Pagina's

13 januari, 2012

TRIX, je bent een schat...


foto AFP


Wat een prachtig kostuum, wat een mooie combinatie! Veel fraaier dan die saaie mantelpakjes waarin hooggeplaatste vrouwen zich doorgaans vertonen, van mij mag ze het alle dagen dragen.

Wat een stomvervelende, nodeloze en geldverslindende ophef heeft die arrogante blonde kwast weer veroorzaakt. Hoe lang moeten we nog wachten voor zijn 'gedogende' mede regeerders het lef hebben te zeggen wat Trix zegt: "echte onzin" (heer Wilders). Dat is geen politieke uitspraak, maar het uiten van een innerlijke overtuiging van een vrouw die weet waarover ze het heeft. Zij heeft in haar eentje meer fatsoen en respect voor anders denkenden dan die hele PPV bij elkaar en onze zogenaamde volksvertegenwoordigers van links en rechts mogen daar wel eens een voorbeeld aan nemen.

Wat een lullig gezicht, die blonde god met een keppeltje!

En voor het beter beheersen van een'vreemde taal' mag hij op 'uitburgeringscursus'.

09 januari, 2012

OESTERZWAM



Twee handen groot is deze Oesterzwam die ik vond aan de voet van een populier die ik een aantal jaren terug een meter of drie boven de grond afzaagde. Hij is flink aangevreten. Normaal denk ik dan meteen aan slakken, maar die zitten nu voor zover ik weet in de grond. Misschien pissebedden of muizen.
Aan de slootkant komen op borsthoogte een flink aantal nieuwe exemplaren, als die niet te veel door anderen opgegeten worden doen wij ze in de pan.
Niets lekkerders dan Oesterzwammen van eigen bodem of hout.


08 januari, 2012

SPERWER



De restanten van de smulpartijen heb ik al meerdere malen laten zien, voor het vastleggen van de maaltijd ben ik meestal te laat of niet snel genoeg.
Deze keer kon ik hem 'pakken', hij zat een meter of tien van mij vandaan op een bankje in de tuin. Ik zat binnen achter dubbel glas en kreeg genoeg tijd om een camera te halen om geheel ingezoomd deze plaat te maken. Ik was bang dat de scherpte door het glas niet voldoende zou zijn, maar dat valt best mee. Toen ik naar buiten liep om ook de prooi te kunnen zien hoorde ik alarmkreten van de vogels in de bomen en struiken. De sperwer stond ook plotsklaps doodstil, draaide toen zijn kop mijn richting op en verdween met z'n prooi over de dijk. Aan de kleur van de veertjes te zien die rond de plek des onheils lagen moet het een meesje geweest zijn.

03 januari, 2012

ZUURKOOOL op de valreep van 2011



Een keukenprins ben ik beslist niet, recepten lezen kan ik niet, d.w.z. ik onthoud ze niet, of verkeerd. Ik doe het liever zonder goedbedoelde aanwijzingen. Vaak gaat dat goed, maar niet altijd. Het schijnt met concentratie te maken te hebben. Zuurkool heb ik al vaak gemaakt.
Ik begin met aardappels, in dit geval heerlijke eigengeteelde rode, Franse "Chérie's". Die kook ik met wat zout in een grote pan, de grove worst die we er graag bij eten leg ik er meteen bovenop en keer 'm zo nu en dan. Als de piepers gaar dreigen te worden gaat de worst er even uit en leg ik de zuurkool (dit keer geen eigengemaakte) 'on top'. Meestal stop ik er dan ook een stuk zuurkoolspek bij, maar onze 'Super slager' grapte dat hij die pas volgend jaar weer had. Casselerrib was volgens hem een goede vervanger. Twee dikke plakken maakte ik om en om bruin en sneed die in plakjes.
Kool en aardappel koken wij nooit 'kapot' maar houden het een beetje 'knapperig'. Met een grove 'draadstamper' mengen we het een beetje. 
Ik wist dat er iets van 'bolletjes' in moesten en stooide fiks met zwarte peper, maar het hadden Jeneverbessen moeten zijn.
L. vond het resultaat zo appetijtelijk dat ze haar camera haalde en er een foto van maakte.
Achteraf gezien was de hoeveelheid vlees niet in verhouding tot de rest, we hebben er twee dagen van kunnen eten.

31 december, 2011

700 kalveren versus 't Speelhuis van Piet Blom



Het zijn kleine berichtjes, maar de laatste jaren zijn tienduizenden dieren door brand omgekomen. Kippen, varkens en nu weer 700 kalveren. Veel plaats in de krant krijgen ze niet, een enkele keer een foto.

De brand in Helmond is al twee dagen voorpaginanieuws en op de buis uitgebreid in beeld gekomen. 
't Speelhuis van Piet Blom met daarin een fantastische schildering van Har Sanders is totaal verwoest. De oorzaak is waarschijnlijk kortsluiting in een regel- of schakelpaneel. De brandmelders waren uitgezet omdat er 'wel eens' een rookmachine wordt gebruikt. Het lijkt mij tijd dat de regels en/of de apparatuur aangepast worden. Er zal maar brand ontstaan tijdens het gebruik van een rookmachine, als publiek denk je veilig te zitten.

Het gebouw kan worden herbouwd, maar de unieke schildering kan nooit meer opnieuw aangebracht worden. 't Speelhuis zal nooit meer hetzelfde zijn.

29 december, 2011

TJEEMPIE!



Een invasie van kerstmannen, klimmend tegen gevels en balkons of als stuurlui op de meest fantasievolle sleden en andere vervoermiddelen. Bij deze kerstattractie zelfs als helikopterpiloot en swingend op een schommel. En niet te vergeten de lichtjes in vele kleuren en grote hoeveelheden, hoe meer hoe mooier lijkt het devies. Wat wij niet eerder zagen waren fel-blauwe, bijna fluoriserende soms ook nog knipperende snoeren met lampjes. Al dat fraais begon in het grensgebied met België tot in de buurt van Troyes in noord-oost Frankrijk. Het leek of hele dorpen met elkaar wedijverden.
En kerststallen in alle maten te kust en te keur. De bewoners van het huis op de foto hadden drie stalletjes gemaakt. Jammer genoeg zagen we deze uitstalling niet brandend en/of bewegend.
Tegenover de camperplaats in Givet, stond een huis zo vol gehangen met lampjes in alle kleuren van de regenboog, lopend, flitsend of stilstaand, dat het wel de dorpskermis leek. Wat een energie moet dat alles verslinden!

Het was tweede kerstdag zo zonnig dat we buiten konden zitten lezen op de bijna uitgestorven camping waar we stonden. Ik las bijna in één adem 'TJEEMPIE!' uit geschreven door Remko Kampurt in zijn eigen nieuwe spelling. (1968) Een kado van de Sista aan Marion zo staat erin geschreven. Een heerlijk boekje waar ik mij niets meer van herinnerde.

Bij thuiskomst zag ik onderstaand berichtje dat mij toch wel enigszins liet gniffelen, over energie gesproken.

23 december, 2011

1979-2008

1979



Ik zou er nu echt niet meer aan beginnen, het idee alleen al maakt me moe. Toch kochten wij deze opstallen plus grond in 1979 en maakten er iets moois van.
"Wat moet je met dit kippenhok?" vroegen goede vrienden toen ze het zagen.
Geen 'Veense' zou het gekocht hebben, wisten de schilders, die ons huis recent onder handen namen, ons te melden. En zij kunnen het weten want zij zijn in dit dorp geboren.
Ik moet zeggen dat ik toen gelukkig de ellendige staat van het huis en de schuur niet zag, ik zag een in mijn ogen enorme lap grond met twee opstallen waar 'best wat van te maken' was. Nu, na meer dan dertig jaar begrijp ik die opmerkingen van toen wel, maar ik ben blij dat ik/ wij toen zo naïef en onbezonnen waren.
Het waren zeker geen jaren van alleen maar noeste arbeid; als er geld was, pakte ik 'een stukkie an'. Alleen het hoognodige deden we in het begin. Ons eigenlijke werk stond voorop, het huis kwam op de tweede plaats.
Onder alle omstandigheden hebben we er goed kunnen werken en wonen en dat is nog steeds zo. Sommige ruimtes worden nu anders, maar met evenveel plezier gebruikt.
Het blijft natuurlijk een dijkhuisje, met niveauverschillen die ons op den duur op zouden kunnen breken. De 'tuin' is onlosmakelijk verbonden met ons leven, maar we beseffen dat er een moment komt dat we het niet meer kunnen bijbenen. Het zij zo.
Eigenlijk willen we in dit 'kippenhok' oud worden, vergrijzen en desnoods dementeren. Daar zijn we al mee begonnen, maar kijken nu het nog niet te laat is ook naar alternatieven.
Een grote wens is een huis met uitzicht over de rivier, maar dan wel een drukbevaren rivier zoals de Waal, opdat het ooit 'achter de geraniums zitten' een leuke en zinvolle bezigheid wordt.






2008

09 december, 2011

"Bericht aan de overlevenden 1967"


Ergens begin jaren zestig deed ik een beroepskeuzetest. Ik wilde niet langer in een klas zitten en voor mijn gevoel onzinnige dingen leren. Wat ik wel wilde, was ook niet echt duidelijk. Het werk dat een oom van mij deed, beelden maken van klei en was, trok mij bijzonder aan. Aan beeldende kunst had ik wel 'geknabbeld', maar een kenner was ik beslist niet. Mijn moeder deed een poging mij op de dagschool van de IVKNO te krijgen, maar die mislukte omdat mijn vooropleiding daar niet voldoende voor was. De volgende stap was een beroepskeuzetest, die vond plaats in een gebouw tegenover de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De uitslag was nogal gespleten, maar dat ik 'iets met m'n handen' moest doen lag er zeer dik bovenop! De deskundige achter het bureau had een paar suggesties...
Van Hotelvakschool via drukker en instrumentmaker naar het vrije beeldende beroep!
Die vakschool viel meteen al af, daarvoor was mijn vooropleiding ontoereikend. Als een soort zombie zat ik daar. Werken in een drukkerij trok mij helemaal niet en het maken van instrumenten ging 'boven mijn pet'. Gewoon lekker met mijn handen klooien trok mij het meest.
Gelukkig had de man achter het bureau ook een la met vacatures en daaruit trok hij een bedrijfje dat mij wel wat leek: de firma MARCUSE in de Spuistraat, een atelier waar 'etalage-decoratie' werd gemaakt. Ik heb er twee jaar gewerkt. De eigenaar-directeur kwam uit de danswereld, zijn moeder die 'boven de zaak woonde' kwam om twaalf uur met de lunch naar beneden.
Het was mooi maar ongezond werk, weet ik nu. Wij werkten met losse glasvezel (engelenhaar noemden we dat), dat wij met onze handen rond gesoldeerde draadmodellen modelleerden. Als bindmiddel gebruikten we - in grote hoeveelheden aangemaakt - behangsellijm.
Er werkten zes mensen: de baas met zijn rechterhand, een Japanse vrouw die prachtige, subtiele pruiken maakte en met baas Jaap voor nieuwe ontwerpen zorgde, dan drie mensen zoals ik die de productie maakten en een onnavolgbaar figuur die Sjaak heette en die de nieuwe draadmodellen in elkaar soldeerde, maar ook de door ons gevormde figuren van de vorm los moest knippen. Dat is dus knippen in glaswol met alle gevolgen van dien. Voor de afwerking was er een andere Jaap, die gaf met in water oplosbare levensmiddelenverf de figuren blozende wangetjes en zorgde voor de verzending.
De Japanse vrouw, Emika was haar naam, bleek - zo leerde ik later - de vrouw te zijn van de beeldhouwer Han Rädecker, een telg uit de bekende beeldhouwersfamilie.
De twee meiden waarmee ik samenwerkte bleken op de avondopleiding van het IVKNO te zitten, een voorbeeld dat ik snel volgde.
Sjaak en Emika heb ik nadien nooit meer gezien, maar Jaap 2 kwam ik in een volgende baan weer tegen. De meiden 'zag ik nog wel eens' en de baas Jaap pleegde zelfmoord, zo hoorde ik een paar jaar later.
Ondanks het ongezonde werk dat ik er deed, heb ik er veel geleerd en zonder het zien van het in elkaar solderen van die draadmodellen, had ik b.v. nooit "Bericht aan de overlevenden, 1967" gemaakt.
Ik ben mijn moeder dankbaar dat ze mij van school haalde en een beroepskeuzetest liet doen.