Pagina's

31 december, 2011

700 kalveren versus 't Speelhuis van Piet Blom



Het zijn kleine berichtjes, maar de laatste jaren zijn tienduizenden dieren door brand omgekomen. Kippen, varkens en nu weer 700 kalveren. Veel plaats in de krant krijgen ze niet, een enkele keer een foto.

De brand in Helmond is al twee dagen voorpaginanieuws en op de buis uitgebreid in beeld gekomen. 
't Speelhuis van Piet Blom met daarin een fantastische schildering van Har Sanders is totaal verwoest. De oorzaak is waarschijnlijk kortsluiting in een regel- of schakelpaneel. De brandmelders waren uitgezet omdat er 'wel eens' een rookmachine wordt gebruikt. Het lijkt mij tijd dat de regels en/of de apparatuur aangepast worden. Er zal maar brand ontstaan tijdens het gebruik van een rookmachine, als publiek denk je veilig te zitten.

Het gebouw kan worden herbouwd, maar de unieke schildering kan nooit meer opnieuw aangebracht worden. 't Speelhuis zal nooit meer hetzelfde zijn.

29 december, 2011

TJEEMPIE!



Een invasie van kerstmannen, klimmend tegen gevels en balkons of als stuurlui op de meest fantasievolle sleden en andere vervoermiddelen. Bij deze kerstattractie zelfs als helikopterpiloot en swingend op een schommel. En niet te vergeten de lichtjes in vele kleuren en grote hoeveelheden, hoe meer hoe mooier lijkt het devies. Wat wij niet eerder zagen waren fel-blauwe, bijna fluoriserende soms ook nog knipperende snoeren met lampjes. Al dat fraais begon in het grensgebied met België tot in de buurt van Troyes in noord-oost Frankrijk. Het leek of hele dorpen met elkaar wedijverden.
En kerststallen in alle maten te kust en te keur. De bewoners van het huis op de foto hadden drie stalletjes gemaakt. Jammer genoeg zagen we deze uitstalling niet brandend en/of bewegend.
Tegenover de camperplaats in Givet, stond een huis zo vol gehangen met lampjes in alle kleuren van de regenboog, lopend, flitsend of stilstaand, dat het wel de dorpskermis leek. Wat een energie moet dat alles verslinden!

Het was tweede kerstdag zo zonnig dat we buiten konden zitten lezen op de bijna uitgestorven camping waar we stonden. Ik las bijna in één adem 'TJEEMPIE!' uit geschreven door Remko Kampurt in zijn eigen nieuwe spelling. (1968) Een kado van de Sista aan Marion zo staat erin geschreven. Een heerlijk boekje waar ik mij niets meer van herinnerde.

Bij thuiskomst zag ik onderstaand berichtje dat mij toch wel enigszins liet gniffelen, over energie gesproken.

23 december, 2011

1979-2008

1979



Ik zou er nu echt niet meer aan beginnen, het idee alleen al maakt me moe. Toch kochten wij deze opstallen plus grond in 1979 en maakten er iets moois van.
"Wat moet je met dit kippenhok?" vroegen goede vrienden toen ze het zagen.
Geen 'Veense' zou het gekocht hebben, wisten de schilders, die ons huis recent onder handen namen, ons te melden. En zij kunnen het weten want zij zijn in dit dorp geboren.
Ik moet zeggen dat ik toen gelukkig de ellendige staat van het huis en de schuur niet zag, ik zag een in mijn ogen enorme lap grond met twee opstallen waar 'best wat van te maken' was. Nu, na meer dan dertig jaar begrijp ik die opmerkingen van toen wel, maar ik ben blij dat ik/ wij toen zo naïef en onbezonnen waren.
Het waren zeker geen jaren van alleen maar noeste arbeid; als er geld was, pakte ik 'een stukkie an'. Alleen het hoognodige deden we in het begin. Ons eigenlijke werk stond voorop, het huis kwam op de tweede plaats.
Onder alle omstandigheden hebben we er goed kunnen werken en wonen en dat is nog steeds zo. Sommige ruimtes worden nu anders, maar met evenveel plezier gebruikt.
Het blijft natuurlijk een dijkhuisje, met niveauverschillen die ons op den duur op zouden kunnen breken. De 'tuin' is onlosmakelijk verbonden met ons leven, maar we beseffen dat er een moment komt dat we het niet meer kunnen bijbenen. Het zij zo.
Eigenlijk willen we in dit 'kippenhok' oud worden, vergrijzen en desnoods dementeren. Daar zijn we al mee begonnen, maar kijken nu het nog niet te laat is ook naar alternatieven.
Een grote wens is een huis met uitzicht over de rivier, maar dan wel een drukbevaren rivier zoals de Waal, opdat het ooit 'achter de geraniums zitten' een leuke en zinvolle bezigheid wordt.






2008

09 december, 2011

"Bericht aan de overlevenden 1967"


Ergens begin jaren zestig deed ik een beroepskeuzetest. Ik wilde niet langer in een klas zitten en voor mijn gevoel onzinnige dingen leren. Wat ik wel wilde, was ook niet echt duidelijk. Het werk dat een oom van mij deed, beelden maken van klei en was, trok mij bijzonder aan. Aan beeldende kunst had ik wel 'geknabbeld', maar een kenner was ik beslist niet. Mijn moeder deed een poging mij op de dagschool van de IVKNO te krijgen, maar die mislukte omdat mijn vooropleiding daar niet voldoende voor was. De volgende stap was een beroepskeuzetest, die vond plaats in een gebouw tegenover de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De uitslag was nogal gespleten, maar dat ik 'iets met m'n handen' moest doen lag er zeer dik bovenop! De deskundige achter het bureau had een paar suggesties...
Van Hotelvakschool via drukker en instrumentmaker naar het vrije beeldende beroep!
Die vakschool viel meteen al af, daarvoor was mijn vooropleiding ontoereikend. Als een soort zombie zat ik daar. Werken in een drukkerij trok mij helemaal niet en het maken van instrumenten ging 'boven mijn pet'. Gewoon lekker met mijn handen klooien trok mij het meest.
Gelukkig had de man achter het bureau ook een la met vacatures en daaruit trok hij een bedrijfje dat mij wel wat leek: de firma MARCUSE in de Spuistraat, een atelier waar 'etalage-decoratie' werd gemaakt. Ik heb er twee jaar gewerkt. De eigenaar-directeur kwam uit de danswereld, zijn moeder die 'boven de zaak woonde' kwam om twaalf uur met de lunch naar beneden.
Het was mooi maar ongezond werk, weet ik nu. Wij werkten met losse glasvezel (engelenhaar noemden we dat), dat wij met onze handen rond gesoldeerde draadmodellen modelleerden. Als bindmiddel gebruikten we - in grote hoeveelheden aangemaakt - behangsellijm.
Er werkten zes mensen: de baas met zijn rechterhand, een Japanse vrouw die prachtige, subtiele pruiken maakte en met baas Jaap voor nieuwe ontwerpen zorgde, dan drie mensen zoals ik die de productie maakten en een onnavolgbaar figuur die Sjaak heette en die de nieuwe draadmodellen in elkaar soldeerde, maar ook de door ons gevormde figuren van de vorm los moest knippen. Dat is dus knippen in glaswol met alle gevolgen van dien. Voor de afwerking was er een andere Jaap, die gaf met in water oplosbare levensmiddelenverf de figuren blozende wangetjes en zorgde voor de verzending.
De Japanse vrouw, Emika was haar naam, bleek - zo leerde ik later - de vrouw te zijn van de beeldhouwer Han Rädecker, een telg uit de bekende beeldhouwersfamilie.
De twee meiden waarmee ik samenwerkte bleken op de avondopleiding van het IVKNO te zitten, een voorbeeld dat ik snel volgde.
Sjaak en Emika heb ik nadien nooit meer gezien, maar Jaap 2 kwam ik in een volgende baan weer tegen. De meiden 'zag ik nog wel eens' en de baas Jaap pleegde zelfmoord, zo hoorde ik een paar jaar later.
Ondanks het ongezonde werk dat ik er deed, heb ik er veel geleerd en zonder het zien van het in elkaar solderen van die draadmodellen, had ik b.v. nooit "Bericht aan de overlevenden, 1967" gemaakt.
Ik ben mijn moeder dankbaar dat ze mij van school haalde en een beroepskeuzetest liet doen.

08 december, 2011

Bentveld 't LIS



Bijna twee jaar geleden schreef ik een stukje over 't LIS onder de titel 'De kracht van wortels'. Begin deze week reageerde iemand die om de hoek aan de Westerduinweg woont (in het huis van de familie Heiligers, de bakker) en de mensen kent die in het rechterdeel van het huis wonen. Die mensen hebben volgens hem hun deel weer zover mogelijk in de oude staat gebracht en weten ook al veel over het huis en de vroegere bewoners. De man die mij schreef is op zoek naar foto-materiaal over zijn huis en de huizen in de buurt.
In één van de twee doosjes met glasnegatieven (in hoofdzaak Adrie als kind) zat ook deze van het huis nog zonder aanbouw. Het huis ernaast is nog niet af. Bij een bevriende fotograaf met een grote scanner lukte het om een mooi positief te krijgen.
Weet iemand wanneer het huis gebouwd is? Volgens de eigenaar van 'rechts' is al na tien jaar na voltooiing de aanbouw gebouwd.
Leuk toch dat er belangstelling is voor ons 'jeugdhonk'?
Alle gegevens zijn welkom, in een reactie of via mail.

HET VORIGE STUKJE IS HIER TE VINDEN.

07 december, 2011

WENSKAART



Vanmorgen lag dit plastic zakje in de brievenbus. 
Inhoud: het restant van de adreszijde van een enveloppe met ongestempelde December zegel en een kaart van TNT post. De tekst spreekt voor zich.
Het zal de eerste wenskaart van dit jaar zijn, maar wie de afzender is... geen idee!
In ieder geval niet iemand die weet hoe het met onze namen zit.

Enig idee...?


06 december, 2011

EURO versus GULDEN


Ik voel mij rijk met deze heerlijke biljetten!


Totaal onverwacht kwam zij langs de lieve Sint! 
Een prachtig ingepakt cadeau mét gedicht wierp zij op mijn bureau. Een doos vol geld, oud en nieuw of zo u wilt nieuw en oud, want houden wij die euro nou of gaan wij terug naar de gulden? Wat de kleur van de biljetten betreft maakt het mij niet zo veel uit, maar hadden we ook niet een geel vijftig gulden biljet en de vuurtoren van 250, om het duizendje niet te vergeten. En hebben we nu niet een vijfhonderd euro velletje?
Wat een gedoe toch met Europa en de euro. Ik was voor een verenigd Europa met één munt, maar ik ben bang dat we er nog niet aan toe zijn en er nooit aan toe zullen komen. Noord en Zuid passen doodeenvoudig niet in één tent omdat de omvang en aard van de bagage te veel uiteen loopt. Misschien moeten we weer terug naar de eigen valuta maar ook de grensposten om het echte gevoel van reizen weer terug te krijgen, want laten we eerlijk zijn; die lege hokjes op desolate plekken geven mij nou  niet bepaald het gevoel van een tevreden, verenigd Europa.

05 december, 2011

Parrotia persica / Perzisch ijzerhout



Ruim een week zag ons huis eruit alsof wij aan het inpakken waren voor een grootschalige verhuizing. Overal dozen vol boeken en 'spulletjes'. Maar wij willen en gaan voorlopig niet weg uit ons paradijsje.
Onze leefruimte was toe aan een 'opfrisbeurt', het halletje, keuken, boekenkamertje, woonkamer en mijn 'kantoortje' zijn door Huib en Kees grondig onder handen genomen. Al het houtwerk gegrond en afgelakt en de muren twee maal 'gesausd'. Het is de eerste keer na de verbouwing dat professionele schilders het binnenwerk doen, ik was gewend dat zelf te doen of samen met mijn partner. Maar nu zie ik tegen dergelijke klussen huizenhoog op en ben blij dat we het kunnen laten doen! Ik heb me dan ook zoveel mogelijk (niet altijd even makkelijk) bewust in mijn eigen werkplaats teruggetrokken. In die werkplaats ben ik lekker aan het stoeien geweest met hout. 

Ik was op bezoek bij Jurriaan de schalendraaier en kreeg een metertje stam van de volgens hem: Perzische IJzerhoutboom. Het is een beetje saai wittig hout met grijze strepen maar lekker om te draaien. Het kommetje hieronder heb ik 'kops' gedraaid.
Jurriaan bracht mij op een dwaalspoor wat de naam van het hout betreft, want nergens kan ik een Perzische IJzerhoutboom vinden, maar wel Perzisch ijzerhout (Parrotia persica), er staan er meer om ons heen dan wij weten. Ik kreeg ook een paar stammetjes Goudenregen, hout met een prachtige bruin/geel/goudkleurige kern, ik zal er later over berichten.