Pagina's
10 december, 2011
09 december, 2011
"Bericht aan de overlevenden 1967" |
Van Hotelvakschool via drukker en instrumentmaker naar het vrije beeldende beroep!
Die vakschool viel meteen al af, daarvoor was mijn vooropleiding ontoereikend. Als een soort zombie zat ik daar. Werken in een drukkerij trok mij helemaal niet en het maken van instrumenten ging 'boven mijn pet'. Gewoon lekker met mijn handen klooien trok mij het meest.
Gelukkig had de man achter het bureau ook een la met vacatures en daaruit trok hij een bedrijfje dat mij wel wat leek: de firma MARCUSE in de Spuistraat, een atelier waar 'etalage-decoratie' werd gemaakt. Ik heb er twee jaar gewerkt. De eigenaar-directeur kwam uit de danswereld, zijn moeder die 'boven de zaak woonde' kwam om twaalf uur met de lunch naar beneden.
Het was mooi maar ongezond werk, weet ik nu. Wij werkten met losse glasvezel (engelenhaar noemden we dat), dat wij met onze handen rond gesoldeerde draadmodellen modelleerden. Als bindmiddel gebruikten we - in grote hoeveelheden aangemaakt - behangsellijm.
Er werkten zes mensen: de baas met zijn rechterhand, een Japanse vrouw die prachtige, subtiele pruiken maakte en met baas Jaap voor nieuwe ontwerpen zorgde, dan drie mensen zoals ik die de productie maakten en een onnavolgbaar figuur die Sjaak heette en die de nieuwe draadmodellen in elkaar soldeerde, maar ook de door ons gevormde figuren van de vorm los moest knippen. Dat is dus knippen in glaswol met alle gevolgen van dien. Voor de afwerking was er een andere Jaap, die gaf met in water oplosbare levensmiddelenverf de figuren blozende wangetjes en zorgde voor de verzending.
De Japanse vrouw, Emika was haar naam, bleek - zo leerde ik later - de vrouw te zijn van de beeldhouwer Han Rädecker, een telg uit de bekende beeldhouwersfamilie.
De twee meiden waarmee ik samenwerkte bleken op de avondopleiding van het IVKNO te zitten, een voorbeeld dat ik snel volgde.
Sjaak en Emika heb ik nadien nooit meer gezien, maar Jaap 2 kwam ik in een volgende baan weer tegen. De meiden 'zag ik nog wel eens' en de baas Jaap pleegde zelfmoord, zo hoorde ik een paar jaar later.
Ondanks het ongezonde werk dat ik er deed, heb ik er veel geleerd en zonder het zien van het in elkaar solderen van die draadmodellen, had ik b.v. nooit "Bericht aan de overlevenden, 1967" gemaakt.
Ik ben mijn moeder dankbaar dat ze mij van school haalde en een beroepskeuzetest liet doen.
08 december, 2011
Bentveld 't LIS
Bijna twee jaar geleden schreef ik een stukje over 't LIS onder de titel 'De kracht van wortels'. Begin deze week reageerde iemand die om de hoek aan de Westerduinweg woont (in het huis van de familie Heiligers, de bakker) en de mensen kent die in het rechterdeel van het huis wonen. Die mensen hebben volgens hem hun deel weer zover mogelijk in de oude staat gebracht en weten ook al veel over het huis en de vroegere bewoners. De man die mij schreef is op zoek naar foto-materiaal over zijn huis en de huizen in de buurt.
In één van de twee doosjes met glasnegatieven (in hoofdzaak Adrie als kind) zat ook deze van het huis nog zonder aanbouw. Het huis ernaast is nog niet af. Bij een bevriende fotograaf met een grote scanner lukte het om een mooi positief te krijgen.
Weet iemand wanneer het huis gebouwd is? Volgens de eigenaar van 'rechts' is al na tien jaar na voltooiing de aanbouw gebouwd.
Leuk toch dat er belangstelling is voor ons 'jeugdhonk'?
Alle gegevens zijn welkom, in een reactie of via mail.HET VORIGE STUKJE IS HIER TE VINDEN.
07 december, 2011
WENSKAART
Vanmorgen lag dit plastic zakje in de brievenbus.
Inhoud: het restant van de adreszijde van een enveloppe met ongestempelde December zegel en een kaart van TNT post. De tekst spreekt voor zich.
Het zal de eerste wenskaart van dit jaar zijn, maar wie de afzender is... geen idee!
In ieder geval niet iemand die weet hoe het met onze namen zit.
Enig idee...?
06 december, 2011
EURO versus GULDEN
Ik voel mij rijk met deze heerlijke biljetten! |
Totaal onverwacht kwam zij langs de lieve Sint!
Een prachtig ingepakt cadeau mét gedicht wierp zij op mijn bureau. Een doos vol geld, oud en nieuw of zo u wilt nieuw en oud, want houden wij die euro nou of gaan wij terug naar de gulden? Wat de kleur van de biljetten betreft maakt het mij niet zo veel uit, maar hadden we ook niet een geel vijftig gulden biljet en de vuurtoren van 250, om het duizendje niet te vergeten. En hebben we nu niet een vijfhonderd euro velletje?
Wat een gedoe toch met Europa en de euro. Ik was voor een verenigd Europa met één munt, maar ik ben bang dat we er nog niet aan toe zijn en er nooit aan toe zullen komen. Noord en Zuid passen doodeenvoudig niet in één tent omdat de omvang en aard van de bagage te veel uiteen loopt. Misschien moeten we weer terug naar de eigen valuta maar ook de grensposten om het echte gevoel van reizen weer terug te krijgen, want laten we eerlijk zijn; die lege hokjes op desolate plekken geven mij nou niet bepaald het gevoel van een tevreden, verenigd Europa.
Labels:Mushroom Holland Garden
De Europeanen,
gulden
05 december, 2011
Parrotia persica / Perzisch ijzerhout
Ruim een week zag ons huis eruit alsof wij aan het inpakken waren voor een grootschalige verhuizing. Overal dozen vol boeken en 'spulletjes'. Maar wij willen en gaan voorlopig niet weg uit ons paradijsje.
Onze leefruimte was toe aan een 'opfrisbeurt', het halletje, keuken, boekenkamertje, woonkamer en mijn 'kantoortje' zijn door Huib en Kees grondig onder handen genomen. Al het houtwerk gegrond en afgelakt en de muren twee maal 'gesausd'. Het is de eerste keer na de verbouwing dat professionele schilders het binnenwerk doen, ik was gewend dat zelf te doen of samen met mijn partner. Maar nu zie ik tegen dergelijke klussen huizenhoog op en ben blij dat we het kunnen laten doen! Ik heb me dan ook zoveel mogelijk (niet altijd even makkelijk) bewust in mijn eigen werkplaats teruggetrokken. In die werkplaats ben ik lekker aan het stoeien geweest met hout.
Ik was op bezoek bij Jurriaan de schalendraaier en kreeg een metertje stam van de volgens hem: Perzische IJzerhoutboom. Het is een beetje saai wittig hout met grijze strepen maar lekker om te draaien. Het kommetje hieronder heb ik 'kops' gedraaid.
Jurriaan bracht mij op een dwaalspoor wat de naam van het hout betreft, want nergens kan ik een Perzische IJzerhoutboom vinden, maar wel Perzisch ijzerhout (Parrotia persica), er staan er meer om ons heen dan wij weten. Ik kreeg ook een paar stammetjes Goudenregen, hout met een prachtige bruin/geel/goudkleurige kern, ik zal er later over berichten.
21 november, 2011
Brutale ekster
Voederplankje en camera zijn sinds een paar dagen weer geïnstalleerd. Vanmiddag kwam voor het eerst een ekster een graantje meepikken. De vogel bleef lang genoeg nieuwsgierig om een leuk plaatje te maken.
Eksters zijn herrieschoppers en rovers, maar zeer zeker ook prachtige/krachtige dieren.
20 november, 2011
IKKE,IKKE en DE REST KAN STIKKE....
De kapitalistische wereld is zijn doel voorbij geschoten, de rijken worden steeds rijker en de armen blijven staan op nul. Geld maakt geld, gedekt of niet. Geldbedrijven maken winst, zeker als het mis gaat. Op een enkele gepakte 'sukkel' na krijgen bankiers nog steeds riante salarissen en bonussen als ze weer een nieuwe sluipweg in de wereld van het digitale geld gevonden hebben. Als het misgaat zij niet zij, maar de beleggende/sparende burger c.q. pensioenfonds (en daarmee weer de burger) het haasje. Dat tegen deze al vele decennia lang bestaande 'Big Brother' eindelijk een beweging is ontstaan kan ik alleen maar toejuichen. Een beweging die wat mij betreft mag uitgroeien tot een 'wereldwijde burgerlijke ongehoorzaamheidsoorlog'. Volgens dit kaartje van de site van OCCUPY AMSTERDAM gaat het ook die kant op.
Het probleem is echter dat wij het in onze welvarende wereld en daar horen nu ook delen van Afrika en Azië bij, veel te goed hebben dankzij het kapitalisme en dat het grootste deel van die bevolking niet inziet dat het eindig, is op z'n minst aan verandering toe is.
Op de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie heb ik nooit gestemd, ik heb er nimmer binding mee gevoeld. Het was niet 'mijn pakkie an'.
De laatste jaren wordt mij steeds duidelijker waarom.
Stond de partij vroeger voor de omhoog geklommen, hardwerkende middenstander met nauwelijks enig politiek benul en als credo: "zolang ik mijn mond hou gaat het goed en loop ik geen gevaar", nu laten de politiek actieve fractieleden hun ware gezicht zien. Het gezicht wat hun 'afvalligen', Wilders en Verdonk al langer aan de buitenwereld tonen.
Dat er naast de -broodnodige- samensmelting van de wereldbevolking een 'verklontering' in het kapitalisme plaatsvindt zien ze niet omdat ze er driftig aan meewerken, dat het hun 'business' ook raakt zien ze nog minder. Een beweging in de wereld als 'OCCUPY' mag dan ook even een lastige bemoeial zijn, die even mag schreeuwen maar dan snel moet verdwijnen.
In Amsterdam staat het tentenkamp van de Occupy-activisten op het beursplein, middenin het centrum van de geldhandel en het uitgaansleven en niet te vergeten de detailhandel. Voorlopig mogen ze daar blijven.
In Den haag staat de tenten op het Malieveld, een grasveld bestemd voor circus, kermis en demonstratie, ver van de middenstandswereld. Natuurlijk zullen er tussen de demonstranten ook mensen zitten die om welke reden dan ook een uitkering krijgen. Die uitkering krijgen ze ook als ze thuiszitten, over straat lopen of op vakantie gaan. De Haagse VVD- fractie wil dat de uitkering van Occupy-activisten wordt afgepakt want: "Wie lang in de kou kan kamperen, kan ook zijn eigen geld verdienen". (Wat een drogreden). De fractie wil zelfs dat de gemeente er sociaal-rechercheurs op af stuurt, want: 'de mensen moeten zelf weten of ze op het veld kamperen, maar niet op kosten van de belastingbetaler". Wat een misselijkmakende kleinzieligheid. Demonstreren is een recht van iedereen, ook van uitkeringstrekkers. De VVD wil geen aanpak van de uitwassen van het kapitalisme, ze zit er zelf teveel in verweven. De gewezen Volkspartij steunt die uitwassen, erelid Gerrit Zalm is daar een voorbeeld van.
14 november, 2011
Close-up from the air: Rena salvage mission
Omvallende LEGO blokjes, daar lijkt het nog het meeste op. containers worden vastgezet met een Twistlock op alle vier de hoeken. Dat gebeurt op vrachtwagens, treinen en schepen. Op schepen worden ze ook nog eens gestapeld, onderling gekoppeld door diezelfde Twistlock's. Dat vrij nietige koppelingetje blijkt sterk te zijn als het door de sjorder goed is aangebracht.
Toch kan een container als de krachten te groot zijn, b.v. door het rollen van het schip tijdens een krachtige storm, los slaan en overboord gaan. De container kan dan als zelfstandig drijvend object zijn reis voortzetten en vervolgens ergens stranden of door het geweld van de storm uiteen slaan en zijn lading de vrije loop geven.
Op dit filmpje van de RENA is te zien dat er al een aantal zeecontainers verdwenen is (er zal maar jouw complete inboedel inzitten die je als emigrant hebt verscheept), maar het grootste deel is nog aan boord. Een deel daarvan hangen in een prachtige boog als LEGO blokjes aan elkaar, reken maar dat daar behoorlijk wat spanning op staat.
De meeste olie is nu uit het schip gehaald, ik ben benieuwd hoe ze die containers er af gaan halen en of de inhoud nog intact is!
07 november, 2011
DIENSTPLICHT
Ergens begin 1965 kreeg ik een 'oproeping ter inlijving', oftewel de oproep om tot de militaire dienst toe te treden. Het was een kaart waarvan ik wist dat die zou komen, omdat de dienstplicht nog bestond. (Sinds 1997 is de opkomstplicht opgeschort, niet afgeschaft.) Een plaatsbewijs voor de trein naar de kazerne in Bussum was toegevoegd. Dat plaatbewijs plus verrekenstook heb ik nooit gebruikt.
Al lang voordat die kaart in de bus viel was ik bezig met de vraag 'hoe daarop te reageren'. Ondanks het 'soldaat geweest zijn' van mijn vader was ik opgegroeid in een anti-militairistische omgeving. Het doden van een medemens in opdracht van een overheid was 'uit den boze'. Dienst weigeren was voor mij de aangewezen weg.
Op de academie waar ik net was begonnen hoorde ik andere geluiden van medestudenten. Dienst weigeren was niet aan de orde, maar 'herkeuring', het bereiken van de S5 status (ongeschikt voor dienst) was populair, hoewel ik moet zeggen dat er meer over gezwegen dan gesproken werd.
Ik besloot beide paden te bewandelen; herkeuring aanvragen en een beroep te doen op de wet gewetensbezwaren.
Op de academie waar ik net was begonnen hoorde ik andere geluiden van medestudenten. Dienst weigeren was niet aan de orde, maar 'herkeuring', het bereiken van de S5 status (ongeschikt voor dienst) was populair, hoewel ik moet zeggen dat er meer over gezwegen dan gesproken werd.
Ik besloot beide paden te bewandelen; herkeuring aanvragen en een beroep te doen op de wet gewetensbezwaren.
De medische-keuring (februari 1964) in de Oranje Nassau Kazerne aan de Mauritskade te Amsterdam was mijn eerste kennismaking met 'mannen in uniform' en jongens die dat graag wilden worden. Die oppervlakkige-, lichamelijke keuring stelde weinig voor. Tijdens de keuring droeg ik een schots, wollen mutsje met pompon, alleen de man aan de lengtemeetlat vroeg mij mijn muts af te zetten. Het 'addertje' zat in het 'persoonlijk gesprek' dat je als laatste met een geüniformeerde kreeg. De taak van die man was je ergens 'in te delen', niet om jouw eventuele bezwaren aan te horen. Tegen mijn wil in besloot hij mij tot chauffeur van een ambulance te maken. Ik zou dan niet behoeven te vechten en mijn rijbewijs had ik al. Mijn reactie dat ik ook dat niet wilde begreep hij totaal niet.
Op 12 februari 1964 werd ik GESCHIKT bevonden om als dienstplichtige 'onder de wapenen te gaan'.
In een brief van 4 februari 1965 vraag ik om herkeuring (overigens op grond van vage klachten die ik nog steeds heb).
Het 'dienst weigeren' was wat gecompliceerder, want hoe pak je zoiets aan?
Mijn vader stuurde mij daarvoor naar een oom, want die zou weten bij wie ik terecht zou kunnen. Eigenlijk waren het in die jaren alleen de Jehova Getuigen en een enkele eenling zoals ik, die zonder de bijbel in de hand op grond van 'eigen' gewetensbezwaren een beroep deden op de Dienstweigeringswet.
Van oom moest ik een brief schrijven naar een zekere INJA. Die meneer Inja van de Doopsgezinde Vredesgroep stuurde mij als antwoord een briefje met een adres en de naam van iemand die mij verder zou kunnen helpen.
Het aardige is dat in dat briefje staat dat de betreffende meneer voorlichting geeft aan 'buitenkerkelijke jongens'! Over mijn non-kerkgang moet ik dus in mijn briefje aan Inja iets geschreven hebben.
Maar de Vredesgroep heeft mij op het goede spoor gezet dat uiteindelijk leidde tot de uitnodiging om op 1 juli 1965 voor DE COMMISSIE op het Ministerie van Defensie te verschijnen. De vragen die mij door de Hoge Heren in Intimiderende Uniformen gesteld werden waren te dwaas voor woorden en deden mij denken aan slechte Amerikaanse films waar rekruten door een 'meerdere' afgeblaft worden. Bijvoorbeeld de stupide vraag wat ik zou doen als mijn moeder of vrouw aangevallen zou worden; lijdzaam toezien of terugslaan. Natuurlijk zou ik terug meppen maar niet in zijn opdracht! Dat subtiele verschil ontging de uniformen totaal.
Bij het verlaten van het ministerie had ik dan ook het gevoel de slag verloren te hebben.
Maar de Vredesgroep heeft mij op het goede spoor gezet dat uiteindelijk leidde tot de uitnodiging om op 1 juli 1965 voor DE COMMISSIE op het Ministerie van Defensie te verschijnen. De vragen die mij door de Hoge Heren in Intimiderende Uniformen gesteld werden waren te dwaas voor woorden en deden mij denken aan slechte Amerikaanse films waar rekruten door een 'meerdere' afgeblaft worden. Bijvoorbeeld de stupide vraag wat ik zou doen als mijn moeder of vrouw aangevallen zou worden; lijdzaam toezien of terugslaan. Natuurlijk zou ik terug meppen maar niet in zijn opdracht! Dat subtiele verschil ontging de uniformen totaal.
Bij het verlaten van het ministerie had ik dan ook het gevoel de slag verloren te hebben.
Ondertussen liep ook de 'herkeuring' (daar weet ik niets meer van) en kwam in augustus 1965 het verlossende bericht dat ik na een nieuw geneeskundig onderzoek VOORGOED ONGESCHIKT werd verklaard. Op 13 augustus blijkt dat ik 'wegens gebreken' als gewoon dienstplichtige ben ontslagen. (Hoe kan dat als je nooit bent aangenomen?) Drie dagen later krijg ik te horen dat; 'gelet op mijn ontslag als gewoon dienstplichtige' mijn verzoek om toepassing van de Wet gewetensbezwaren buiten verdere behandeling wordt gelaten.
Ik kon zonder onderbreking door met mijn studie, maar was en ben mij bewust dat een vervangende dienst of maatschappelijke dienstplicht op zijn plaats geweest zou zijn. Daar had ik zeker aan meegewerkt omdat enige discipline in de opvoeding van jongeren zeker geen kwaad kan.
Ik weet niet van wie ik aan deze vragen uit 1946 kreeg, maar een deel van deze vragen kreeg ook ik in 1965 voorgeschoteld.
Ik zou graag ervaringen van anderen horen.
Abonneren op:
Posts (Atom)