Arme Wereld 1986
Ooit weigerde ik de dienstplicht, omdat ik vond (en nog steeds vindt) dat niemand mij mag opdragen een ander mens van het leven te beroven. Niet als beul en zeker niet als soldaat. Als ik weloverwogen of in een vlaag van verstandsverbijstering een ander of mijzelf van kant maak is geen ander dan mijzelf dat kwalijk te nemen. De vraag van de hoge heren militairen van de commissie waarvoor ik moest verschijnen of ik de aanvaller van mijn moeder of vriendin mijn wang zou toekeren is dan ook de meest dwaze vraag ik ooit hoorde.
Natuurlijk verdedig je wat je lief is, maar niet omdat een ander je dat opdraagt. Mijn weigering werd dan ook niet gehonoreerd. Bleek later ook niet nodig, mijn voeten waren aan de platte kant.
Mijn vader was voordat ik hem leerde kennen soldaat, als dienstplichtige opgeroepen in de mobilisatietijd zo rond 1939. Als je toen weigerde, kreeg je de kogel. Bij de Duitse inval was hij één van de vele jonge jongens die het land moesten verdedigen. Hij was gelegerd in de buurt van de Grebbenberg, maar heeft het overleefd. Over die periode heeft hij mij nooit veel verteld. Slechts twee dingen zijn mij bijgebleven: dat hij de brieven die hij van zijn verloofde kreeg in een blik stopte en ergens op een boerenerf begroef (hij heeft ze nooit meer teruggevonden) en dat hij op patrouille met 'zijn' jongens (hij was sergeant dacht ik) links en rechts de 'moffen' in de greppel zag liggen (zij zagen hem ook) en hij alleen maar kon hopen dat géén van zijn soldaten in paniek het vuur zou openen.
De gevechtshandelingen begonnen op 10 mei (de geboortedag van mijn vader) en duurde slechts 10 dagen.
Over de vijf jaar die volgden is weinig gesproken, maar na de bezetting heeft het pacifisme, onder het motto 'dit nooit weer', zich ook in ons huis geworteld ondanks het rode gevaar uit het oosten. Een speldje met het 'gebroken geweertje' heb ik dan ook nog steeds in mijn bezit. De dreiging uit de SU waarvoor wij in het westen Amerikaanse atoomwapens moesten toelaten (die er nog steeds liggen) is over, zegt men. De ironie wil dat de enigen die dat allesvernietigende wapen ooit gebruikten diezelfde Amerikanen zijn.
Als de wereld bestond uit louter pacifisten zouden - het land verdedigende - legers echt overbodig zijn, maar de mensheid zit helaas anders in elkaar. Een wereld zonder oorlog is een wereld zonder wapenindustrie, een industrie waar economieën op drijven.
Als jonge socialist/pacifist wil je dat niet zien, maar als oudere met 'gespreide' belangen kan je er niet omheen.
'Ons' Ministerie van Defensie (vroeger Ministerie van Oorlog, wat mij een betere titel lijkt) moet net als alle andere ministeries bezuinigen. De lijst van peperdure speeltjes waar de militairen jarenlang mee mochten oefenen wordt drastisch uitgedund. Speeltjes overigens die als ze al worden ingezet, ver van ons bed offensief worden ingezet onder welke noemer dan ook. Eerlijk gezegd ken ik geen ander wapen dan de valkuil dat alleen maar defensief kan worden gebruikt.
Met mijn achtergrond kan ik alleen maar blij zijn met die grote opruiming, maar mijn overtuiging wankelt wel. Zolang er machtswellustelingen op deze wereld rondlopen die 'hun' volk onder de duim willen houden of aan landjepik willen doen zullen wapens offensief gebruikt blijven worden. Ook een volk dat zich wil verlossen van zijn overheerser, lukt dat zelden zonder wapens.
Als Nederland in 1940 een echt sterke defensie had gehad - zo zeggen sommigen - hadden de Duitsers het land niet zo makkelijk ingenomen. Nee, niet zo makkelijk, maar uiteindelijk toch wel en dat ten koste van veel meer doden aan beide kanten. Tegen massale bombardementen kan geen enkele defensie op. Wakkere wapen-techneuten ontwikkelden 'slimme' bommen en raketten om de vijand te snel af te zijn, maar in Vietnam bleek al dat dat trieste machtsvertoon voornamelijk burgerslachtoffers maakte.
Eénzijdige ontwapening is nog steeds een prachtig streven, maar alleen als je er vanuit gaat dat het totaal onbelangrijk is wie de scepter zwaait. Ik ben blij in een deel van de wereld te wonen waar het minstens één generatie gegeven is zonder oorlog op eigen bodem op te groeien. Dat geluk hebben duizenden anderen niet en soms niet eens zo heel ver van ons bed.