Een keukenprins ben ik beslist niet, recepten lezen kan ik niet, d.w.z. ik onthoud ze niet, of verkeerd. Ik doe het liever zonder goedbedoelde aanwijzingen. Vaak gaat dat goed, maar niet altijd. Het schijnt met concentratie te maken te hebben. Zuurkool heb ik al vaak gemaakt.
Ik begin met aardappels, in dit geval heerlijke eigengeteelde rode, Franse "Chérie's". Die kook ik met wat zout in een grote pan, de grove worst die we er graag bij eten leg ik er meteen bovenop en keer 'm zo nu en dan. Als de piepers gaar dreigen te worden gaat de worst er even uit en leg ik de zuurkool (dit keer geen eigengemaakte) 'on top'. Meestal stop ik er dan ook een stuk zuurkoolspek bij, maar onze 'Super slager' grapte dat hij die pas volgend jaar weer had. Casselerrib was volgens hem een goede vervanger. Twee dikke plakken maakte ik om en om bruin en sneed die in plakjes.
Kool en aardappel koken wij nooit 'kapot' maar houden het een beetje 'knapperig'. Met een grove 'draadstamper' mengen we het een beetje.
Ik wist dat er iets van 'bolletjes' in moesten en stooide fiks met zwarte peper, maar het hadden Jeneverbessen moeten zijn.
L. vond het resultaat zo appetijtelijk dat ze haar camera haalde en er een foto van maakte.
Achteraf gezien was de hoeveelheid vlees niet in verhouding tot de rest, we hebben er twee dagen van kunnen eten.