Pagina's

02 januari, 2009

MOEDER EN DOCHTER
Deel 3


Een poging tot reconstructie, begonnen op 12/12/1994, herzien op 28/3/1995 en opnieuw nagelopen en aangepast in mei 2005.
Eind 2008 wederom bekeken en deels herschreven.


(21/12/1994)
Het was een oude voor-, tussen- en achteretage, twee hoog in de Grote Wittenburgerstraat. De keuken was zo smal dat er maar net een koelkast in kon. De douche was oorspronkelijk een vaste kast met daarin een granito vloertje gestort. Het was niet duidelijk waar de afvoer naar toe liep. In de tussenruimte stond ons bed. Vanuit de achterkamer die wij als woonkamer gebruikten, keken wij op de lange grauwe gevel van Werkspoor. De voorkamer was onze werkruimte. Ondanks de vele import was het nog een echte straat waar in de zomer de vrouwen en steeds meer mannen in hemdsmouwen uit het raam hingen om maar vooral niets te missen van wat er zich op straat afspeelde. Een buurman, hij woonde twee deuren verder, vroeg ons eens om bij hem boven te komen kijken. Hij bleek een circus artiest in ruste. Fantastisch zoals dat huis eruit zag, veel rode pluche en goud, goudkleurig welteverstaan, poppen, vergeelde foto's en reproducties van alles wat met circus te maken had. Kostuums in de meest bonte kleuren tot op de draad versleten, maar je zag hem er zo zijn act in doen. Jammer dat hij met zijn invitatie bijbedoelingen bleek te hebben, anders waren we zeker vaker langs gegaan.
Aan het einde van het eerste vakjaar beeldhouwen was het voor Marion duidelijk dat zij de verkeerde keuze had gemaakt. Ze had ontdekt dat ze het werken op kleinere schaal beter in de hand had en stapte over naar edelsmeden. Een niet onverstandige keuze zoals later zou blijken. Voor haar was het belangrijk dat ze haar werk letterlijk in haar hand kon houden. Haar keuze verrijkte ook mijn wereld, onze vriendenkring werd groter, de feestjes talrijker en de discussies meer divers. Marions moeder had liever voor haar dochter 'een man met toekomst en zekerheid' maar had zich neergelegd bij de situatie; ze kon moeilijk anders.

(22/12/1994)
Ik kan niet verder met dit verhaal zonder eerst te proberen iets op papier te krijgen van het bepaald niet zorgeloos verlopen leven van Marion's moeder Edith Herbst, modiste, geboren in Berlijn. De familie was niet onbemiddeld, totdat grootvader bij de eerste beurscrisis zijn kapitaal kwijt raakte. De familie moest verhuizen, opa kon het niet verwerken en maakte een einde aan zijn leven. Edith ging in 1936 zoals zovelen in die jaren op zoek naar werk. Maar ook op de vlucht voor het Nazi-regime. Haar reis voerde naar Holland. Toen Hitler Polen de oorlog verklaarde moesten Duitsers in het buitenland kiezen: terug naar het vaderland of nationaliseren. Edith maakte haar keuze en trouwde een Nederlander, 'op papier' zoals dat heet. De geschiedenis is zo oud als het beroep, ze moest voor hem werken. Die prijs was haar te hoog, zeker toen de man waarmee ze getrouwd was een fanatiek NSB'er bleek te zijn. Met behulp van vrienden kon ze hem ontvluchten en kwam in Amsterdam terecht. Ze heeft hem nooit meer gezien. Toen de generaals het tot dan neutrale Nederland binnen vielen en de Duitsers het in eigen land ook steeds moeilijker kregen, moet er een moment geweest zijn waarop zij besloot naar haar ouders in Berlijn te gaan. De ware reden hebben wij nooit te horen gekregen, waarschijnlijk was het een keuze tussen slecht en slechter. In Berlijn was ze een makkelijke prooi voor het verzet. Als Nederlandse had ze privileges wat reizen betreft. Al snel werd ze ingezet om geld en goud van Berlijnse Joden naar Zwitserland te brengen. Die reis moet ze een aantal malen gemaakt hebben. Als dank werd door de ontvangers zorgvuldig gecontroleerd of ze niets achter hield. De deur bleef meestal voor haar gesloten. Eén van de kopstukken van het Berlijn's verzet was een SS officier, door zijn functie en middels zijn handtekening was veel mogelijk in het bureaucratische Derde Rijk. De man was een jaar of tien ouder dan Edith, maar de enige waar ze ooit echt van gehouden heeft. Een paar jaar hebben ze hun liefde kunnen delen, Edith raakte zwanger, het verzetswerk ging door. (Op dit moment wordt de geschiedenis vaag, wij kregen haar in de loop van dertig jaar in fragmenten, soms in verschillende versies opgediend. Ze sprak er liever niet over, zoals bijna iedereen die echt iets heeft gedaan in die jaren er liever niet over spreekt.) De verzetsgroep wordt verraden, Edith wordt opgepakt en in een kamp gevangen gezet. Om te overleven papt ze aan met de kampcommandant die haar wel ziet zitten en uiteindelijk komt ze vrij. Hoelang ze daar gezeten heeft en wat ze heeft moeten doen om vrij te komen heeft ze nooit willen vertellen, we kunnen er naar gissen maar leuk zal het niet geweest zijn. Zo rond als een tonnetje terug in het ouderlijk huis, adviseerde haar vader haar terug te gaan naar Nederland omdat daar voor haar en het kind een betere opvang zou zijn dan in Berlijn. Edith stapt op de trein. Ze zijn een dag of vier onderweg als de trein door geallieerde jagers onder vuur genomen wordt. Zij die de aanval overleven gaan te voet verder. Op dertig kilometer van de grens raakt ze totaal uitgeput, ze kan niet meer. Liefdevol wordt ze opgenomen in het hospitaaltje van een klooster bij Lingen/Ems en bevalt daar van Marion. Een paar maanden mogen ze blijven om op sterkte te komen, dan gaat de reis weer verder. Terug in Nederland worden ze meteen opgepakt. De oorlog was voorbij maar voor moeder en dochter nog niet! Een interneringskamp in Groningen was voorlopig hun onderkomen. Een vrouw van Duitse oorsprong, getrouwd met een NSB'er en een dochter van onbekende herkomst dat was fout. Hartstikke fout!


Derde deeltje, wordt vervolgd.

OOOOOOOO



01 januari, 2009

MOEDER EN DOCHTER
Deel 2

Een poging tot reconstructie, begonnen op 12/12/1994, herzien op 28/3/1995 en opnieuw nagelopen en aangepast in mei 2005.
Eind 2008 wederom bekeken en deels herschreven.


(15/12/1994)
Het vriendje kwam nog een keer, op 'Mientje' d'r achttiende verjaardag, het eerste feestje dat ze van haar moeder mocht geven. Een dikke mandfles Chianti en een paar flesjes bier en natuurlijk Franse kaas op toast of roggebrood. De geleende draagbare platenspeler produceerde muziek, veel chansons, Nina Simone en nu vergeten Israëlische zangeressen. Niet te hard want de buren hoefden niet mee te genieten en moe moest nog werken. We zaten op de vloer en het bed. 'Hij' zat op de enige stoel, ver genoeg van mij af om hem niet te hoeven spreken. Op de enkele resterende vierkante meter werd tegen twaalven ook nog gedanst. Rond één uur bracht m'n Solex me weer thuis. Al snel na het feest maakte hij het uit. Mijn gevoelens waren stilaan aan het veranderen, de verliefdheid werd 'houden van'. Ik wist het zeker: met deze vrouw wilde ik verder. Dat gevoel is altijd zo gebleven. Haar verlangen naar warmte en tederheid was niet anders dan het mijne maar we vonden elkaar daarin zelden. De studie hield ons bijeen, we bleken meer gemeen te hebben dan wij aanvankelijk wilden toegeven. Als maatjes doken we de vakklas in, de beeldhouwklas van Carel Kneulman.

(16/12/1994)

M'n eerste eigen atelier was de keuken van de pastorie die behoorde bij de kerk waarvan de hoofdingang in de Kalverstraat zat en passanten trok met de kreet: "Een uur voor God". Eén keer per jaar kwam er beweging in de kerk, gestommel achter mijn deur op de trap van de pastorie. De achteruitgang bleek gebruikt te worden voor de 'Stille Omgang'. Een geheimzinnige stoet mensen, 't merendeel mannen in somber grijs daalden dan de trap af. De eigenlijke pastorie was heilig, niet vanwege de kerk maar omdat die het atelier was geweest van een niet onbekende kunstschilder. Paarden, landschappen en stillevens waren zijn specialiteit geweest. De ruimte rook naar stof, stoffen en verf. Verse verf op doekjes van 30x40cm, opgebracht door de man van wie ik de keuken mocht gebruiken. Een oude kennis van mijn moeder, vervroegd met pensioen vanwege Indië en liefhebbend schilderend. De opstellingen van aardewerken kruiken, flessen, schalen inclusief ingedroogd fruit van de eerste gebruiker, trachtte hij in verf om te zetten. Het was nooit goed genoeg volgens zijn eigen zeggen. Zijn toevoegingen aan het atelier en op zijn doekjes waren gebatikte stoffen en een enkel ander Indisch voorwerp op de laatste reis naar huis meegenomen. Wij wilden een feestje, mijn keuken was te klein dus weken wij uit naar de belendende ruimte. Kaarsen in de bestoven flessen, eetwaar in de schalen en de ezels aan de kant geschoven. Om kwart voor twaalf ging het licht aan, juist die avond wilde mijn weldoener aan zijn vrouw de gemaakte vorderingen laten zien. Het feest was over. Ik mocht niet opruimen maar moest wel op zoek naar een andere werkruimte. Die vond ik vrij snel of liever gezegd mijn vader, een kelderruimte voor negen gulden in de week, schuin tegenover de school waar hij les gaf. Slechts vijf minuten lopen van mijn lief. Ik besloot er niet alleen te gaan werken maar ook te gaan wonen. Mijn moeder zegende dat in, zij kwam aanzetten met twee aardewerken mokken en een fles wijn. Zij keurde mijn stap goed. Ik was zelfstandig en gelukkig. Het is ook bij dat ene bezoekje gebleven, ze is er nooit meer geweest.

(17/12/1994)
Een WC was er niet, wel een spoelbak op kruishoogte. Als de nood hoog was poepte ik op een krant, maakte er een keurig pakje van en smeet dat 's morgens vroeg op weg naar mijn werk in de gracht. Om half acht moest ik beginnen. Polyester etalagepoppen maakten we, vies en vooral ongezond werk, maar dat wisten wij toen niet, De afzuigkasten die er wel waren gebruikten we niet omdat ze te klein waren en maskers en handschoenen waren alleen maar lastig. Een leerschool was het wel. Mijn liefje werkte voor hetzelfde bedrijf in een ander gebouw, d'r eerste vriendje had ze daar leren kennen. Om één uur zat m'n werk erop en dook ik m'n kelder weer in. Lekker klooien met gevonden of gekregen materiaal, soms gepikt op mijn werk. Twee uitersten waren mijn leermeesters, Henry Moore en Jean Tinguely. Vorm en techniek en de combinatie daarvan. Ik heb nooit kunnen kiezen. Voor de één een teken van armoe voor de ander een verrijking van het oeuvre, het zal me worst wezen. Ik boetseerde net zo makkelijk een portret als dat ik de schoonheid inzag van aan elkaar gelast schroot. Een keer boetseerde ik een portret van m'n liefje en goot dat af in gips. Bij het loshakken ging iets mis, ik sloeg het achterhoofd kapot, het aangezicht was wat ik overhield. Na een ruzie vond ik het terug met grote krassen over de ogen en neus. Het is mij even dierbaar. We groeiden steeds meer naar elkaar toe. Na twee jaar boden vrienden die gingen verkassen ons hun woning aan. Illegaal welles waar, maar wij besloten het te doen en woonden van de ene op de andere dag bij elkaar. De eerste nacht zakten we door ons bed! Een oud houten ledikant gekregen van mijn grootmoeder. We hadden elkaar niet eens aangeraakt, daar waren we te moe voor, maar ik had het bed slecht in elkaar gezet.


Tweede deeltje, wordt vervolgd.


OOOOOOOO

31 december, 2008

MOEDER EN DOCHTER
Deel 1


Een poging tot reconstructie, begonnen op 12/12/1994, herzien op 28/3/1995 en opnieuw nagelopen en aangepast in mei 2005.
Eind 2008 wederom bekeken en deels herschreven.


(12/12/1994)
De eerste keer dat wij elkaar in de ogen keken was op het instituut waar wij hoopten toegelaten te worden. Ze was me niet opgevallen, een kop kleiner dan ik met een artistiek bruin leren vest met gebreide mouwen en de vacht naar binnen gekeerd. Ik keek sowieso nog niet naar meisjes, wist niet wat ik er mee aan moest. "Goh, werk jij bij Marcuse? Dat is leuk mijn vriendin werkt daar ook!" Die eerste zin was verre van romantisch, mijn antwoord nog minder: "ja, en…?" Voor die avond had ik het goed verpest, wist ik veel.
We bleken in dezelfde klas te zitten, zij mij niet meer kennende en ik met vlinders in mijn buik. In de koffiepauze probeerde ik haar aandacht te trekken, m'n vlinders vlogen wel maar wisten niet goed hoe. Stinkend jaloers was ik als zij met een ander in discussie ging over zaken waar ik niets van begreep. Als zoontje van een Montessori man moest ik bewijzen dat leren iets is dat uit jezelf moet komen, zo niet, dan niet. Ik tekende, knutselde en maakte fantastische reizen in de Bosatlas. De leervakken waren aan mij niet besteed! Over de Grieken en Romeinen had ik wel gelezen, maar wie of wat in welke periode thuishoorde had niet mijn directe belangstelling, laat staan dat ik het onthield! De boekjes over Edison, Stephenson en de gebroeders Wright las ik vele malen, hun experimenten bouwde ik na. Helaas gingen vele gesprekken in de koffiekamer van het kunstinstituut over zaken die ik had laten liggen!
Ik moest mijn strategie veranderen, mijn aandacht verleggen wilde ik mijn vlinders laten fladderen. Voor het eerst ontdekte ik dat leren leuk kon zijn, zinvol ook en dat in een gebouw waar ik mij in thuis voelde en mensen die mij interesseerden. We volgden lessen in de avonduren, van zeven tot tien. De meeste studenten waren ouder dan ik en hadden al een vriend of vriendin, ze waren soms zelfs al getrouwd.


(13/12/1994)
Mijn 'koppie kleiner' had ook een vriend. Ik kwam daar op een avond achter toen ik dacht dat de tijd rijp was (als je echt contact wilt moet je haar naar huis brengen was mijn simpele gedachte), met m'n Solex in de aanslag wachtte ik haar op, op veilige afstand van de uitgang. Verdomme er staat een vent op haar te wachten, geeft een zoen en gearmd gaan ze de stad in. Verkeken is mijn kans! Ik puf de stad uit naar mijn kamertje in het ouderlijk huis. De teleurstelling houdt mij uit mijn slaap. Die vent, zo bleek later, was haar eerste echte vriendje, een paar jaar rijper, ook kunststudent en een geweldig charmeur, bovendien in het bezit van een auto. Daar kon ik met mijn Solex nooit tegenop. De avonden dat hij verstek liet gaan wilde ze wel bij mij achterop, tot aan de voordeur. "Slaap lekker, morgen zie ik je weer"; een zoen was er niet bij. Mijn vlinders wisten niet hoe ze het hadden. Ik was hopeloos verliefd begreep ik nu, maar hoe pak je zo iets aan?

(14/12/1994)
Moeders voelen zoiets meteen aan; met Sint kreeg ik een pakje, wat erin zat weet ik niet meer, de eerste regel van het gedicht wel: Marjonnetje, Marjonnetje m'n hart danst als een ballonnetje. Duidelijker kon het niet, al hadden zij elkaar geloof ik op dat moment nog niet ontmoet. Moeders zijn trots en waakzaam tegelijk, vaders worden alert als dochterlief met een vriendje thuiskomt. Mijn Bajonnetje had geen vader dus dat was geen te nemen hindernis. Wel een moeder die keihard werkte. Schitterende hoeden maakte ze die zij voor een veel te lage prijs verkocht aan klanten die het lef hadden te vragen "of er nog iets af kon". "Liefje, m'n oude is eigenlijk nog goed, maar als je nu even dit of dat, dan kan het toch weer dat mag toch niks kosten?!" Een totaal vernieuwde hoed was meestal het resultaat. De mevrouwen kwamen wel met de wagen gereden door een chauffeur.
De zoen was erin geslopen en ik mocht mee naar boven, de zware boodschappenmand meetorsend die wij samen volgens moeders lijstje op de Cuyp hadden gevuld. De prijs was meestal doorslaggevend, hoewel de man of vrouw achter de kraam ook niet onbelangrijk was. Als de aankopen gecontroleerd en opgeborgen waren gingen moeder en dochter meestal even 'langsliggen', beiden in foetushouding op de houten vloer voor de kachel. Een half uur lang was ik dan alleen met m'n Gauloises en dorst me nauwelijks te bewegen. Tijd om na te denken, te observeren en te leren.

Eerste deeltje, wordt vervolgd.



OOOOOOOO


30 december, 2008

Meisje is niet meer



Een groot poezenliefhebber ben ik nooit geweest, maar een poezenhater zoals sommigen beweerden ook weer niet. Vanuit Amsterdam namen we twee 'huis katers' mee die hier het buitenleven leerden kennen we noemden ze Igor en Iwan, één rode en één Cyperse kater. Ze kwamen uit een nest bij vrienden. Igor stierf aan een hartstilstand maar Iwan's hart wilde niet stoppen, hij werd 'vanbinnen' gesloopt en z'n pootjes wilden ook niet meer mee. Ik heb hem bij de dierenarts achter moeten laten. Allebei hebben ze een respectabele leeftijd bereikt. L. heeft in de stad ook een aantal poezen en katers gehad, één daarvan was al snel meer hier dan in Amsterdam. Zijn naan was Woelfie, hij leek een Pers maar was dat niet. Hij genoot van het buitenleven maar kon moeilijk alleen zijn leek het. Er kwamen dan ook een paar jonge dames in huis om hem te hem plezieren. Helaas gingen die te onbezonnen te werk en de één na de ander verloor het leven. Bijna tien jaar geleden haalden we Minou uit het asiel, een poes van acht jaar oud om samen met Woelfie op te trekken, maar vriendjes zijn ze nooit geworden. We noemden haar Meisje. In 2004 vond ik Woelfie dood in de tuin, tong uit de bek en vliegen rond zijn ogen, ook een hartstilstand waarschijnlijk.
En Meisje? Meisje leefde op, vroeg steeds meer om aandacht, maar ging de laatste tijd dementeren en zeer snel achteruit.
Ik ging voor 'slechts' een diagnose met haar naar de dierenkliniek en kwam zonder haar thuis. Dat deed ik ondanks mijn afstandelijkheid niet zonder een brok in mijn keel.

Vandaag lag er een kaart in de bus, voor mij net een stapje te ver, maar voor anderen een welkome blijk van 'medeleven'.



26 december, 2008

P L A Y M O B I L




Het is geschikt voor 4+ staat op de doos, dus ik mag er mee spelen!
Ik kreeg het van m'n randdochter met kerst. "Een cadeautje voor de lol, een grap, een geintje, een grote grol." Aldus de laatste regel van het gedicht.



Playmobil is van na mijn kindertijd, maar zij is er mee opgegroeid. Ze heeft dan ook een vuilniszak vol en die staat (sinds zij een eigen woning heeft) bij mij boven in het atelier. Zij heeft er zelf geen plek voor, maar wil het ook niet kwijt.
Als je geen kinderen en kleinkinderen hebt en dus nooit dit soort speelgoed koopt zoals ik, kunnen zelfs teksten en symbooltjes op de verpakking tot verbazing leiden. Zo'n 'verbodsbord' - verboden van 0-3 jaar - had ik nog nooit gezien! Laat staan de fonetische uitspraak van het woord Playmobil. En wat bedoelen ze met 'adres bewaren'? Het zullen wel weer Europese regels zijn, net als de vermelding: 'bevat kleine onderdelen die kunnen worden ingeslikt'! Ik denk dat heel veel van deze regels weer moeten worden ingeslikt en er net als in het verkeer weer meer aan onze eigen verantwoordelijkheid moet worden overgelaten; dat scherpt de geest en houdt ons helder.
En aan de fabrikant van dit spul het advies, de schaal van e.e.a. aan te passen want kinderen zijn niet dom, zeker niet als ze boven de zestig zijn!


OOOOOOO


23 december, 2008

EEN VRAAG op de valreep..




Waarom is niet de kortste dag de laatste dag van het jaar en de langste halverwege?



(+^+)



19 december, 2008

HOOG EROTISCH


CHINA 1750-1770

Als er al een scheidslijn tussen erotiek en porno is, is die m.i. flinterdun. De erotisch bedoelde voetverzorging op deze briefkaart uit het Rijksmuseum zou ik geen porno willen noemen hoewel het beeldje waarschijnlijk wel gemaakt is om de zinnen te prikkelen. Het aanraken van iemands voeten, oren, neus of armen kan voor beide partijen opwindend zijn. Toch gaan de meeste, zinnenprikkelende erotisch bedoelde afbeeldingen veel verder. Tot grote hilariteit van drommen toeristen in de rosse buurten op deze aarde. De liefde, ook betaalde liefde is zo oud als de mensheid. De lust opwekkende afbeeldingen ook. De voorstellingen van parende mensen uit de Griekse en Romeinse tijd en de latere prentkunst uit o.a. Japan, India en China worden onder het kopje erotiek gezet. Maar de foto's en filmpjes van nu met dezelfde handelingen noemen we porno!
Naar erotiek mag je kijken, zeker als het woordje kunst eraan wordt toegevoegd. Erotische kunst krijg je dan, maar pornokunst? Warhol heeft het geprobeerd, maar op te kleine schaal. Pornografie is nog steeds bij velen taboe, hoewel het beter bereikbaar is dan ooit.

Als je de Dikke van Dale erop na slaat kom je het volgende tegen: erotiek = het geheel vd liefdegevoelens seks = gegevens, verhalen, afbeeldingen over het geslachtsleven; erotiek
porno = verzamelnaam voor zinnenprikkelende lectuur, films, muziek, tekeningen enz.

De verklaring van erotiek slaat wat mij betreft de plank geheel mis, want erotiek is m.i. een onderdeel van de liefdegevoelens. Bij seks komt erotiek ineens dichtbij en bij porno mis ik de literatuur en vraag ik mij af wat muziek daar doet. Wat is porno muziek, Hip Hop?



Een beeldje uit de 20er jaren van de vorige eeuw.

Uit: DREAMS OF SPRING
erotic art in China
Ferry Bertholet.





Kunst, erotiek of porno?

(o)


18 december, 2008

S N O E K E N





Een paar weken geleden werd mijn aandacht getrokken door een visser die kennelijk met een radiografische besturing stond te spelen. Tientallen meters uit de kant voer iets dat op een landingsbootje leek. Na een babbeltje met de man bleek mij dat hij niet stond te spelen, maar aan het 'snoeken' was, grote snoek welteverstaan en die vertoeft in diep water vertelde hij. Dat bootje, de Carpcatcher BT V met kiepinrichting brengt zijn aas op de juiste plek! Er zit een dieptemeter in. Hij vist met een dode haring die hij aan de lijn bevestigt en in het kiepbakje legt, vervolgens zoekt hij met het bootje de juiste diepte op en geeft het commande: laat maar los. Het aas zakt naar de juiste diepte en het bootje keert weer om. Dan is het wachten tot de verklikkers zich laten horen.
Vanmorgen was hij er weer en kon ik foto's van het bootje maken en liet hij mij een foto zien van een snoek van 1.24m die hij twee weken terug hier ving. Terugkomend van het KLURKEN zag ik hem zenuwachtig heen en weer rennen en wenkte hij mij te komen. Voor het binnenhalen was ik net te laat, maar voor de fotosessie precies op tijd! De snoek mat 1.10m en had een goed gevulde maag, niet door de haring want die zat nog - aangevreten - aan de lijn.
Misschien dat onze Visvriend er nog meer over kan vertellen.





visvisvisvisvisvis


17 december, 2008

S W A F F E L E N




Swaffelen, wiiën, bankendomino, smirten, Breezerseks, slaaprijden, duyvendakken, gastroseksueel, horroropa, zweef-tv en hufterindex zijn werkwoorden en woorden woorden waar ik nog nooit van gehoord heb, maar die voorgedragen zijn voor de verkiezing van het Woord van het jaar 2008. SWAFFELEN is het geworden, maar Benny deed 't al jaren geleden. En wat deed Benny dan? Benny liet zijn geslachtsdeel slingeren en tikte er moedwillig mee tegen een schoolbord en microfoon! Gewoon voor de lol, niet voor de opwinding.

Halverwege de tachtiger jaren van de vorige eeuw organiseerden wij, De Culturele Kring van het Land van Heusden en Altena een tentoonstelling met schilderijen van Aat Velhoen. Aat vroeg zijn vriend, de in Amsterdam wonende en werkende komiek Jango Edwards de tentoonstelling te openen. Jango kwam op in z'n blootje met een kwast aan zijn leuter gebonden, doopte die in de verf en.......begrijp ik nu, begon er mee te SWAFFELEN! Hij swaffelde een doek vol kleurige strepen, geen Veldhoen maar een echte Jango! Johnny (The Selfkicker) van Doorn was er ook om e.e.a. aan elkaar te lullen. Het was de beste, opwindendste en leukste opening die we ooit hadden. En dat in Kasteel Dussen!

PS

Wat Jango deed was leuk en leverde wat op, wat op YouTube te zien is, is zielig!

Maar het volk heeft gekozen, ik hoop dat Het Genootschap die keuze naast zich neer legt!



O=O




K L U R K E N






KLURKEN (Ned.) is een nieuw woord, maar net niet hét woord van het jaar geworden!

KLURKEN is een nieuwe manier van lopen waarbij door het schoeisel geluid wordt gemaakt of liever gezegd een poging wordt gedaan tot componeren.
Als finale dient u over uw eigen voeten te struikelen, hetgeen de KLURK (Ned.) in deze demo niet lukte.


O=O