RODE STREEP OP DE KAARTMeer dan vijftig jaar geleden nam mijn vader mij mee op vakantie, een fietsvakantie wel te verstaan. Hij had een oerdegelijke (?) Hollandse herenfiets en ik ging mee op een samenraapsel van fietsonderdelen, met houten blokken op de pendalen waar ik net bij kon. Beide fietsen hadden een terugtraprem. We hadden canvas-fietstassen waarin een PRIMUS, een grijze paardendeken en een tentje. Ik meen mij te herinneren dat mijn moeder van twee oude lakens een soort slaapzak had genaaid. Onze tocht eindigde door overvloedige regenval op een camping in de buurt van GOSLAR. Daarna gingen we met de trein terug naar Arnhem, waar wij woonden. Ik ben nooit meer in de Harz teruggeweest, op een vluchtig bezoek aan Goslar na. Vorige week ben ik teruggegaan, we gingen op weg richting BERLIN om een aantal tuinen te bezoeken die in 'Onze Eigen Tuin' beschreven staan. Na de vierde tuin hadden we er genoeg van en besloten we de Harz in te gaan; ik wilde wel zien wat er van mijn herinneringen nog over was. Wat ik toen waarschijnlijk niet wist en ik mij nu pas realiseer is dat de Harz in de DDR lag, op Goslar na dan. Al die vrolijke familie-uitjes naar de Harz kwamen niet verder dan Goslar en een klein gebied daarom heen!
Nu reden we door een prachtig landschap dat deed denken aan de Ardennen en passeerden dorpjes waarbij het voormalige Oosten nog steeds te proeven was. In de vrij grote stad NORDHAUSEN was die ervaring heel sterk. De ringweg om de stad was in redelijke staat, maar als je die verliet kwam je in een doolhof van nimmer onderhouden wegen en parkeerplaatsen waar je met angst in het hart doorheen reed of de auto achterliet. Naar boven lopend richting Altstadt, in de verwachting iets van een winkelcentrum te vinden, kwamen we op een soort bovenmaatse grauw uitziende Allee zoals ik die van Ost-Berlin ken, met in het midden een trambaan. We zagen winkels met etalages die in vijfentwintig jaar niet ververst leken te zijn. De triestheid straalde ervan af. Naast een spandoek dat hier slechts 'Tien minuten voor God' vroeg (het equivalent van 'Een uur voor God' in de Kalverstraat) was zowaar een terrasje (tevens de enige plek waar wij toeristen zagen) waar we een pilsje konden drinken. De prijs was nog van voor de 'Wende'.
De doorgaande wegen waren goed, met of zonder Europese subsidie aagepast aan onze westerse maatstaven, maar zodra je daarvan afweek was het hobbelen en hopen dat de wagen het zou houden. De weg op de foto hieronder is nog goed te noemen, op de slechtere was fotograferen onmogelijk.
En dan sta je opeens in het voormalig Oostblok op een plek voor Campers of - zoals ze die in Duitsland noemen - Wohnmobilen en straalt de luxe er vanaf! Geen armetierige, uitgewoonde zelfgebouwde kampeerauto's zoals je die een aantal jaren terug nog zag, maar luxe bakbeesten waarbij ons Huuske in het niet valt!
Het echtpaar dat met dit exemplaar rondreist had een soort 'tableau' met beestje, plantje en bootje gemaakt (en vergeet de vuurtoren, de zeeman en vooral de ingebouwde spotjes niet) om vooral 'thuis' maar niet te vergeten. Zo'n plek is goed voor één nacht, dan moet je wegwezen tenzij je houdt van oeverloos geouwehoer, slechtzittende 'vakantiekleding', te dikke bruine buiken en die alom aanwezige 'kuttenlikkertjes' die je voor zevenen al met hun gekef wakker maken.
Voor wie nooit de verklemmende sfeer van Oost Duitsland heeft meegemaakt, maar het alsnog aan den lijve wil voelen is Nordhausen een optie. Verbaas je vooral niet over wat je niet ziet, maar realiseer je dat zeker twee generaties opgroeiden in wat je wel ziet!
^^^
^^
^