Het gezicht van de oorlog.
Tot mijn schande moet ik erkennen dat ik nog nooit van Martha Gellhorn had gehoord. Ik heb de Rainbow Pocket dan ook niet gekocht, maar in ons huis aangetroffen samen met een ander boek van een mij onbekende schrijver, achtergelaten door huisoppassers.
Ik ben van vlak na de laatste grote oorlog in Europa, en delen van Azië en Afrika. Daar kan ik niet rouwig om zijn, maar soms zou ik willen dat ik iets van die oorlog had meegemaakt. En dan bedoel ik niet slechts onderdrukt zijn door een bezetter, maar het ondergaan en meedoen aan gevechtshandelingen: het vechten aan het front, zoals dat heet, het schieten op en het doden van je buurman, in opdracht van een gek die zich nooit aan het front laat zien. In een hij of jij situatie blijkt de mens tot verschrikkelijke dingen in staat. Dat is geen nieuws, maar blijkt al eeuwen. Om dat werkelijk te begrijpen, moet je het lijfelijk ondergaan hebben. En de mens als intelligent wezen is niet in staat er iets van te leren.
Waar je zelden over leest zijn de grote en kleine menselijke problemen: al die soldaten moeten vervoerd worden, zij moeten eten, poepen en ook nog een onderkomen hebben en aangeschoten of dood 'verwerkt' worden.
Martha Gellhorn heeft vele fronten bezocht, haar belevenissen opgeschreven en heeft al die ellende ook nog overleefd. Van de 'Gotische linie' had ik nooit gehoord, maar toen ik erover las, toeval of niet, reden wij er doorheen. De Apennijnen waren ondanks de regen prachtig; moeilijk om je voor te stellen dat daar berg voor berg, dorp om dorp gevochten is door jongens die daar niets te zoeken hadden. Canadezen, Polen en anderen probeerden de Duitsers terug te dringen. Dat lukte uiteindelijk wel, maar ten koste van vele verliezen aan beide kanten.
Oorlog is afschuwelijk, maar 'we' lijken er niet buiten te kunnen. De lemmingen lopen de zee in en verdrinken als ze voelen met te veel te zijn, wij mensen doden elkaar om de soort voor 'overtalligheid' te behoeden. Over oorlog is veel geschreven, zeker over winnaars en verliezers, maar de duizenden mannen en vrouwen die hun leven gaven voor winst of verlies worden voor het gemak vaak vergeten.
Martha Gellhorn is voor mij na Hemingway ('For Whom the Bell Tolls') de tweede schrijver die dat wel verhaalt.
Ik ben van vlak na de laatste grote oorlog in Europa, en delen van Azië en Afrika. Daar kan ik niet rouwig om zijn, maar soms zou ik willen dat ik iets van die oorlog had meegemaakt. En dan bedoel ik niet slechts onderdrukt zijn door een bezetter, maar het ondergaan en meedoen aan gevechtshandelingen: het vechten aan het front, zoals dat heet, het schieten op en het doden van je buurman, in opdracht van een gek die zich nooit aan het front laat zien. In een hij of jij situatie blijkt de mens tot verschrikkelijke dingen in staat. Dat is geen nieuws, maar blijkt al eeuwen. Om dat werkelijk te begrijpen, moet je het lijfelijk ondergaan hebben. En de mens als intelligent wezen is niet in staat er iets van te leren.
Waar je zelden over leest zijn de grote en kleine menselijke problemen: al die soldaten moeten vervoerd worden, zij moeten eten, poepen en ook nog een onderkomen hebben en aangeschoten of dood 'verwerkt' worden.
Martha Gellhorn heeft vele fronten bezocht, haar belevenissen opgeschreven en heeft al die ellende ook nog overleefd. Van de 'Gotische linie' had ik nooit gehoord, maar toen ik erover las, toeval of niet, reden wij er doorheen. De Apennijnen waren ondanks de regen prachtig; moeilijk om je voor te stellen dat daar berg voor berg, dorp om dorp gevochten is door jongens die daar niets te zoeken hadden. Canadezen, Polen en anderen probeerden de Duitsers terug te dringen. Dat lukte uiteindelijk wel, maar ten koste van vele verliezen aan beide kanten.
Oorlog is afschuwelijk, maar 'we' lijken er niet buiten te kunnen. De lemmingen lopen de zee in en verdrinken als ze voelen met te veel te zijn, wij mensen doden elkaar om de soort voor 'overtalligheid' te behoeden. Over oorlog is veel geschreven, zeker over winnaars en verliezers, maar de duizenden mannen en vrouwen die hun leven gaven voor winst of verlies worden voor het gemak vaak vergeten.
Martha Gellhorn is voor mij na Hemingway ('For Whom the Bell Tolls') de tweede schrijver die dat wel verhaalt.