Pagina's

20 januari, 2008

NIEUWE PRODUCTIE





Eén vraag om een nestkastje dat ik niet meer op voorraad heb is voor mij voldoende aanleiding om de productie weer opgang te brengen. Het moeilijkste is ze net iets anders te maken dan de doorsnee kastjes. Aan de maten valt niet veel te tornen, het moet van de franje komen. Eigenlijk is het zo wie zo gekkenwerk, geen plank is hetzelfde en meestal nog krom ook. Dat ruwe hout moet dus eerst op maat gemaakt worden. Het zachtere hout kan ik nieten, het hardere moet voorgeboord en geschroefd, gekkenwerk. Maar wel leuk gekkenwerk.




(+)


.



D E E U R O P E A N E N




Dit beeld 'De Europeanen' stond jaren lang op het Museumplein, met de rug naar het Rijksmuseum en kijkend op het concertgebouw. Carel maakte het vlak na de oorlog, maar pas in 1967 liet hij het in brons gieten en kreeg het zijn plaats op het plein. Bij de herinrichting van het Museumplein heeft het beeld helaas geen nieuw plekje gekregen. Jammer, voor mij was het één van zijn sterkste beelden uit de periode vlak na de Rijksacademie.



© Hans Westerink


Dit Monument voor Gerrit van der Veen staat in een groenstrook langs de Plantage Middenlaan. Carels tekst spreekt voor zich.




Een paar jaar na Het Lieverdje kreeg Carel Kneulman de opdracht om een beeld te maken ter markering van de plek waar het laatste caisson in de Veersegatdam was afgezonken. Aan dit beeld heb ik Carel zien werken. Hij vertelde dat hij bezig was een vlok door de wind weggeblazen zeeschuim 'te pakken te krijgen'. Het is een krachtig beeld geworden dat meer laat zien dan een vlok schuim.





Gipsmodellen van Carel's laatste grote werk bestemd voor een scholengemeenschap in Zeist. Ogenschijnlijk lijkt hij terug te grijpen naar zijn vormtaal uit de vijftiger jaren, maar het is strakker en heeft een totaal andere 'huid'. Ik heb deze beelden nooit gezien, ken ze alleen maar van foto's. Ze stralen gratie en rust uit en tonen het vakmanschap van een 72 jarige.


© Alexander Moes



In 2006 verscheen een boek over Carel Kneulman. Het is uitgegeven door Waanders uitgevers.


.



19 januari, 2008



C A R E L K N E U L M A N

1915 2008




Mijn oud docent is dinsdag j.l. overleden.
Twee jaar geleden schreef ik over hem, zie hier.

In alle stukjes die ik nu over hem lees staat dat hij beeldhouwer en graficus was. Beeldhouwer was hij zeker, maar ook dichter/schrijver en hij tekende, maar grafiek heb ik nooit van hem gezien! Jammer is ook dat hij altijd 'de beeldhouwer van Het Lieverdje' zal zijn, hij heeft zoveel meer en betere werken gemaakt.




)+(

.


18 januari, 2008

A W A Y F R O M H E R







Wij reden 1.5 uur heen en 1 uur terug om deze schitterende film van 110 min in Nijmegen te kunnen zien.
Een afgewassen koekenpan opbergen in de koelkast duidt op meer dan vergeetachtigheid of verstrooidheid. De film uit 2006 gaat dan ook over Alzheimer en het besluit van de patiënt zelf om opgenomen te worden. Twee prachtige hoofdrollen van Julie Christie en Gordon Pinsent die de rit meer dan de moeite waard maakte. Meer over het verhaal is hier te lezen.







()


16 januari, 2008

Deux Chevaux





Deze (blauwe) 2CV was van mijn vader. Zodra ik het fel begeerde roze papiertje op zak had mocht ik van pa zijn auto gebruiken. Voor ik met de eend de weg op ging, moest ik van alles controleren. De spanning van de banden, de verlichting en het oliepeil. Veiligheidsgordels bestonden nog niet dus vraag ik mij af wat er onder de deur uitpiept.
Met deze snelle bolide heb ik drie keer een aanrijding gehad! Twee keer trapte ik door de doorgerotte stalen remleiding en botste op een voorligger. Beide keren
met kleine schade. De derde klap kwam harder aan. Op de toen nog rotonde Oude Rijn reed een achterligger op mij in omdat hij niet zag dat ik moest remmen voor een voorligger die stopte! En dat op een rotonde! Het neusje van de eend was ietwat vervormd, maar ik kon verder rijden.



Met diezelfde eend zijn we in 1966 op vakantie geweest, via Berlijn naar Frankrijk. Het imperiaal kwam goed van pas. Als kampeerder met een eend hoefde je geen kampeerstoeltjes mee te nemen, je pakte eenvoudig de stoelen uit de auto. Die grote mistlamp voor op de bumper was niets voor pa, ik denk dat ik daar een goede smoes voor heb moeten bedenken voor ik hem mocht monteren.



Het tentje was ook van pa, een heerlijk klein katoenen sheltertje met stoplapjes. Hij lekte niet maar nevelde bij een stortbui wel door.



>O<

15 januari, 2008

P O R T R E T 1985-2007








Niet dat ik zo van mijzelf hou of graag naar mijzelf kijk, maar ik moet de mensen die mij vragen waarom ik toch zo nors kijk wel gelijk geven. Tweeëntwintig jaar verschil, de bril is kleiner maar de blik hetzelfde!



Met dank aan Jan.





><

















14 januari, 2008

I N P A K K E R





In Den Bosch is nog tot 24 februari een prachtige tentoonstelling van en over het werk van Christo en Jeanne-Claude te zien in het bedrijfspand van Würth. Zie hier voor meer info.



Van Christo heb ik twee grote projecten gezien, in 1989 de ingepakte Pont Neuf in Parijs en 10 jaar later het Reichstag gebouw in Berlijn.


Het project in Berlijn zijn ze in 1971 gestart, het heeft dus 24 jaar geduurd voordat ze het konden realiseren. Ze financiëren hun projecten zelf met de verkoop van oud werk. Ook collages van materialen, werktekeningen en ontwerpen cq maquettes worden goed verkocht. Tot slot hebben zij zelf het alleenrecht op publicatie van foto's en tekst. (Op de link van de foto's staat dat de Christo's geen geld zouden ontvangen uit de verkoop van die foto's !?)
Bij de tentoonstelling draait een video waaruit goed duidelijk wordt hoe ze te werk gaan. Het is een verslag van Sonja Barend ten tijde van het project The Gates in Central Park New York.



Wrapped oil barrels, 1958.




©



12 januari, 2008

K L A A R - O V E R..






Je komt ze weer tegen op straat in de buurt van scholen, de Klaar-over's.... moeders en kinderen in een oranje hesje. Aan het 'spiegelei' is niet zo veel veranderd, alleen de materialen zijn wat moderner en lichter geworden. Maar zo'n 'veilig' reflecterend hesje bestond nog niet toen het Nederlandse 'verkeersbrigadiertje' in 1947 zijn intrede deed. (Zie dit prachtige pdf bestand.) Ik weet niet meer wie van ons 'Klaar-over' was, zeker deze benjamin niet! De zware (wit gemaakte) canvas koppelriem kwam uit het leger en werd gebruikt door motoragenten. Voor jonge -klaar-overs- waren die veel te zwaar. Maar trots waren we wel! Ik weet niet meer wie de foto maakte, één van onze ouders met een Agfa-Clackje, of de bevriende fotograaf, maar die had vast niet voor tegenlicht gekozen.







+


13 jaar geleden alweer...









Met dank aan Bob.




+




11 januari, 2008



Oey Tjeng Sit







De laatste 10 jaar die Marion en ik in Amsterdam woonden, was op de O.Z.Achterbugwal. Wij woonden en werkten op 150m2 tweehoog, de helft van een pakhuisetage van 30m diep. De andere helft werd gebruikt door Oey Tjeng Sit als atelier. Toen wij op die etage kwamen, was er geen tussenmuur. Ik maakte die van hout, gaas en gips. Als isolatie stopte ik er honderden dozen in die elders in het pakhuis achtergelaten waren. In de muur maakte ik een schuifdeur van 2x2m. Sit had wel een achteringang maar die was niet groot genoeg om groot materiaal naar boven te brengen. Aan de grachtkant hadden wij een 'hijs'. Eens in de zoveel tijd belde hij op met de mededeling dat er weer een pakje aan kwam en of wij dat in ontvangst wilden nemen. Dat pakje was dan een niet te tillen rol linoleum, de grondstof voor zijn linosneden.
De foto met onze gezichten door een vreemd plastic-doek is gemaakt in de deur naar Sit en was bedoeld voor een affiche, ik weet niet meer voor welke tentoonstelling. De namen heb ik er nu bijgezet, Sit, Onno en Marion leven niet meer.



Oey Tjeng Sit,linosnede op rijstpapier, Nieuwjaarsgroet 1969.



Wie en wat Sit was is in onderstaand citaat te lezen.

Beeldend kunstenaar en apotheker Oey Tjeng Sit overleden

Van onze kunstredactie
AMSTERDAM - Het afgelopen weekeind is de Amsterdamse apotheker en beeldend kunstenaar Oey Tjeng Sit aan de gevolgèn van een ongeluk overleden. Twee weken geleden werd hij, op de fiets, door een auto geschept en zwaar gewond in een ziekenhuis opgenomen. Donderdag wordt hij begraven. Hij was zeventig jaar.
Oey Tjeng Sit werd in 1917, het Jaar van de Draak, in Poerwokerto op Java geboren. Het teken van de draak, zei hij later, houdt in dat iemand die onder zo'n gesternte het leven ziet een vrije en ongebonden toekomst wacht. Oey werd de dadaïst van Amsterdam, een vriendelijk man met twinkelende spotoogjes, die iedereen steeds weer op het verkeerde been zette: in zijn werk als kunstenaar en in de etalage van zijn apotheek aan de Amsterdamse Prinsengracht.
Je zag er nooit de potten en pillen, de antiquarische retorten en vijzels die andere apothekers als hun handelsmerk koesteren, maar de raadselachtige verschijningen van zijn geest: etalages als de vitrines van zijn dadaïstische kijk op de wereld, die de spot dreven met de kijkgewoonte van de voorbijganger. De ene keer waren ze volgestouwd met merkwaardige objets trouvés, de andere keer dichtgeplakt als een kijkdoos met daarbinnen een klein wonder van verbazing.
Hij nam in 1938 de pakketboot van Java om in Leiden farmacie te gaan studeren. "Op Java was niets op kunstgebied, alleen imitatiekunst,afschuwelijke dingen", zei bij. "Voor mij was de ,Chinese cultuur het houvast in het Oosten, veel meer dan de Indonesische cultuur. De Chinese filosofie en de zogenaamde religie; het is allemaal erg lichtvoetig, helemaal niet zwaar op de hand." Eenmaal in Europa was de band met Dada snel gesloten.
Oey Tjeng Sit was een romanticus, die zich in de kunstenaarssociëteit Arti en Amicitiae graag overgaf aan de schildersverhalen van oude schilders over de jaren van voor de wereldoorlogen, toen de kunstenaar nog een kunstenaar was en, met flambard, als zodanig te herkennen.
Zijn tentoonstellingen zaten vol verrassingen, er gebeurde altijd iets. Hij mocht dan wel, volgens de criticus, de Chinese ca1Iigrafie en dada in zijn werk vertegenwoordigen, Oost en West zogezegd, maar hij ging er dan nog zelf - als een bewijs van het laatste - weer als levend kunstwerk bijzitten. Achter een tafel met een net van kippengaas, bijvoorbeeld, waar je met papieren proppen een doelloos spel kon spelen: de kunstenaar als kermisattractie met een knipoog naar de wereld.
"Van de week was ik nog van plan om een nieuwe vereniging op te richten die uitgaat van de stelling dat kunst volmaakt zonder nut is en daarom autonoom en niet te integreren in de maatschappij", zei hij eens ,,Elke kunst die een beetje persoonlijk is, is een vermomming. Ik geloof dat iets het meest gesIaagd is als je het niet zo gauw herkent.''

De Volkskrant, nov 1987