Pagina's

12 maart, 2010


BP schrijft...






Niet eerder kregen wij een zo toepasselijke uitnodiging als deze in de brievenbus. Ik liet het daarom dan ook terstond in de doos met oude
kranten glijden. Op zich een verstandige daad, maar helaas kon ik het niet laten te vertellen wat ik had gedaan, dus ligt het groene papiertje nu weer op tafel.

Dementie en Alzheimer zijn bij ons bijna dagelijks onderwerp van gesprek. We maken er grappen over, maar betrappen onszelf ook op
veranderingen in ons gedrag en geheugen die we niet eerder meemaakten en niet anders weten te duiden dan dat het met het ouder worden te maken heeft.
Het gaat niet alleen om vergeetachtigheid, maar vooral om het er overtuigd van zijn iets verteld of gedaan te hebben, terwijl de ander er niets van weet. Het overkomt ons steeds vaker. De vraag wie gelijk heeft is uiteindelijk niet van belang. De vraag waarom en hoe nou verder, des te meer.

Wij zullen in onze ouder wordende vriendenkring niet de enigen zijn die veranderingen opmerken, maar we horen er zelden iets over. Er wordt niet over gesproken, misschien wil niemand het weten. Wij willen onze kop niet in het zand steken, daarom gaan we toch maar eens luisteren op 16 maart naar wat de heer Rob van Marum over dementie en Alzheimer te vertellen heeft.

De koffie slaan we maar over.

10 maart, 2010



BP schrijft...



ECCE HOMO



Ooit had ik een vriend die het leven omschreef als een noodzakelijk kwaad. Hij tekende en schilderde heel minitieus alsof hij niets van het leven wilde missen, het royale kleurrijke gebaar was hem vreemd. Toch was het geen somber man, er viel best met hem te lachen. "Maar eens", zei hij "maak ik er een eind aan." Als wij vroegen waarom dan wel, kregen we steevast als antwoord: omdat er een moment komt dat ik niet meer verder wil. Klare taal waar niet tegenop te boksen was. Rond zijn dertigste zond hij zijn vrouw naar haar familie, nam een handvol pillen, liet zich vollopen met alcohol en stapte de straat op. Wegens dronkenschap werd hij opgepakt en in een cel gestopt. Die cel is hij niet meer levend uitgekomen. Hij had gedaan wat hij beloofd had.

Wij hadden een gemeenschappelijke vriend die schreef en tekeningetjes maakte op alle stukjes papier die hij tegenkwam. Die vriend was met het minimale in het leven tevreden. Hij werkte zolang ik hem kende voor een zakcentje als loopjongen bij een kantoorboekhandel en woonde op een kamertje in een tehuis voor arbeiders. Het kopen van tandpasta vond hij zonde van het geld. Hij poetste zijn tanden met zeep. Van moderne muziek moest hij niets hebben, hij beluisterde alleen klassiek via een transistorradio. Zijn houding tegenover het leven was gelijk aan dat van die eerste vriend, met dien verstande dat deze jongen wel over zelfdoding sprak, maar ons het gevoel gaf dat nooit te zullen doen.

Het zelfportretje Ecce Homo uit 1966 is van hem.

Een derde studiegenoot uit hetzelfde groepje, een zeer begenadigd tekenaar en etser die nooit over zelfdoding sprak maar eerder leek te genieten van zijn succes, maakte precies een jaar na de eerste - volkomen onverwacht - een eind aan zijn nog niet dertigjarige leven. Hij had een afspraak met een goede vriend om op zijn atelier over het werk te praten. Die vriend trof hem aan, bungelend aan een stuk touw.
Morsdood.
Van hem hebben we altijd gedacht dat zijn noodlottig handelen een noodkreet was en dat hij zijn makker net iets eerder had verwacht. Maar zeker weten zullen wij dat nooit.

't Leven is een feest, maar niet voor iedereen.



***
**
*

08 maart, 2010


H O N G E R



Op onze wandeling door het overstroomgebied van de Maas, het territorium van runderen en paarden, zagen we meer dan in voorgaande jaren het gevolg van een winter met veel sneeuw. Langs de looproutes van het vee waren behoorlijk wat boomstammen 'aangeknabbeld'. Gelukkig zijn ze goed opgevoed, ze nemen slechts hapjes van de sappige groene bast. De boom zal zich weer herstellen zodat ze er een eventuele volgende keer weer van kunnen genieten.
Bevers zijn wat dat betreft moordenaars, zij knagen de stam rondom in opdat hij zal vallen, maar zo gaat hij dood.


Vanmorgen is het opnieuw met sneeuwen begonnen; het zoeken naar voedsel zal de paarden weer aan de bomen doen knabbelen. Ook het ooievaarspaar dat we op hun nest in Zuilichem zagen, zal het moeilijker krijgen om kikkers en muizen te vinden.

06 maart, 2010




HET WERELDWIJDE WEB





Op 28 januari 2006 ontdekte ik het bloggen, mijn eerste 'post' was een gedichtje van Bordewijk met de titel WERK. Dat was toepasselijk omdat ik mijn blog ook 'Het Werk' had genoemd. Niet vanwege mijn overvloed aan werk, maar omdat ik de jaren daarvoor met M. een maatschap had die wij 'Het Werk' noemden.

Werk

Op zondag werk ik niet, dat spreekt, maar daar heb ik geen voldoening van.

Het wordt pas aardig om te luieren
 als anderen werken.

Dus luier ik ook op werkdagen,
 ja op werkdagen vooral



(Ferdinand Bordewijk 1937).

Sindsdien heb ik meer dan achthonderd maal een ei gelegd, een stukje van mijzelf achtergelaten op het wereldwijde web. Vaak een simpele uitspatting, soms een heel verhaal. Een paar blogs blijken favoriet, waarvan die over PANAMARENKO vooral door Belgen wordt bezocht. Maar ook de blogs over zelf zuurkool maken en de verhaaltjes over het fermenteren, bottelen en etiketteren van mijn wijnen worden regelmatig gelezen. Verder die over het kweken van paddestoelen en natuurlijk het beetje erotiek dat er zo nu en dan insluipt. Het prachtige boek LUST van Peter van Straaten is nu in de ramsj voor nog geen 10 euro, ik denk dat wij het zelf nu ook maar aanschaffen.

Een aantal malen al heb ik op het punt gestaan het bijltje er bij neer te gooien en even vaak ben ik toch weer achter m'n scherm gekropen om een nieuw ei te leggen. Soms hoef ik mijn hersens niet te pijnigen, een gebeurtenis of foto kan aanleiding zijn voor een kort of langer verhaal. Een enkele keer moet ik op zoek, ga ik graven in mijn verleden en kan dan heel persoonlijk worden. Zelf ben ik heel gelukkig met die graafpartijen, ik vind ze zeer waardevol maar merk dat anderen met die openheid niet kunnen dealen, om een nieuw Hollands woord te gebruiken. Ik vind dat jammer, maar het is niet anders. Ik probeer het vuur brandende te houden, maar het kost mij steeds meer moeite.

Zonder brandstof gaat het vuurtje uit.


04 maart, 2010


Symbolisch verschijnsel
parhelium



Op de dag dat grote delen van NEDERLAND vol trots van politieke kleur verschoten, was aan de hemel een prachtig fenomeen te zien. Deze 'bijzon' was een minuut of vijf waar te nemen. Lindsey maakte er tegen mijn advies in, deze opname van. Ik dacht niet dat er op het scherm iets van over zou blijven.

Ik heb dat wel vaker fout.







1953 - 1958





Van 1953 tot 1958 woonde ik met mijn ouders, broers en zus in Arnhem. Wij kwamen uit Rotterdam waar wij drie jaar woonden op een zeer landelijke locatie. De verhuizing vond plaats in een bitter koude winter, de winter van de vreselijke overstromingen in Zeeland, Zuid Holland en Noord Brsabant. Hoe onze ouders aan dit huurhuis kwamen, weet ik niet. Het was het laatste huis in een blok woningen dat liep van de Bovenbrugstraat tot aan een kaal landje dat grensde aan het spoor. Jaren later is op dat stuk grond de Sonsbeek uitgang van het Arnhemse station gebouwd.

Het was een wonderlijke verhuizing vol misverstanden, zo meen ik mij te herinneren. De verhuizer die onze spullen vanuit Rotterdam naar Arnhem bracht, zou ook de Arnhemse bewoner met familie en goederen naar een nieuw onderkomen brengen. Toen onze inboedel op straat uitgeladen was, bleek de verhuizer niet bereidt het totale aanbod van de Arnhemse bewoner mee te nemen.
De kelder van ons nieuwe huis bleek vol te liggen met ingevette stalen buizen, koperpijp en lood waarvan de herkomst onzeker was. De Arnhemmer dacht een voordelig transport voor zijn 'handeltje' geregeld te hebben en heeft dat waarschijnlijk gekregen ook. Hij bleef gewoon zitten tot (denk ik) mijn ouders de verhuizers bijbetaald hadden.

Het huis was voor mijn ouders en ons waarschijnlijk te groot, waarschijnlijk zelfs te duur. Het achterhuis werd verhuurd aan een jong echtpaar waarvan de man (Evert) kinderverlamming had gehad. Hij kreeg op zeker moment de beschikking over een 'Messerschmitt', een driewielig voertuig - twee voor één achter - met een acryl cockpit-kap zoals in een jachtvliegtuig. Voor mij toen al een 'prachtding'.

Op het braakliggende stuk grond naast het huis mochten wij niet spelen omdat er volgens mijn vader lijkengif in de grond zat. Dat klink nu vreemd, maar toen was het slechts acht jaar na de slag om Arnhem. We/ik kwamen er natuurlijk wel en we vonden er dan ook de voor ons meest vreemde en smerige voorwerpen, gelukkig zijn we er nooit ziek van geworden. Maar de plek, zo direct naast het spoor en aan de rand van het park Sonsbeek, was voor ons kinderen een waar paradijs en een fantastische leeromgeving.

Ik heb mijn herinneringen, die heel persoonsgebonden zijn, zoals al vaker bleek. Mijn jongere broer zegt er dit over: - ik weet van arnhem niet zoveel dan de vette rook van de stoomlocs waar wij op de brug (zie pijl) in stonden, het nachtelijk ontluchten van de ketels waar je naar luisterde in je bedje, het stenen trappetje achter in de tuin dat eens tijdens een bui maar voor de helft nat werd, jou val van de schommel waar jij dagelijks nog veel plezier van hebt, de lange gang richting onze slaapkamertjes en de tuttige sfeer die je op de fotoos ziet, de platte buis met de handdoeken erom heen, klein ikkink met de vivo, het steile weggetje naar school waar we met pa onderuit gingen, met onze stepjes naar benee van de amsterdamse straatweg waar halverwege de muur een auto bijna doorheen gedonderd was, het gelerijdersplein met dat lelijke hert in het midden, sonsbeek met z'n watervalletje en zwanenbruggetje waar jij ooit je kunst neerzette, de lege agfa filmrolletjes die we in de gesloopte agfa (?) fabriek omhoog op de adamseweg vonden, de herinnering 40/45 gevierd met parachutisten bij de rijn waarvan er een naar beneden donderde omdat z'n chute niet openging en diezelfde rijn natuurlijk waar pa ooit bijna verdronk, pa die in 53 met spoed naar zeeland vertrok, de westerbouwing als ongekend vertier en de vensterbanken op de lagere school waar je heerlijk in kon zitten...zoals je leest, eigenlijk weet ik niet zoveel meer....we onthouden alleen wat we willen...-

(Voor zover ik weet wilde pa wel naar Zeeland om te helpen, maar heeft hij dat niet gedaan omdat onze jongste broer een maand later op de wereld zou komen).

Wat is geschiedenis toch leuk, maar ook verwarrend en ontluisterend. Al leef je in de zelfde tijd, in dezelfde familie maar met een paar jaar leeftijdverschil, de herinneringen kunnen totaal verschillen.



Het huis, ons huis in Arnhem bestaat niet meer. Nadat onze woonkamer verworden was tot autoshowroom (de familie Reymes was eigenaar van het pand) en onze voormalige voortuin een paar jaar tot buitenshowroom had gediend, was het kennelijk tijd voor nieuwbouw. Toen ik er een paar jaar terug weer langs reed om het mijn vrouw te laten zien, stond er niets meer. Het hele blok was gesloopt. Al onze herinneringen waren met de grond gelijk gemaakt. (kruis)

De stoomlocs kunnen we alleen nog maar in onze dromen ruiken, de zigeunerfamilies die met paard en wagen aan onze voordeur voorbij kwamen, met de kinderen zittend op autobanden als rem achter de wagen, het zijn geuren en beelden die ik nooit zal vergeten.

Ik denk dat Arnhem voor ons allemaal veel heeft betekend.

02 maart, 2010







S T E M M E N




Morgen mag ik stemmen en zoals meestal bij gemeenteraadsverkiezingen zal mijn stem gaan naar een landelijke partij. Binnen onze gemeente heb ik dan weinig keus, de kleur van het rode potlood zal bepalend zijn. Even had ik de euvele moed te denken aan nieuw bloed in het politieke spel, maar ik ben bang dat ik dan voor een wolf in schaapskleren kies.
In Almere is de beer echt los. Terwijl de sluwe, geblondeerde vos zijn klauwen intrekt, gaan zijn jongen de straat op om te dreigen. 'Voorlopers van de stadscommando's van Wilders' noemen ze zichzelf. Een doodenge ontwikkeling en herhaling van wat zich eerder in Europa afspeelde.
Ik hoop dat de kiezers in Den Haag en Almere zich niet laten verblinden door die peroxidekop of zijn handlangers maar zich bewust zijn van hun geschiedenis en het gezonde verstand laten prevaleren.




Om het transparante karakter van mijn blog te handhaven zijn hier de speerpunten van de partij te lezen. Ik moet lachen/huilen om de loze kreten die op de homepage staan. Elk weldenkend mens weet beter, denk ik dan. Maar dat kan valse hoop zijn.




PS

En wat te denken van de kapitaalvernietiging (ook weer onze belastingcentjes, maar daar hoor ik geen enkele partij over) door de terugstap naar het potlood?

28 februari, 2010




BP schrijft...


O' Hemel...


© peter van Straaten


Ik ken mijn eigen seksuele behoefte en durf te zeggen dat ik daarin zeker geen uitzondering ben, misschien wel in het openbaar maken ervan.

De meeste mensen, mannen en vrouwen hebben behoefte aan warmte en genegenheid, lichamelijk contact met een ander en aan seks uit liefde, voortplantingsdrift of uit pure geilheid. Als iemand uit vrije wil besluit niet aan die gevoelens toe te geven en een celibatair leven te willen leiden, zal iedereen dat respecteren.
Het instituut echter dat onder valse voorwaarden zijn 'herders' daarvan onthoudt door het celibaat op te leggen, is schuldig aan de gevolgen daarvan.

De misdragingen binnen vooral de RKK en het bagatelliseren daarvan door sommige wetenschappers (een druppel op een gloeiende plaat) zijn niet alleen het gevolg van een natuurlijke behoefte aan seks maar ook van machtsvertoon. De moderne gelovige laat zich minder snel intimideren dan een eeuw geleden en durft tegen de kerk te ageren. De kerk die zich nog steeds als een middeleeuws bolwerk opstelt, hoort niet thuis in een maatschappij anno 2010. Een paus die het condoomgebruik verbiedt en volhoudt dat elke andere vorm van samenleven dan het man/vrouw gezin een grote zonde is, maar wel massavernietigingswapens inzegent, is wat mij betreft strafbaar bezig.
Gelukkig zijn er steeds vaker geluiden, ook vanuit de RKK zelf te horen, die aangeven dat het 'uithollen' van het 'instituut' kerk in rap tempo voortsnelt.

26 februari, 2010


BP schrijft


H A N E N G E D R A G



Onze hennen hebben het moeilijk, ze missen overduidelijk een haan. Onze laatste haan - genaamd John Cleese, vanwege zijn wonderlijke loopje - is al zeker een jaar geleden door buurman Gerard uit zijn lijden verlost. Ooit hadden we zeven hanen rondlopen, maar die maakten zoveel herrie dat we die 'uit logeren' hebben gestuurd. Bovendien kregen we te veel inteelt, want die haantjes weten niet van ophouden. Eigenlijk wilden we helemaal geen kippen meer omdat dat toch 'handenbindertjes' zijn.
De afgelopen paar maanden echter hebben we voor het eerst in jaren een paar doosjes eieren moeten kopen en die gekochte eitjes bevielen ons helemaal niet.

Hoewel ze nu al weer bijna teveel eieren leggen, gaan we toch maar verjongen. We gaan dan ook weer op zoek naar vers bloed en een mooie haan omdat één van de hennen 'haan'se kapsones' krijgt en een nest kuikens toch wel leuk is.