreemdeling' worden gevangen en 'diervriendelijk' worden afgemaakt. De mensen die dat werk willen doen mogen rekenen op een onkostenvergoeding van 543,-- euro p/m. Volgens het stukje is het een initiatief van de PVV gesteund door het CDA. Aan meneer Nico de Haan is gevraagd in de begeleidingscommissie plaats te nemen en hij reageert zoals 70 jaar geleden ook door vele ambtenaren gereageerd is met te zeggen: Als het toch gebeurt, moet het natuurlijk zo deskundig mogelijk gebeuren, maar ik heb mijn twijfels of deze aanpak wel succesvol is en heb nog niet toegezegd. 

Ik denk dat ik het met Nico wel gehad heb. Waar blijft de Partij voor de Dieren in deze?


Spiral Bowl Jim Partridge 1988




Zo'n twintig jaar geleden kochten wij een prachtige eikenhouten schaal van Jim Partridge, een voor ons toen onbekende Engelse kunstenaar. Ik vond het een fantastisch ontwerp en de uitvoering perfect. De schaal is met een lintzaag gezaagd uit een plak Eiken van zo'n 3,5 cm dik en daarna 'opgetrokken' tot 16 cm hoog. Elke omgang is met een messing spijkertje vastgezet. Alleen de bodem is 'los-gezaagd' om de schaal recht te laten staan. Iedereen die wel eens met een lintzaag gewerkt heeft weet hoe moeilijk het zagen van een dergelijke spiraal is.

Nooit weer heb ik werk van van de man gezien, tot ik een boek over hem en z'n werk onder ogen kreeg en onze schaal herkende. De schaal in het boek heeft een doorsnede van 50 cm, die van ons meet 36 cm. Veel zal hij er niet van gemaakt hebben in de jaren tachtig, daarvoor is de schaal veel te arbeidsintensief.



15 maart, 2011

WONDERLIJK GROEISEL



Drie maal raden wat dit wonderlijke groeisel is, het groen is een beetje aangedikt, maar niet ver van de eigenlijke kleur.

Wie weet het?

10 maart, 2011

RIJKSDAALDER 1984



Je stapt uit de auto en doet een vondst, een 'riks' van Bruno uit 1984.
Een jaar of wat geleden heeft het asfalt op onze dijk een nieuwe slijtlaag gekregen, waardoor onze 'stoep' wat opgehoogd moest worden. Dat heeft de gemeente gedaan met gebroken puin met 'schoon verklaring'. Dat wil zeggen dat er dan geen 'verkeerde' (giftige) ongeregeldheden in mogen zitten.
Maar wat er allemaal wel in zit is niet te geloven: restanten elektrapijp, installatiedraad, montagezadels, pluggen, schroeven en bouten en heel veel glas. Al dat materiaal is zoveel door de mangel gehaald dat de scherpe kantjes er af zijn, voor een lekke band hoef je niet bang te zijn.

Maar geld, munten had ik er nog nooit in gevonden, totdat deze riks zich liet zien. Hij zit een beetje vastgebakken in een onduidelijke substantie, het zou asfalt maar ook beton kunnen zijn.
Het is een leuke vondst, die twee en een halve gulden uit 1984 die ik niet schoonmaak, maar bewaar zoals ik hem gevonden heb.

08 maart, 2011

MONDIALE VOETAFDRUK

Omdat ik het niet kan laten.






Het is een flinterdun boekje geworden, 32 pagina's dun om precies te zijn. Ik heb zeker gemengde gevoelens over het resultaat, maar toch ben ik een beetje trots op m'n eersteling!

Fotoboeken heb ik al eerder gemaakt via APPLE en de HEMA, maar een z/w tekstboekje had ik nog nooit gemaakt. De tekst is niet niet nieuw, maar het verhaal is volgens sommigen de moeite waard om in gedrukte vorm te verschijnen en ik vind het héél leuk om te doen. Ik heb het via blurb.com gemaakt en laten drukken. Een Amerikaanse organisatie die het heel leuk brengt.
Wat ik mij totaal niet realiseerde toen ik er aan begon, was dat het ook daadwerkelijk in de USA gedrukt wordt!

Als ik via Apple's iPhoto een boek bestel, zie ik alleen maar dat het via Tilburg naar mij komt, maar niet waar het gedrukt is. Toch wel iets dat ik zou willen weten. Ook van de HEMA boeken weet ik niet waar de drukpers staat.
Maar van blurb weet ik het nu: het komt van onbehoorlijk ver! Ik heb 10 boekjes besteld, die kosten met verzendkosten erbij nog geen vijftig euro en deze middag werden ze gebracht. Zes dagen geleden werden ze in California in een doos gestopt en vervolgens zijn ze de halve wereldbol rondgevlogen. En dat allemaal voor nog geen drie euro per boekje.

Mag ik daar nu trots op zijn of moet ik mij schamen?

Eerlijk gezegd weet ik niet meer.

Wat ik wel weet is dat ik het leuk vind om boekjes te maken, net zo leuk als mijn boekjesmakende vrienden het nu leuk vinden om hout te draaien, te schilderen of te verbouwen.