BP schrijft...
Ga je mee de HEMA in?
Ga je mee de HEMA in? Het is een zin waar heel veel in verscholen zit. Het zou de titel van een Van Straaten kunnen zijn.
Ga je mee de HEMA in? Ik hoorde het een vrouw zeggen terwijl ikzelf met ons rode boodschappenkarretje, zwaar van het citrusfruit, met mijn rug naar de ingang van die HEMA stond. Ik dacht dat ze mij aansprak, maar het bleek haar man te zijn die na een meter of vijf, met sigaar in de mond en pet op volgde. Hij mompelde iets onverstaanbaars en knipperde met zijn ogen, ik, zag hem denken: "moet dat nou?"
Op zo'n moment zie ik het leven van die mensen als een film aan mij voorbijschieten.
De man was altijd naar zijn werk, vertoefde onder collega's. De vrouw bestierde het huishouden en als ze tijd over had ging ze met vriendinnen 'de stad in' . Dan komt er een moment, wel of niet vrijwillig dat de man het huis niet meer uit hoeft. Thuis zitten is ook niet alles en vissen is niet bepaald zijn hobby. Mee de stad in met 'de vrouw' is dan een optie, misschien komt hij wel oude makkers tegen om een praatje mee te maken. Dat 'winkelen' vindt hij maar niets, een winkel binnengaan alleen maar om te kijken of te kopen wat je eigenlijk helemaal niet nodig hebt is aan hem niet besteed. Hij wacht liever buiten op een bankje genietend van zijn sigaar en mijmerend over verleden en toekomst. Tot de dag aanbreekt waarop hij niet meer achter haar aan sjokt, maar haar een arm geeft om zo samen de HEMA in te stappen voor een bakkie en een Bossche Bol.
Ga je mee de HEMA in? Ik hoorde het een vrouw zeggen terwijl ikzelf met ons rode boodschappenkarretje, zwaar van het citrusfruit, met mijn rug naar de ingang van die HEMA stond. Ik dacht dat ze mij aansprak, maar het bleek haar man te zijn die na een meter of vijf, met sigaar in de mond en pet op volgde. Hij mompelde iets onverstaanbaars en knipperde met zijn ogen, ik, zag hem denken: "moet dat nou?"
Op zo'n moment zie ik het leven van die mensen als een film aan mij voorbijschieten.
De man was altijd naar zijn werk, vertoefde onder collega's. De vrouw bestierde het huishouden en als ze tijd over had ging ze met vriendinnen 'de stad in' . Dan komt er een moment, wel of niet vrijwillig dat de man het huis niet meer uit hoeft. Thuis zitten is ook niet alles en vissen is niet bepaald zijn hobby. Mee de stad in met 'de vrouw' is dan een optie, misschien komt hij wel oude makkers tegen om een praatje mee te maken. Dat 'winkelen' vindt hij maar niets, een winkel binnengaan alleen maar om te kijken of te kopen wat je eigenlijk helemaal niet nodig hebt is aan hem niet besteed. Hij wacht liever buiten op een bankje genietend van zijn sigaar en mijmerend over verleden en toekomst. Tot de dag aanbreekt waarop hij niet meer achter haar aan sjokt, maar haar een arm geeft om zo samen de HEMA in te stappen voor een bakkie en een Bossche Bol.