Pagina's

08 juli, 2009

KÜSTENKANAL




Ik weet eigenlijk niet of er in Nederland nog veenafgraving op grote schaal plaatsvindt, maar bij de oosterburen gebeurt dat wel. Op mijn vervroegde terugtocht reed ik dankzij de Tomasina - opdracht geen snelwegen - kilometerslang langs het mij onbekende Küstenkanal. Afgeschermd door een groenstrook (rechts op de foto van het kanaal) bleek langs een groot deel een enorme veenafgraving te zijn (het bijna egaal bruin/groene stuk midden op de GE foto). Op een paar plekken was te zien wat er gebeurt: een volledige kaalslag van het landschap. De turf wordt met kleine treintjes uit het veld gehaald en met grote vrachtwagens afgevoerd om later elders o.a. als turfstrooisel weer de grond in te verdwijnen. Na de afgraving lijkt het landbouwgebied te worden, maar dat weet ik niet zeker. In Nederland, waar het veen lager zat, zijn soortgelijke plekken veelal plassengebieden geworden. Maar misschien kan iemand er meer van vertellen.




07 juli, 2009

R Ø M Ø




Het zal voor kenners een bekende en geliefde plek zijn, voor mij was het een zeer welkome verrassing! Op zoek naar een mooie camperplaats kwam ik langs het voormalige waddeneiland Rømø, nu verbonden met een 9 km lange dam met het vaste land. De camping leek mij niets, dus volgde ik de bordjes Sønderstrand om te kijken of daar wat was te zien of te doen. Het bleek een enorme strakke zandvlakte, zoals ik die nooit eerder had gezien (zie kaartje, het rechthoekje met de pushpin is de plek vanwaar ik de foto nam). Overal stonden auto's en campers en wapperden vlaggen, maar overnachten mocht je er niet. Zeilwagens en vliegers, wel of niet met buggy, waren volop in de weer. Ik ben dus ook maar het strand opgereden en heb mijn nieuwe SIGMA SPIRIT z'n luchtdoop gegeven. Een geweldige matrasvlieger, bedoeld voor beginners maar voor mij soms maar net te houden! Omdat ik alleen was, moest ik de vlieger met hoopjes zand aan de grond zien te houden. Na het uitrollen van de dertig meter lijnen en het omdoen van de polsbanden is dan maar een klein rukje nodig om de matras als een raket de lucht in te laten schieten! Het geluid dat de vlieger dan maakt, geeft alleen al een enorme voldoening. Daarna is het zaak niet weggetrokken te worden.

Twee dagen later, op zaterdag, ben ik er weer heen gegaan. Het was toen rond tien uur in de ochtend al behoorlijk druk en er begon net een zeilwagenwedstrijd. De foto is van de eerste dag, het lijkt betrekkelijk rustig, maar ook de stipjes aan de horizon zijn auto's en campers met vliegeraars of zeilers. Rechts langs de duinrand stonden tientallen campers van vliegeraars of kijkers. Echt een plek om te onthouden en nog eens heen te gaan.




06 juli, 2009

EEN BESCHAMEND GEVOEL VAN LUXE





De tweede nacht van wat mijn 'noordgang' had moeten worden, stond ik op een 'camperplaats' naast een parkeerplaats waar het verboden was voor campers te overnachten. Ik ontdekte de plek bij toeval, in mijn campergids kwam hij niet voor. Er stonden al meerdere 'mobile homes' van verschillend pluimage. Het was beslist geen 'droomplek' maar het weer was heerlijk, de achterklep van mijn HUUSKE kon open zodat ik vrij zicht had op het gebied achter mij. Even daarvoor had ik iemand met rugzak aan zien komen lopen die naast een hoop puin ging zitten, het hoofd in één hand gesteund en grote rookwolken om het hoofd. Een half uur later was er aan die houding niets veranderd. Ik dacht:"dat is een junk die lekker zit te blowen", totdat er een auto het terrein opreed die achteruit naar de zittende figuur stuurde. Uit de stationcar stapten vier mannen, de oudste deed de achterklep open en gooide van alles naar buiten op de grond. De drie anderen probeerden orde te brengen in het aanbod. Het zag er zeer geheimzinnig uit, ik dacht zelfs aan een grote drugsdeal. Iets wat leek op een voetbal werd achteloos op de grond gesmeten. De 'junk' ging zitten op wat later bleek een slaapzak te zijn en voerde steeds in de zelfde houding handelingen uit die ik niet thuis kon brengen. Vanuit mijn 'veilige' onderkomen 'beobachtte' ik de sitiuatie en ontdekte dat de 'junk' een vrouw met paardestaart was, waarschijnlijk de moeder van de drie jongste mannen en gewoon een potje aan het koken was. De 'voetbal' bleek en meloen die aan stukken gesneden door de mannen met smaak verorberd werd. De vrouw bleef bezig op het Camping Gaz'je , één van de jongens zette in de auto een CD op en begon te dansen waarop alle mannen aansloten. De vrouw kookte door. Voor ik het in de gaten had stond er ineens een tentje op het gras achter de puinhoop. De maaltijd werd door de mannen staand genuttigd, de vrouw bleef zitten totdat zij het afval op mocht ruimen. De jongens verdwenen in de tent en de ouders (?) positioneerden zich in de auto in afwachting van de nacht.





Ik was alleen in mijn luxe HUUSKE met wc en keuken en zelfs een heus bed, deze mensen waren met z'n vijven, zaten en kookten op de grond, sliepen in de auto en een veel te kleine tent, maar dansten en hadden plezier op hun muziek en ik keek beschaamd toe. De volgende morgen, toen ik na een aantal keren omdraaien mijn bed uitstapte, was de tent al afgebroken en reed de auto weg. Toen ik zover was het hoger op te zoeken wilde mijn 'luxe' auto niet starten; ik kreeg hem niet aan de praat. Via de alarmcentrale van de ANWB stond er binnen het uur een man van de ADAC naast de stoere L200 die het klaarspeelde de moter met behulp van een spuitbus aan de praat te krijgen. Ik kon doorrijden maar zou steeds met behulp van die spuitbus en dus van een tweede persoon moeten starten. Dat heb ik nog één dag gedaan: in RIBE, Denemarken heb ik twee nachten op een camping gestaan, maar toen ik daar vertrok (met behulp van een buurman en de spuitbus) zag ik met schrik de giga rookwolk die ik veroorzaakte. Toen ik daarna, op weg naar 'verder' merkte ik dat de moter steeds beroerder ging lopen, besloot ik om te keren. Het risico om ergens in de bush-bush stil komen te staan werd mij te groot. Met nog één tussenstop ben ik gisteren (zondag) thuis gekomen. Vandaag heb ik de auto naar de garage gebracht; met moeite gestart met de spuitbus, wat gepaard ging met veel rook en stank. Als de verstuiver van de dieselmoter vervangen of gereviseerd is (want dat is de boosdoener hoop ik, en niet de brandstofpomp) en we een tijdje met een goed gevoel rondgereden hebben, ga ik het opnieuw proberen want dat landje ten noorden van ons blijft mij trekken, al was het alleen maar om nog een keer de Elbe met de pont over te steken.

De vraag is of die andere mensen überhaupt een huis hebben.


29 juni, 2009

HET WERK ZOEKT HET HOGEROP




Hoger op de kaart, noordelijker dan gewoonlijk. Ik heb mijn zinnen gezet op Denemarken, daar stond ik eens - alleen - aan de grens maar ging er nooit over. Nu ga ik weer in m'n uppie, met m'n huisje op mijn rug dit keer en verwacht toch wel wat verder te komen. Het weer belooft goed te blijven, hier maar ook daar. Maar eerst ga ik naar Engelum - boven Leeuwarden - om bij 'Dutch Flying Objects' een nieuwe matrasvlieger te kopen. Mijn gescheurde oude liet ik in NZ achter, waar hij liefdevol hersteld is door de vrouw van de man die er nu weer plezier aan heeft. Ik hoop ergens aan de Jutlandse kust een plek te vinden waar ik hem op de proef kan stellen zonder dat hij mij de zee in sleurt!

28 juni, 2009


OEUVREPRIJS Körmeling




Ruim een jaar geleden schreef ik twee keer over het draaiende huis van John Kormeling op een Tilburgse rotonde. Over de problemen bij de realisering en de commotie die ontstond onder een deel van de Tilburgse bevolking nadat het opgeleverd was. Eén brievenschrijver had het zelfs over een wanprestatie. Wij vonden en vinden het prachtig. Wat ik de afgelopen maanden vergeten ben te vertellen is dat het huis korte tijd bewoond is geweest, gekraakt door een bekende Tilburgse thuisloze. Hij heeft er enige dagen mogen vertoeven. Ik denk dat John daar best mee in zijn nopjes was.
Nu heeft hij dus de Wilhemina-ring gekregen voor zijn gehele oeuvre, mijnsinziens een terrechte prijs. Toch mooi als ook 'wanprestaties' in de prijzen kunnen vallen.

26 juni, 2009

S T E E N U I L




Begin dit jaar schreef ik over het maken van een nestkast voor steenuiltjes:
-berendpeter.blogspot.com/2009/02-
Die kast kreeg wel bewoning, helaas niet van uiltjes maar van een spreeuwenpaar! Die spreeuwen heb ik uit het huisje gezet en een paar dagen de ingang met een steen gedicht, omdat ze zodra ik mijn hielen gelicht had weer kwamen bouwen.

Voor zover ik weet is de kast nu onbewoond, maar steenuiltjes zijn er wel! Buurman Gerard riep L. om met de camera te komen kijken naar een jong uiltje in de heg. Later riep hij mij omdat het uiltje beter zichtbaar was om een goede foto te kunnen maken. Hij zat eerst op het pad maar dook onder de heg toen hij mij hoorde en zag. Later zat hij in de bijna droge sloot verscholen onder een groot blad van de smeerwortel en kon ik deze opname maken. Hij hield mij goed in de gaten.
En nu maar hopen dat het beestje in de buurt blijft en mijn nestkast ontdekt!

Heeft iemand ervaring met steenuilen?

24 juni, 2009

K M


Ver voordat ik het echte 'kunstenaarsleven' in stapte, zo rond mijn 14e-15e levensjaar kwam 'Openbaar Kunstbezit' in huis. Pierre Jansen begon zijn 'verklarende' praatjes op de TV en ik nam een teken-proefles bij de LOI. Daarvoor al had ik bij mijn grootouders in een kastje op de logeerkamer de voorloper van dat 'het de leek verklarende' KUNSTSCHRIFT ontdekt; helaas ben ik vergeten hoe dat losbladige geval heette. Later kochten wij voor veel geld het Italiaanse blad DOMUS dat wij verslonden, maar waarvan wij ook ontdekten dat wij het niet echt nodig hadden. Er volgden jaren waarin wij geen kunstblad inkeken, totdat Metropolis M verscheen. De eerste nummers waren een verademing, maar al snel werd het een blad voor 'ons kent ons', de toppers van de maand kwamen van ver en waren een maand later al weer vergeten. Een abonnement op het blad heb ik nooit genomen, wel op kM dat jaren later verscheen. kM gaat niet over 'succesvolle' kunstenaars, maar over materialen die mensen in hun kust gebruiken en wat er met die materialen in de loop van de tijd gebeurt. Het eindresultaat is niet altijd voor de geschiedenisboekjes, maar de weg er naar toe en de ontdekkingen onderweg zijn meestal bijster interessant. In het laatste nummer staat op de omslag een foto van een man in een wonderlijke pose: hij lijkt te zweven, maar blijkt (bijna) vacuüm verpakt. Het is Lawerence Malstaf (1972), een Belgische kunstenaar waar ik nog nooit van had gehoord. Ooit probeerde ik een zwevend beeld te maken, ik denk dat het hem gelukt is! Het artikel in kM gaat niet zozeer om het eindresultaat, maar over de weg er naar toe en de problemen die je moet overwinnen. Video's van zijn werk zijn te zien op: www.fortlaan17.com. kM is een blad dat ik mee naar bed neem en meerdere malen van voor tot achter doorlees en dat nooit verveelt.

15 juni, 2009


RWE Braunkohle Kraftwerk Grevenbroich


Op weg naar onze laatste overnachtingsplaats zagen wij opeens een monster boven het groen. We passeerden iets waarbij ik dacht "weg in aanbouw" en zagen mensen nieuwsgierig over een planken schutting kijken. In een flits zag ik een machine die ik alleen van National Geographic of Discovery kende. Een machine waarbij mensen nietig zijn. Een paar kilometer verderop konden we draaien en bleek dat we vlakbij de schutting konden parkeren. De weg in aanbouw bleek het tracé van een dertig kilometer lange lopende band te zijn, die het afval van een bruinkoolmijn naar 'het monster' transsporteerde. Het bedrijf RWE had een viaduct gebouwd over de lopende band en daar meteen een fiets/wandelpad met uitkijkpunt onder gelegd. Bij navraag door L. bij een autochtoon hoorden wij dat het ging om een tijdelijk project, het 'monster' zou rond augustus klaar zijn met het vullen van een voormalige mijnlocatie en dan weer afgebroken worden. De put waar hij nu zijn afval in spuugt zal over een paar maanden met een laag teelaarde afgedekt worden en binnen een paar jaar net zo groen ogen als de rest van de omgeving die al gedaan is. De vraag of RWE ons schone energie brengt laat ik even hangen, zelfs de deskundigen zijn daar nog lang niet uit.











Bij thuiskomst moest ik maaien en andere achterstallige tuinzaken inhalen en kon L. frambozen en tuinbonen plukken. De frambozen zijn op 'de plaat' ingevroren, de ruim 4 kilo gedopte tuinbonen volgen weldra.


14 juni, 2009

E E N W E R E L D A P A R T
Bad Kissingen 2009



De vorige eigenaar van ons HUUSKE attendeerde ons op een MESSE in Duitsland, waar wij zeker heen moesten omdat daar de meest wonderlijke, mooie, goede of minder goede 'off the road' oplossingen te zien zouden zijn.
Nou zijn wij niet van die beursgangers, en meetings van gelijkgezinden laten we meestal ook links liggen, maar dit 'Abenteuer' wilden we wel meemaken.
We besloten de dag voor de opening naar de speciaal ingerichte camping af te reizen om van een staanplaats verzekerd te zijn. Het bleek een goede keuze: het hoofdveld met de tijdelijke douches en toiletten stond al barstensvol (dachten we; later werd het nog voller), maar andere grasveldjes leken nog heerlijk rustig. We vonden een leuk plekje en gingen aan het welverdiende pilsje. Tegenover ons ging een jonge man staan die na enig gezwengel een bedtent uit een doosje toverde! Het vreemde was, dat hij daarna op een matrasje in het gras ging liggen en steeds zenuwachtig om zich heen keek. Een uur later was het raadsel opgelost: zijn wonderlijk gedrag diende slechts tot het claimen van de grond. Na enig 'gebel' hadden zijn kennissen de plek gevonden en ingenomen!



Ook wij stonden een paar uur later niet meer alleen; op de plek waar ik hierboven nog lekker in mijn stoeltje zit, stonden rond middernacht twee 'bevriende' auto's met vijftigers die met zeiltjes de tussenruimte overkapten en aan een tafeltje daaronder tot diep in de nacht zaten te kletsen. Het is dat wij onze luifel hadden uitgezet, anders hadden ze nog dichterbij gestaan. Aan de andere zijkant kregen wij gezelschap van een drietal afzetunits waaronder twee BIMOBIL's. Ons kent ons dus, hoewel we ze niet meer gesproken hebben nadat L. opmerkte dat we wel erg intiem stonden, zo neus aan neus. Als laatste kwam achter ons een een hoog op de wielen staande truck waarop een omgebouwde en bewoonbaar gemaakte container geplaatst was. Eruit kwam een echtpaar - zeker laat in de veertig - met zoon(tje). De man was een kettingroker en duidelijk trots op z'n bezit. De manier waarop hij er mee omging gaf mij het idee dat hij er nog niet echt veel mee op pad was geweest, maar het zag er goed uit.




Terwijl ik in de laatste zonnestralen van mijn pilsje zit te genieten horen we een luid gebrul en komt dit monster voorbij! Achter het stuur zit een kordate vrouw die met grote vaart haar 'ros' over voet- en fietspad naar de andere kant voert om daar achter een rood-wit lint te parkeren en vervolgens van alles uit haar laadruimte begint te gooien. De zon schijnt dan nog steeds. Het blijken pick-nick tafels, parasols en banken te zijn met de bijbehorende barbeque-sets om de dan nog niet aanwezige 'teamleden' te voorzien van een centrale, gezellige plek. Helaas is het die nacht danig gaan spoken en is er van een gezellig samenzijn weinig terecht gekomen.


Vanaf de camping reed een groot aantal (gratis) bussen naar het hoog gelegen Messe terrein, een rit van dik tien minuten door mooi groen landschap. Met een privéauto kon (mocht) je er niet naar toe. Ondanks het zeer slechte weer was het ongelooflijk druk; als de regen (of hagel!) te gek werd, en dat kwam meerdere malen voor, vluchtte men onder het tentdoek van de meer vermogende standhouders. Wij hebben het er een uur of vier/ vijf volgehouden voordat wij besloten genoeg gezien te hebben en de bus weer opzochten om vóór de grote meute weer op de camping te kunnen zijn.












Wat ons opviel was het aantal oplossingen voor op of naast of achter de auto; vooral voor de Land Rover waren er veel aanbiedingen. Maar het blijft kamperen en aardig wat werk om die bouwsels aan en in elkaar te zetten. Leuk voor droog en zonnig weer, maar er komt een moment dat je dat niet meer wilt en uitkijkt naar een 'cocon' voorzien van enige luxe, waarin je kunt slapen zonder je bed op te hoeven maken, kunt koken zolang de gasfles niet leeg is en midden in de nacht je behoeften kunt doen op je eigen toiletje zonder in de regen naar buiten te hoeven, en dat zo vaak als nodig.






Die cocon kan groot en duur zijn, maar hoeft geen rib uit het lijf te zijn. Ook met een LADA, zagen wij ooit, valt goed te genieten van het buitenleven. Met enig begrip, liefde en verstand van oude (vracht)auto's valt daar heel wat van te maken. Heb je dat niet maar geld genoeg, blijf er dan af en investeer in in één van de vele oplossingen die anderen voor jou bedacht hebben. Maar leer er ook mee om te gaan. De modderpoel op de laatste foto was de in- en uitgang van het hoofdveld,. Die was volkomen droog toen wij aankwamen maar een ramp voor de luxecamper van een meter of tien (geen 4x4) die er tig keer heen en weer moest om vaste grond te bereiken.



Wat ons verbaast is dat er geen één moment, laat staan een stand was, die aandacht schonk aan wat al dat gedoe met brandstofverslindende en terreinverwoestende geweld te weeg brengt! Je kon een 'avontuurlijke' rit maken met een HUMMER (!) of kijken naar een pikzwarte afrikaanse man die een beeldje zat te hakken, maar dat alles ter meerdere glorie van het ter ziele gegane merk en een reisbureau! Eén keer was best leuk, maar dan ook nooit meer.


09 juni, 2009

S L O P E N



Enkele decennia geleden zag je bij de sloop van een viaduct als dit een man of zes met pneumatische sloophamers aan het werk. Niet ver van het werk stond dan een compressor op dieselolie veel stank en lawaai te maken. Dat werk was geen lolletje, vooral niet met de oudere hamers, die het hele lijf deden schudden. Vele slopers droegen toen een breukband. Het los gebikte puin ging dan met staal en al naar grote kraakinstallaties om beton en staal te scheiden. Nu doen één man en een hydraulische kraan het zelfde werk. Als eerste haakt hij een hydraulische sloophamer aan de kraanarm om scheuren en gaten in het beton te maken.Vervolgens monteert hij een soort 'krokodillenbek', een ongelooflijk krachtige hydraulische kraakbek die 360˚ kan draaien (denk ik). Met die bek breekt en trekt hij het sloopwerk uit elkaar en gooit dat op een hoop. Als er onverhoopt nog een stuk beton rond het staal zit breekt hij dat met één hap los. Rondom de kraan ligt dan ook staal en beton keurig gescheiden. De dieselmoter van de kraan maakt een aangenaam geluid, ik denk dat de machinist in zijn gesloten cabine het niet eens hoort.