Pagina's

05 februari, 2013

KUNSTMARKTEN







foto Kors van Bennekom



Begin zestiger jaren ging ik wel eens kijken op het Rembrandtplein in Amsterdam als daar weer eens schilders op de 'kunstmarkt' voor hun ezels stonden. Na een paar keer rondgelopen en rondgekeken te hebben hoopte ik dat dat wat ik zag, mijn toekomst niet zou zijn.
Met verbazing zag ik hoe een man met met zo'n grote Franse Baret schuin op het wollige grijze hoofd met één grote kwast een heel bos van bladeren voorzag. De man maakte van die landschapjes voor boven de bank of het dressoir. Voor de lucht had hij twee kwasten; één voor het wit en de ander was blauw van de sneldrogende verf. De voorgrond ontstond ook met een paar snelle brede streken van een blokkwast. Voor een enkel detail lagen er een paar penselen. Rond de ezel stond de verkoopvoorraad bijna identieke landschapjes naast een stapeltje nog maagdelijk doeken. Op een enkele uitzondering na kwam de kwaliteit van het werk van zijn collega's niet boven dat van hem uit.  Belangstelling was er echter wel en verkocht werd er ook, niet aan drommen buitenlandse toeristen want die waren er nog niet, maar aan Amsterdammers en 'lui van buiten'.
Marktkramen zag je ook nog niet, het werk stond op ezels of hing aan het hek beschut voor de felle zon door parasols. Afgekeken van Parijs en andere grote steden. De mannen en vrouwen die daar hun werk toonden waren wel mensen die probeerden van hun werk te leven, soms maakten ze in het atelier totaal ander en vaak beter werk.






Op de kunstmarkten van tegenwoordig kom je heel andere mensen tegen met de meest uiteenlopende flauwekul. Het zijn hobbyisten, ze noemen zich nu vrijetijdskunstenaar, vroeger zeiden wij amateur. Het woord Kunst is net als Design verworden tot een verkoop slogan. Het heeft totaal niets meer te maken met de betekenis zoals ik het heb leren kennen. 
Kunstmarkten waren ooit een goedkope plek voor Kunstenaars om hun werk te slijten, maar zijn verworden tot toeristische kermis attracties voor mensen die met het hele gezin graag een dagje uit gaan. De 'vreettenten' draaien een topomzet, de populaire 'kunstamateurs' pikken een graantje mee. Het Grote Publiek geniet, loopt langs en kijkt toe en begint Pierre Janssen te missen om te begrijpen waar het eigenlijk om gaat.




3 opmerkingen:

  1. ik ben geen fan van het woord kunst maar accepteer het. Als mensen zich kunstennaar noemen krijg ik een naar gevoel. Bij kunstmarkten als ik er over heen loop denk ik dat kan ik ook maken waarom zou ik het moten kopen. Maar waar het om gaat als je het mij vraagt is of mensen gedreven zijn met de dingen die ze maken. Als dat zo is denk ik niet dat je dat mag neer sabelen als rotzooi of als geen kunst zijnde mag afdoen, zo wel is dat een persoonlijke smaak. Als je een kind vraagt om naar een picasso te kijken en een zogenaamde amateur denk ik niet dat het verschil ziet of meer waarde zou hechte aan meneer picasso. Het is gedrevenheid wat mensen tot kunstenaar maakt.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Er zijn gedreven kunstenaars, dat is waar. Er zijn ook gedreven kunstenaars die rotzooi maken, maar tussen "ik rotzooi maar wat aan " van Karel Appel en rotzooi maken zit een groot verschil. Dat verschil is net zo groot als het verschil tussen goed en kwaad, maar je moet het wel zien.
      Meningen en smaak verschillen, gelukkig mogen we dat in dit land ook laten merken.

      Verwijderen
  2. Over kunst gesproken, weet je dat het blog 'achter jouw blog' dit blog is? http://adambeeldenva1900.blogspot.nl/

    BeantwoordenVerwijderen