Pagina's

04 februari, 2011

MACHINE-TAAL







Eigenlijk zou ik wel een langzaam lopende 'natte' slijpmachine willen hebben, niet dat ik 'm echt nodig heb maar soms mis ik het wel bij het slijpen van houtbeitels. Ik had ooit een bijna antiek slijpsteentje wat je met handkracht rond moest draaien. Dat werkte wel maar was niet bepaald handig.
Deze Zweedse TORMEK kom je al snel tegen als je op zoek gaat naar zo'n natslijpmachine. Het lijkt een degelijk ding, maar als je de bijbehorende uitleg onder ogen krijgt beginnen je oren te tuiten! Een vertaling waar de Nederlandse importeur zich diep voor moet schamen. Het zou mij de lust kunnen ontnemen met dat ding te werken en dat kan toch echt niet de bedoeling zijn. 

*
Werk voor vertalers...
*

Met de gepatenteerde Tormek bevestiging voor boren DBS-22 kunt u nu verscherp je boortjes met de hoogste precisie. Het optimale punt en de klaring hoeken kan worden ingesteld naar gelang het boren van eis, die afhankelijk is van de boor grootte en het materiaal. U kunt volledig te herstellen versleten boren alsmede gebroken boren tot een perfecte vorm.
U maakt een 4-facet punt dat de ideale snijden prestatie sinds de beitel rand geeft krijgt een punt in plaats van bijna plat als op een groot aantal oefeningen. Een 4-facet punt zal niet lopen en de vereiste stuwkracht is aanzienlijk verminderd in vergelijking met een conventionele conus punt te boren.
Een precisie geslepen facet 4-punt genereert minder warmte en het leven van de oefening is dus ook verlengd.Onafhankelijke tests tonen aan dat een Tormek geslepen boren duurt tot 4 keer langer dan een gloednieuwe conventionele boor ¹.
Door te werken met de wetten van de fysica en koeling continu de rand, is het risico dat het staal wordt oververhit en verliest de hardheid of krijgt micro scheurtjes geëlimineerd. Je hebt volledige controle over alle tijd en kunt zien hoe de verscherping opbrengsten.

31 januari, 2011

boegroep 1974 B.O.E.




Tijdsbeeld

De B.O.E. in Londen 1974

Na ruim vijfendertig jaar heb ik eindelijk een kopie (op CD) van de film die Agna Arens in 1974 van ons als B.O.E.Groep maakte. De beelden zijn niet van die kwaliteit die we vandaag de dag gewend zijn, maar goed genoeg om met een glimlach en een traan van te genieten.
Françoise, Karel, Onno en Marion komen via deze beelden weer tot leven, ik mag nog even meespelen.
Voor even riepen wij B.O.E. , maar weinigen begrepen dat.

NB
De ganzenpas in Londen was een idee van de cameraman, vijf jaar na Abbey Road van de Beatles, maar de 'Bobby' was puur toeval.

27 januari, 2011

Afghanistan: Firefight in Kunduz Province




Werktitel: VRIENDEN

Er lopen in Den Haag een aantal politici rond die nog steeds vasthouden aan het idee dat je je bevrijder tot vriend moet houden. Dat doen ze -tegen beter weten in- al vijfenzestig jaar.
De bevrijding van de bezette gebieden door de geallieerden in de late jaren veertig van de vorige eeuw was niet om de bevolking van die gebieden te 'ontlasten' van een verderfelijk regime, maar om het daarachter liggende, oprukkende, vermeende Rode Gevaar tot stilstand te brengen.
Liever vechten in een ver land dan de vijand in huis te krijgen.
Diezelfde 'bevrijders' hebben tot voor kort en misschien zelfs nu nog het tussenliggende land 'bezet', al zullen ze dat nooit met zoveel woorden zeggen. Ook ons kikkerlandje herbergt 'in naam van de vriendschap' (maar tot voor kort nooit toegegeven), dood en verderf zaaiende oorlogskoppen.
'Onze vrienden' steunen al meer dan zestig jaar een land dat net zo optreedt tegen medemensen als dat de 'oude bezetter' ooit tegen hun eigen familieleden deed.
En de vrienden van de vrienden zwijgen.
Wij Nederlanders zouden nu, arm in arm met onze voormalige bezetter in opdracht van 'een bevriende bevrijder' in een land waar wij niets te zoeken hebben, de bewoners moeten 'leren' hoe om te gaan met een vermeende vijand.
Wat een westerse arrogantie!

En dat alles onder het mom van een 'vredesmissie' die we 'training' noemen. "Nee we voeren geen oorlog, maar als we beschoten worden vuren we terug" roepen onze militairen. De Afghanen zelf zijn een stuk eerlijker, blijkt uit diverse uitspraken: "onze agenten voeren oorlog als dat moet."

Wat was ik blij met een artikel in het BD met als kop "Laat die Afghanen maar hier komen" van iemand die weet waarover hij schrijft. De in Iran geboren Massoud Djabani komt in zijn stuk tot de conclusie dat het beter zou zijn de op te leiden Afghanen naar Nederland te halen. En waarom niet, de opleiding zou hier veel breder kunnen zijn dan wat die paar weken in het thuisland opleveren. Bovendien is het een stuk goedkoper en mogelijk ook veiliger.

Helaas hechten onze politici kennelijk meer waarde aan loze beloften dan aan wijze woorden uit het oosten. Het idee van de missie is een niet te stoppen trein, het is een belediging van de kiezer en maakt de politici met de dag ongeloofwaardiger.

Ik ben benieuwd of en hoe mijn vrienden op deze zienswijze reageren.

26 januari, 2011

WIST U OOK DAT....


...er mensen zijn die fruit stickers verzamelen?

Ik heb het al eens eerder gehad over het verzamelen van fruitwikkels, een zeer serieuze bezigheid van mijn lief. Via het Internet groeit haar groep Europese connecties zienderogen. Het zijn niet alleen verzamelaars van soms prachtig bedrukte vloeipapiertjes, maar ook figuren die zich toeleggen op het bijeenbrengen van grote collecties kleine stickers. Die stickers blijken een ruilobject te zijn: 'voor zoveel stickers krijg je deze papiertjes'.

Sommige mensen gebruiken die stickers of papiertjes creatief, anderen stoppen mappen vol met steeds weer nieuwe of afwijkende exemplaren.

In de witte supermarkten is bijna niets meer te vinden, maar op de markten en bij kleine allochtone winkels des te meer. We waren al in Almere, Utrecht, Amsterdam, Waalwijk en Rotterdam en binnenkort komt Arnhem aan de beurt. Naast het inkopen van heel veel citrusfruit en het 'scoren' van nog meer papiertjes, ziet de portefuille van L. er na thuiskomst uit zoals op de foto.

Toch weer goed voor een aantal nieuwe wikkels.

24 januari, 2011

Het sprookje van Piet Hein Eek

Een deel van de werkplaats voor hout


In Eindhoven staat een oude keramiekfabriek van Philips. Die duizenden vierkante meters hebben lang leeg gestaan totdat Eek & Ruijgrok bv meubelmakers uit Geldrop er hun vinger op legden om een droom waar te kunnen maken.

Piet Hein Eek studeerde in 1990 af met zijn later zeer bekend geworden sloophouten kast. Op dat moment was het een verademing binnen de ontwerperswereld en een inspiratiebron voor vele.

Nu, twintig jaar later komen er uit zijn fabriek nog steeds meubels van sloophout, krukjes, stoeltjes, bedjes, kasten, prullenbakken en zelfs een driedelige, scharnierende kapspiegel. Kennelijk is er vraag naar, maar voor mij gaat hij veel te ver.
Zijn 'mensen' maken ook meubels en verlichting uit metaal. Daar zitten hele mooie ontwerpen, maar ook voor mij onbegrijpelijke missers tussen.

De keuze voor die gigantische fabriekshal heeft ook zo z'n consequenties: je moet de ruimte kunnen vullen. De begane grond is voor het grootste deel productieruimte, daar staan de machines, is de verfspuithal, de materiaalvoorraad en de expeditie. Eromheen de winkel en kantoor. Op een tussen etage is de showroom, waar ook werk van anderen te zien is en een wonderlijke verzameling curiosa.


Twee objecten uit het rariteitenkabinet; leuk om te zien, maar wat moeten ze hier?



Daar weer boven, twee verdiepingen waar in samenwerking met het Van Abbe Museum kunst getoond wordt. Zondag j.l. was daar de opening van 'De Proloog' en een solotentoonstelling van Guido Geelen.




Buurman Frank kijkt met aandacht naar een werk van Guido:
één van de zeven levensgrote keramische beelden omgeven door geprepareerde vlinders in messing en glas vitrines van PHE




In een naast gelegen hal is ook nog het restaurant van Piet Hein Eek gerealiseerd.

De droom lijkt verwezenlijkt, multinational zijn ze nog niet, maar groter dan hij twintig jaar geleden had kunnen bedenken.




19 januari, 2011

WASSENDE MAAN / PAUL DE KORT



Op 26 november 2008 schreef ik over het project 'Wassende maan' van Paul de kort. Hij maakte in het kader van het 'ruimte voor de rivier' beleid in het overstroomgebied van de Lek een labyrint dat de hoogte van de waterstand aangeeft. Als je vanuit Werkendam over de Bandijk richting het veer naar Kop van 't Land rijdt, kom je er langs.
We waren benieuwd of het werk bij de huidige hoge waterstanden nog te zien zou zijn. Langs onze dijk was het Maaswater zondag (16/01/11) aan het zakken, maar in de Noordwaard bleek dat anders te zijn. Toen we rond twaalf uur langskwamen stond er veel water, maar was het labyrint nog te zien. Twee uur later kwamen we er weer langs en bleek alleen het hoogste deel nog niet overstroomd te zijn. Het zal uiteindelijk geheel verdwenen zijn.
In de tussenliggende tijd waren we een pad opgelopen met links en rechts water, zo nu en dan moesten we 'snel door plassen stappen' om geen natte voeten te krijgen. Het pad liep dood op water, we moesten dezelfde weg weer terug. Het ging nog net zonder 'natte voeten', maar veel heeft het niet gescheeld. De overstromingen waren heviger dan op de heenweg. Een uur later was dat pad helemaal niet meer te zien.
Het zijn gelukkig geen levensbedreigende situaties, maar geeft wel aan hoe snel het water kan stijgen!



13 januari, 2011

Activities Of The U.S. Army Air Service (1925)





In 2004 bezocht ik een vliegshow in België, ik maakte daar veel foto's van vliegtuigen, maar ook van het publiek. Ik ben nu bezig daar een klein boekje van te maken.
Op zoek naar informatie over vliegen en vliegtuigen kwam ik een filmpje tegen van ruim een half uur met fragmenten om van te smullen. Ik ben zeker geen Army man, maar vliegen met oude toestellen doet mij de bijbehorende ellende vergeten.
In het filmpje beelden van tweepersoons 'kisten' op ski's, drijvers en wielen. Parachutespringen vanaf een vleugel en het besproeien van katoenvelden op een nu wel erg primitief ogende manier. Let vooral op de piloot die zich pas omdraait als de 'zwartjes' het gif in de container hebben gestort. Het zal hem niet veel geholpen hebben.
Halverwege zijn er beelden te zien van- en in een luchtschip. Als uitsmijter een letterlijk rookgordijn.
Ik kan er niet genoeg van krijgen, ik hoop u ook niet.

Als het beeld niet volledig is klik dan hier.

11 januari, 2011

Glad wegdek en hoogwater




Aan het wegdek was het niet te zien vanmorgen, maar op sommige plekken was het spekglad! Om een uur of acht zagen we vanuit ons bed de zwaailichten van de strooiwagen langskomen. Een uur later lag deze auto bij de buurman in de tuin.
De bestuurder keek waarschijnlijk naar het hoge water aan de linkerkant van de weg, dwaalde af en moest abrupt corrigeren. Dat de weg glad was merkte hij pas toen hij rechts de dijk afgleed. Gelukkig heeft de gastank het gehouden, anders hadden we een klein Moerdijk gehad.

Mijn twee opgekweekte Catalpa boompjes zijn totaal onder water verdwenen; als dat te lang duurt kan ik ze wel vergeten. Ik denk dat er nu op het diepste punt een meter water op het landje staat. We waren al begonnen met het knotten van de wilgen. Ongeveer de helft is al gedaan maar de rest moet even wachten.


08 januari, 2011

Museum of the City of New York's Collections Portal





In het Brabants Dagblad stond een klein stukje over oude foto's dat mij nieuwsgierig maakte. De eronder genoemde URL kwam mij nogal wonderlijk over; hij laat dan ook niet de genoemde site zien.
Maar even zoeken op het museum en je bent hier. Het is een werkelijk prachtige verzameling foto's - ik heb er nog maar enige tientallen bekeken - die uren kijkgenot op kunnen leveren!
Vooral de foto's van Jacob August Riis (1849-1914) die het dagelijks leven laten zien in New York rond 1890 kunnen mij zeer bekoren. Ze doen mij denken aan een andere Jacob: Jacob Olie (1834-1905), die hetzelfde deed in Amsterdam.
Straattaferelen, huisnijverheid, markten en de opvang van daklozen, het zijn plaatjes van 'slechts' honderdtwintig jaar geleden. Het lijkt veel verder terug, maar het hadden onze overgrootouders kunnen zijn.


"Knee-pants" at forty five cents a dozen -- A Ludlow Street Sweater's Shop.
Jacob August Riis ca.1890