INDIVIDUEEL TREKKER 1959
Mijn eerste rondje Nederland op de fiets ging langs ooms en tantes waarmee mijn moeder telefonisch of per brief afspraken had gemaakt. Het was geen bijster groot rondje, vanuit Arnhem naar het Gooi daarna Velzen en over Rotterdam weer terug. Ik maakte de tocht samen met een schoolvriendje, een soort Dik Trom. Met hem heb ik voor het eerst de 'liefde' bedreven, van mannenliefde hadden wij nog nooit gehoord. Dat kwam zo: in Huizen mochten we van 'tante' gaan zwemmen in het IJsselmeer; voordat je bij het water kwam moest je door het riet en in dat riet werd door jongens en meiden 'gerotzooid'! Dat wilden wij ook wel eens proberen en bij gebrek aan de andere sexe moesten wij ons behelpen. Dat lukte van geen kant, maar ik kan mij herinneren dat we behoorlijk 'gegierd' hebben! Ik vermoed dat deze jongen het na thuiskomst aan z'n ouders heeft verteld, we mochten nooit meer samen spelen!
In 1959 was ik oud genoeg (14) om aan mijn tweede rondje te beginnen, we woonden ondertussen in Amsterdam en daar was in de Prof. Tulpstraat het hoofdkwartier van de Nederlandse Jeugdherberg Centrale waar ik mij als 'individueel trekker' in liet schrijven. Met die kaart op zak ben ik op de fiets gestapt en ben Nederland gaan verkennen, via het oosten naar het noorden en via het westen weer terug. Volgens de stempels op m'n kaart heb ik er nog geen week over gedaan. Ik zal veel gezien hebben onderweg maar veel gesproken zeker niet. Ik kan mij herinneren dat ik in één van de herbergen onder het afwassen aangesproken werd door een meisje en niet wist hoe te reageren. Ik vond het spannend maar doodeng. Ik heb nog steeds moeite met socialiseren. De laatste stempels zijn van 1961 en 1962 maar van die uitstapjes weet ik mij niets te herinneren.
In de jaren tachtig ben ik ook een keer alleen op pad gegaan, maar nu met de auto. Ik zou minstens een maand wegblijven had ik mijzelf en Marion beloofd, maar na een week was ik al weer thuis na een rit door Frankrijk en Duitsland, praktisch zonder één woord gesproken te hebben. Ruim tien jaar later flikte ik dat nog een keer, dwars door Frankrijk zonder ooit iemand aan te spreken. Mijn laatste weekje alleen op pad dit jaar heb ik het wat beter gedaan, ik heb mijn mond zo nu en dan open gedaan. Eigenlijk beviel dat best, al zint mij het kouten nog steeds niet.
De Jeugdherbergen bestaan niet meer, ze zijn omgevormd tot hostels met de in mijn oren vreselijke klinkende naam Stayokay. Jeugherbergouders zijn directeur geworden van een hostel met niet alleen jongeren meer als gast. Plakplaatjes om in je lidmaatschapskaart te plakken zullen er ook niet meer zijn, je koopt nu een Stayokay card waarmee je korting op de overnachtingen krijgt en de slaapzalen zijn verbouwd tot hotelkamertjes met stapelbedden die simpel in een tweepersoonsbed te veranderen zijn.
De kans op een flirt tijdens het piepers jassen of de afwas lijkt mij ook verleden tijd.
In 1959 was ik oud genoeg (14) om aan mijn tweede rondje te beginnen, we woonden ondertussen in Amsterdam en daar was in de Prof. Tulpstraat het hoofdkwartier van de Nederlandse Jeugdherberg Centrale waar ik mij als 'individueel trekker' in liet schrijven. Met die kaart op zak ben ik op de fiets gestapt en ben Nederland gaan verkennen, via het oosten naar het noorden en via het westen weer terug. Volgens de stempels op m'n kaart heb ik er nog geen week over gedaan. Ik zal veel gezien hebben onderweg maar veel gesproken zeker niet. Ik kan mij herinneren dat ik in één van de herbergen onder het afwassen aangesproken werd door een meisje en niet wist hoe te reageren. Ik vond het spannend maar doodeng. Ik heb nog steeds moeite met socialiseren. De laatste stempels zijn van 1961 en 1962 maar van die uitstapjes weet ik mij niets te herinneren.
In de jaren tachtig ben ik ook een keer alleen op pad gegaan, maar nu met de auto. Ik zou minstens een maand wegblijven had ik mijzelf en Marion beloofd, maar na een week was ik al weer thuis na een rit door Frankrijk en Duitsland, praktisch zonder één woord gesproken te hebben. Ruim tien jaar later flikte ik dat nog een keer, dwars door Frankrijk zonder ooit iemand aan te spreken. Mijn laatste weekje alleen op pad dit jaar heb ik het wat beter gedaan, ik heb mijn mond zo nu en dan open gedaan. Eigenlijk beviel dat best, al zint mij het kouten nog steeds niet.
De Jeugdherbergen bestaan niet meer, ze zijn omgevormd tot hostels met de in mijn oren vreselijke klinkende naam Stayokay. Jeugherbergouders zijn directeur geworden van een hostel met niet alleen jongeren meer als gast. Plakplaatjes om in je lidmaatschapskaart te plakken zullen er ook niet meer zijn, je koopt nu een Stayokay card waarmee je korting op de overnachtingen krijgt en de slaapzalen zijn verbouwd tot hotelkamertjes met stapelbedden die simpel in een tweepersoonsbed te veranderen zijn.
De kans op een flirt tijdens het piepers jassen of de afwas lijkt mij ook verleden tijd.
Waar een blog al niet goed voor is ! Ik weet het al een tijdje, maar vroeger dacht ik echt dat jij heel makkelijk was en helemaal geen moeite had met praten. Ik ben altijd wat jaloers op mensen die bij bv. een receptie zo vanzelfsprekend zich voegen bij een groepje (voor mij is zoiets echt een drempel).
BeantwoordenVerwijderenth.
Wat een schitterende stempelkaarten zijn dat, met die - nu bijna folkloristisch aandoende - ingekleurde plaatjes. Mooi dat je die zo lang bewaard hebt.
BeantwoordenVerwijderenIk ben onder de indruk van de afstanden die je afgelegd hebt op de fiets. Hoe jong was je toen al niet, die eerste keer met je vriendje op pad? Je was vast een sterke en energieke jongen, want nog steeds lijkt je levenskracht onuitputtelijk.
Dat je zo stug kon zijn in de sociale omgang weet ik nog van de eerste ontmoetingen met jou en Marion (o.a. op het terras van een pizzeria in Heusden), waar je de hele avond stilzwijgend aan de rand van de groep kon blijven zitten. Bevreemdend, maar later ontdekte ik dat je heel anders kon zijn. Het is voor J. en Th. een groot compliment dat ze (net als Lo. trouwens) die geslotenheid niet meegemaakt hebben: kennelijk heb je je bij hen altijd al op je gemak gevoeld.
L.