Pagina's

29 november, 2013

OPENBARE OPDRACHTEN...















In een vergeelde ordner met op de rug geschreven: voorstellen/ideeënschetsen/ontwerpen e.d. vol met A4tjes is het oudste briefje uit 1969. Het is korter dan een A4tje.
De tekst van het briefje (zie boven) spreekt voor zich.
In 1969 bestonden er nog geen openbare inschrijvingen voor beeldend kunstenaars. Voor een opdracht werd je uitgenodigd. Mijn oud docent spoorde mij aan documentatie in te zenden, maar veel om te laten zien had ik nog niet, want ik was net een jaar van de academie af. Ik weet ook niet of ik die opdracht toen al aangekund zou hebben. Op de academie leerden wij beelden te maken, niet hoe je een grote opdracht aan moest pakken. 
Een oudere en meer ervaren collega kreeg de opdracht. Hij ontwierp een beeld dat de naam "Maan over Ameland" kreeg, een uit rvs gemaakte constructie. 




Het beeld heeft tot 2002 (?) gezien vanaf het CS aan de rechterkant van de brug aan de Oosterdokskade gestaan. Vanwege de vernieuwingen aan en rond de kade en brug is het beeld weggehaald en tien jaar opgeslagen geweest. In 2012 is het weer op de brug geplaatst, maar nu aan de IJ kant.
Als ik die opdracht toen wel had gekregen,  zou het mijn eerste grote werk geweest zijn dat moest verkassen en mijn Monument uit het vorige verhaal het tweede.

In de ordner zitten 72 'sollicitaties' naar opdrachten, maar er zullen er meer geweest zijn, want niet alles heeft de tand des tijds doorstaan. Een aantal keren mocht ik een schetsopdracht maken, maar slechts vier keer heeft dat tot een daadwerkelijke realisering geleid. Dat is niet veel, ik ken vele collega's met lange lijsten gerealiseerde opdrachten.

Ik denk dat als ik die opdracht in 1969 wel had gekregen en tot een goed resultaat had gebracht, mijn lijst nu ook veel langer zou zijn want het is een moeilijke, maar mooie lokatie.Voor veel potentiële opdrachtgevers niet onbelangrijk.

24 november, 2013

U BENT DE KUNSTENAAR? een stripverhaal in 32 foto's...


Op vrijdag 22 november 2013 werd mijn beeld met als titel 'Monument voor een verzonken stad' verplaatst van het Frederik Hendrikplantsoen naar het Erasmuspark. Beide locaties vallen binnen het Stadsdeel Amsterdam West.

Het totale gewicht is ongeveer twintig ton.
De klus zou rond half acht in de morgen beginnen, ik was er een uurtje later.

Toen ik aankwam was de fundatie rondom vrij gegraven en was Hans (de lasser) bezig de roestvorming onder het maaiveld weg te bikken alvorens hij met de snijbrander aan de gang kon. Het grondwaterpeil is in het plantsoen zo hoog dat het door de aannemer weggepompt moest worden om een werkzame plek te creëren.








Ondertussen waren er twee 'bakwagens' met zware kranen aangekomen, waarvan er één het staal met een stel 'singels' in bedwang hield zodat het niet plotsklapt zou kunnen verschuiven.





Rond half tien was het staal los en kon de kraan er mee aan de haal.
Wat overbleef was iets wat ik nog nooit had gezien: een 'naakt' veld van vijfendertig kwetsbare betonkoppen. Het beschermende staal was verdwenen! (De ondertitel van dit werk is: "Dwazen denken te beschermen", niet zo slecht als je dit ziet.) Zonder het staal is het beton (zijn wij) weerloos, maar leg dat maar eens uit aan mensen.







Nadat de mensen van de aannemer het gat waar de fundatie van het beeld vandaan gehaald was met de daaruit gekomen grond weer gevuld hadden,legden ze daar de 'dragline schotten' overheen. De bestelde dieplader kon zich zo onder het beton manoeuvreren, waarna de twee kranen hun last konden laten zakken.




Een aantal keren kreeg ik de vraag "U bent de kunstenaar?" gesteld. Inhoudelijk gingen de meesten niet op het werk in, behalve de chauffeur van de dieplader (met sigaret) die bijna tot op het laatst bleef, terwijl zijn werk erop zat. Hij had de titel gezien en begreep de bedoeling meteen, zo vertelde hij mij. Of hij het mooi vindt weet ik niet, maar zijn belangstelling was voor mij wel leuk.






Een leuk detail was dat de chauffeur 'ergens uit een geheim kastje' een stapeltje tapijt haalde en die onder zijn last legde, zodat het niet zou gaan schuiven.
Ondertussen namen de mannen van de aannemer het paaltje met informatie in de 'strop' en zetten dat op een verloren plekje op de dieplader.





Toen alles op die dieplader stond ben ik naar het Erasmuspark gereden. Het werk in het plantsoen was gedaan, het 'aanhelen' is voor de gemeente.
Bij het park aangekomen, bleek de aannemer bijna klaar te zijn met het graven van het gat op de plaats die ik dinsdag met piketpaaltjes had gemarkeerd.




De toegang tot het park loopt via een smalle brug aan de kant van de Jan van Galenstraat. Erg veel ruimte bleef er niet over tussen de wagen en de paaltjes op de brug. Ook de telekraan kon er maar net tussendoor. Maar beide chauffeurs deden het in één keer!










Nadat de kraanwagen in positie was gemanoeuvreerd en de chauffeur de poten had uitgeschoven, pikte hij het stalen deel van de wagen en tilde het over de bomen heen om tijdelijk op de rijplaten te parkeren.
De vlucht door de lucht leverde prachtige plaatjes op.





Ondertussen was Hans in de weer met een slijptol om de slordige snijranden te fatsoeneren, teneinde het laswerk straks mogelijk te maken.





Het gat was keurig op diepte gegraven, maar de heren waren vergeten ruimte te maken voor de twee hijsbalken opdat die er na plaatsing weer onderuit konden. Dus maar snel met de hand twee geulen gegraven. Aan de kant waar de gele helm ligt was dat geen probleem, maar aan de andere kant bleek behoorlijk wat puin in de grond te zitten.
Maar uiteindelijk kon de kraan de achttien ton beton in het gat laten zakken en bleek e.e.a. redelijk recht te staan.







Het is fascinerend om te zien hoe nauwkeurig de machinist van de kraan te werk kan gaan; tussen het staal en de hoeken van de betonblokken is nog geen centimeter ruimte! Hij zette het staal op z'n plek zonder ook maar één keertje het beton te raken. Slechts aan één kant moest er op het staal geslagen worden om het te laten stroken. Daarna kon Hans weer aan de slag om de lasnaden te dichten, daar is hij een kleine twee uur mee bezig geweest.






Terwijl de lasser bezig was, sleep zijn hulp met de slijptol de tijdelijke schoren los en groeven de mannen van de aannemer een gat voor het informatiepaaltje. Als laatste werden de restanten van het lassen volledig vlak geslepen en zag je echt niet meer dat er ooit wat had gezeten.





Rond half vijf was de klus geklaard en kon het hek dicht. Rest nog het aanhelen van de grond en een schoonmaakbeurt door de 'Kunstwacht', de organisatie die de verhuizing regelde.
Van alle mensen van de gemeente die tijdens het traject van de vorderingen op de hoogte zijn gehouden heb ik niemand gezien.



19 november, 2013

LASWERK...







Vandaag is het eerste zichtbare, voorbereidende werk voor de verplaatsing van het 'Monument voor een verzonken stad' begonnen. Omdat de totale hoogte van het beeld incluis fundatie te hoog is om onder de bovenleiding van de tram door te kunnen wordt het staal onder het maaiveld doorgesneden. Om vervorming van het staal tijdens het hijsen en transport te voorkomen zijn er vandaag tijdelijke schoren aan vast gelast.            
a.s. Vrijdag volgt de grote operatie: uitgraven, lossnijden en uit de grond trekken van de fundatie plus de 'betonkoppen', het transport op een dieplader en in het Erasmuspark weer plaatsen.

Wordt vervolgt.

14 november, 2013

BLOEMEN...

foto Maarten van der Burg


Het leuke van het bewaren van foto's is dat ze het mogelijk maken terug te kijken in de tijd. Deze foto is gemaakt in 1977, één jaar nadat Paul Derrez begon met zijn Galerie RA, toen nog in de kelder onder zijn woning in de Lange Leidsedwarsstraat in Amsterdam. Marion is altijd nauw betrokken geweest bij de ontwikkelingen die de galerie doormaakte. In de eerste vijf jaar van het bestaan van RA exposeerde zij er ook vijf keer.






Op de foto van de 'bloemen-manifestatie' sta ik tot mijn verrassing niet, maar ik was er wel degelijk bij. Sterker nog, Marion en ik plukten ons suf op de nog braakliggende landen rond de Bijlmer, om maar fraaie bossen veldbloemen naar de manifestatie mee te kunnen nemen.
Wel staan er veel vrienden op, van Paul en van ons. Een aantal van die vrienden zijn er niet meer. Die forse man in het midden met zijn jasje open is Jan van Druten, ooit trapezewerker in een circus vertelde hij mij, maar ik leerde hem kennen als glazenier, schilder en beeldhouwer. Zijn atelier was  om de hoek van mijn eerste ateliertje en hij had een hulpje nodig. Hij is de maker van 'De jongens van de Bontekoe", een beeldengroep in Hoorn.




De figuren 'an'sich' zijn beslist niet geweldig, maar de opstelling maakt het tot een 'memorabel' beeld, in de Nederlandse beeldhouwkunst tot dan toe ongekend.

09 november, 2013

HOE TROTS MAG JE ZIJN ?


Bijna 320.000 fans binnen twee jaar! 
En heel veel van die fans hebben op TAALVOUTJES gestemd met als resultaat een overwinning die €50.000 oplevert aan media-waarde. Nog even en TAALVOUTJES kan naar de beurs!


05 november, 2013

HERFSTKLEUREN en ANDERE ZAKEN...



Dit dansend duo zijn bladeren van de Liquid Amber, een boompje dat ooit bij L. aan de rand van de sloot in het zwarte veen van haar volkstuin stond. Het lukte ons in de late jaren negentig de boom los te maken en op de aanhanger achter de auto naar hier te transporteren. De Amber is nu zeker twee keer zo groot als toen, maar zo'n mooie donkerrode kleur van het blad als de boom in Amsterdam liet zien zagen wij tot dit jaar hier nog niet. 
Maar als je een boom verwent, zijn het net mensen: ze laten zich van hun goede kant zien.
Wij strooiden jarenlang ladingen turf rond de stam om de grond zuurder te maken en dat heeft geholpen. Onze Liquid Amber is roder dan ooit, werkelijk fantastisch om te zien. En tussen het rood zijn vele overgangen van groen, geel naar rood te zien.

In de lente van het leven verloopt alles soepel, een boom is buigzaam en wij mensen tolereren veel. Bij het ouder worden, blijkt de kwetsbaarheid van boom en mens. Bij een fikse storm valt de boom om en wij mensen kunnen minder hebben.

Kinderen met dezelfde ouders kunnen totaal verschillend zijn.
Bij planten en bomen zie je dat ook, de twee tamme kastanjebomen op ons landje heb ik opgekweekt uit kastanjes die ik onder één boom raapte, het zijn twee totaal verschillende bomen geworden; één zit snel en vol in blad en geeft daarna veel vruchten, de andere is traag, gaat later bloeien en heeft een veel kleinere opbrengst. De eerste heeft nog lang niet al het blad laten vallen, terwijl de tweede er bijna naakt bijstaat.

Wat zou het een saaie bedoeling zijn zonder al die varianten.



30 oktober, 2013

TAALVOUTJES




Ruim een week geleden stond de teller op 240.000 fans, nu al bijna 305.000!
Taal is leuk, zeker als er foutjes gemaakt worden! (Waar vervolgens weer van geleerd kan worden).

De meiden kwamen goed uit de verf in deze uitzending: http://gemi.st/POW_00684701   

Een programma van MAX, en wil je niet alles zien, kijk dan na 43.57

21 oktober, 2013

HET GRAF VAN MIJN MOEDER...en andere zaken.




Vrijdag 18 oktober 2013 was zo'n dag waarvan wij 's-avonds zeiden: "het was een heerlijke dag".
Wij wilden om half zeven in Amsterdam zijn om met anderen het uitkomen van het boek TAALVOUTJES te vieren. Al langer wilde ik weer eens langs het strand bij Zandvoort wandelen, in de zomermaanden kom ik daar nooit. Hoewel geboren in Bentveld, maar aangegeven in Zandvoort en er als baby slechts drie maanden gewoond te hebben, voel ik mij er soms wel 'thuis'. Op de Algemene Begraafplaats ligt mijn moeder, samen met haar ouders. Ik kom niet zo vaak op die plek. Ik was in de veronderstelling dat ik er al met L. was geweest, maar zij beweerde dat dat niet zo was. Op weg naar het strand zijn we even bij die heerlijke plek gestopt en op zoek gegaan naar het graf. Ik wist dat het 'links uit de flank was' in het oude gedeelte, maar het was verder in de hoek dan ik gedacht had. Het graf staat vol met 'Lelietjes-van-dalen', de stenen zijn nog maar net te zien. De grote steen aan de kopkant is gemaakt door Chris, de zoon van Bram die daar begraven is. Zijn vader, mijn opa overleed in 1961. Op de steen staat (helaas op de foto niet te zien) 'T Lis, (het leven is strijden), de naam van het huis in Bentveld dat mijn grootouders lieten bouwen en dat altijd 'ons' huis zal blijven. De steen aan het voeteneind herinnerd aan mijn moeder Adrie, zij overleed in 1965, 47 jaar oud aan kanker. Als twintigjarige nog niet afgestudeerde 'beeldhouwer' mocht ik de steen maken. De chamotte klei die ik gebruikte was dezelfde die mijn oom Chris gebruikte voor de eerste steen, klei gemengd door pottenbakkerij ZAALBERG in Leiderdorp (nu Zoeterwoude)  en ook in hun ovens gestookt. Het was de eerste keer dat ik iets met letters deed. Tussen de twee stenen in ligt nog een steen die ik maakte, die voor mijn oma, de moeder van Chris. Als je heel goed kijkt zie je een oranje vlakje met daarop COOB en haar geboorte en sterfdatum. De klei was niet meer de klei van de eerste twee 'stenen', het voelde anders aan en na het bakken leek de kleur nergens op. 
Het graf zou eigenlijk geruimd worden, maar neef Bram jr  heeft het stokje overgenomen van de broer van Chris, een oom die wij nooit meer zien. En als het graf er niet meer is, is er een mooi plekje minder om aan je geliefde te laten zien, maar de doden zullen nooit uit mijn leven verdwijnen.


Ik ging altijd in de herfst en winter naar het strand omdat je er dan ook gratis kon parkeren, maar dat kunnen we nu dus wel vergeten. De Boulevard ligt totaal overhoop en wordt opnieuw ingericht. En daar waar je kan staan, staan parkeermeters waar je het hele jaar door geld in kwijt kan. Ik begrijp het Gemeentebestuur van Zandvoort wel (en alle andere badplaatsen langs onze kust) maar vindt ook dat ze doordraven. Die prachtige parkeerplaatsen die ze nu aan het aanleggen zijn zijn nodig om het parkeerprobleem in de zomermaanden op te vangen, maar nu en zeker in de winter staan er maar een paar auto's. De controle van het parkeerkaartje zal meer kosten dan dat het parkeren oplevert. 
De sfeer op het strand was geheimzinnig heerlijk, ter hoogte van de Zeeweg waren de contouren van Zandvoort nog net te zien, nog vager die van IJmuiden. Op zee geen schip in zicht en een vliegtuig dat je wel hoorde maar niet zag. Achter de boulevard het geluid van scheurende auto's op het circuit. Na de wandeling een visje bij FLOOR.

Voor TAALVOUTJES waren we nog te vroeg, ik stelde voor om via Haarlemmerliede richting Amsterdam te gaan. Op de zolder van een schoolgebouwtje in Haarlemmerliede had de familie Elffers een tijdje gewoond omdat het huis in Bentveld van de Duitsers tijdens de laatste jaren van de bezetting ontruimd moest worden. De Duitsers dachten toen nog dat er op de Hollandse stranden een invasie plaats zou vinden, die invasie kwam er, maar wel van de andere kant! Elk jaar zijn ze er weer die horden oosterburen die elke vrije kamer in het dorp en de kuilen in het strand bezetten.
Van dat schooltje en de zolder had ik al eerder gehoord, maar na een recent bezoek aan Chris waar het ter sprake kwam, was ik toch benieuwd of die plek nog terug te vinden was. Er staat een oud schoolgebouwtje vlak bij het kerkje, dat moet het zijn. Toch leuk om dat eens gezien te hebben, al reden we er alleen maar langs.

Langs het Spaarne en het Noordzeekanaal op weg naar de 'Buurtboerderij' aan de Spaarndammerdijk in Amsterdam waar de meiden van TAALVOUTJES in kleine kring het uitkomen van het boek wilden vieren. Het boek en de al eerder verschenen kalender zijn een lust voor het oog en staan garant voor veel lees- en kijk plezier. Rond een uur of acht bereikte FB pagina de 240.000 likes, nu nog geen drie dagen later zijn het er bijna 260.000 !!!



14 oktober, 2013

KLOTEWEER / NOTENWEER!

Vorig jaar waren de noten die wij raapten van onze bomen zeker voor de helft niet bruikbaar. Helaas weet je dat pas na het openbreken van een noot. Onze van origine Turkse afnemers kraken en proeven dan ook altijd een aantal noten voordat zij tot aankoop overgaan. En gelijk hebben ze. En het zijn echt niet alleen zij: eigenlijk kun je zeggen dat alleen wij als rijke, verwende westerlingen klakkeloos kopen wat ons aangeboden wordt, vele andere consumenten keuren eerst zelf. Wij westerlingen vertrouwen op de keurmeesters van de groothandel en komen dan vaak voor vervelende verrassingen te staan. Met grote regelmaat kom ik thuis met verpakte (hartstikke groene) 'bleek'selderij die na openen van de verpakking door L. wordt afgekeurd en soms voor de helft direct de compostbak in verdwijnt. In de winkel was niet te zien dat er iets aan mankeerde. Te veel 'verse waar' verblijft te lang in koelcellen, waardoor het alleen direct na aankoop consumeerbaar is; na een dag te lang buiten de koeling gaat het mis.
Wij koelen onze noten niet, dat is ook niet nodig maar een beetje drogen kan geen kwaad. Ik doe dat op grote zeven gemaakt van kippengaas. De wind kan er doorheen en het vuil valt er door. 'Natte', maar schone noten verkopen beter.
Het natte, stormachtige weer van het afgelopen weekeinde heeft de bomen bijna leeg geranseld, de noten vielen met honderden zo niet duizenden op de grond. Emmers vol hebben we de laatste dagen geraapt, het nadeel van het natte weer is dat er allerlei rotzooi - blad, zand en grond - mee de zeef in gaat. Het drogen en schonen van de noten duurt daardoor langer. En als de noten te lang in de nattigheid zitten gaan ze schimmelen en zijn ze niet lekker meer.




Mijn notenkarretje heeft nog maar één keer bovenaan de dijk gestaan met zes netjes noten waarvan ik er ééntje a 1 1/2 KG verkocht heb. Toch heb ik al meer dan zestig kilo noten verkocht, in grootverpakking (haardhout-netjes van de sista) aan mijn Turkse afnemers. En volgende week gaat er weer zo'n twintig kilo de deur uit.
Als ik een handelaar zou zijn, zou ik blij zijn met zulke grootafnemers. Maar ik ben geen handelaar, voor mij zat en zit de lol en de spanning in het antwoord op de vraag: "hoeveel heb ik er vandaag verkocht", en het tellen van de munten. Ik heb geprobeerd dat aan mijn grootafnemers duidelijk te maken, maar daar begrijpen zij helemaal niets van, mijn buurman trouwens ook niet.
Vandaag lag ik op mijn knieën om de noten uit het bijeen geharkte blad te verzamelen. Aan het einde van de dag kroop een vrouw onder de rood/witte afzetting door om onze laatste noten te jatten, ze vond dat ze daar recht op had. Ik ben in tijden niet zo kwaad geweest. Dat zijn dingen waar ik me kwaad over kan maken: het gemis aan respect en de brutaliteit van sommige mensen. De noten die ze had geraapt gooide ze op mij af, vervolgens ging ze rapen onder de enige boom die direct aan het wegdek staat. Dat was een regelrechte provocatie. Haar man, die aan de andere kant van de dijk liep, riep dat zij 'als belastingbetalers' recht hadden om te rapen langs de openbare weg. Dat het onze grond, bomen en dus ook noten zijn, deed volgens hem niet ter zake! Tja, waar maak ik mij druk om.
Vorig jaar stopte er een busje langs de dijk bij de buren, er kwam een groot gezin uit met plastic tasjes in de hand, binnen 8 minuten waren alle noten geraapt en het busje verdwenen. Weg zakcentje!
De bomen waar wij van rapen heb ik zelf in de grond gezet en gekoesterd, over een paar jaar zal ik de eerste moeten kappen, in de tussentijd wil ik er van genieten en oogsten. Het bos is niet van iedereen, het heeft één eigenaar die plant, oogst en rooit. Niet iedereen wil dat begrijpen.

12 oktober, 2013

SCHOONMAAK / REPARATIE DAK ATELIER




Een rietkap moet bijgehouden worden. Op z'n tijd schoongemaakt en indien nodig 'gestopt'. De noordkant droogt veel langzamer dan de zuidkant waar de zon op staat. Aan de noordkant verschijnt vaak mos en in bepaalde perioden in het jaar staat het vol met mini-pasddestoeltjes. Bij ons staan er  bomen aan die natte kant waardoor er ook nog algengroei ontstaat. Die bomen ga ik deze winter 'kandelaberen', misschien wel zeer fors korter maken, zodat de takken ver van m'n dak blijven.
Als blad op riet blijft liggen in een kil of op een platter stuk boven een kapel vormt het humus en dat is weer een goede voedingsbodem voor groei. 

Op sommige rietdaken zie je dan ook wel eens een boompje groeien, ook omdat b.v. eksters hun wintervoorraad tussen het riet verstoppen. Bij het schoonmaken rolden er eikels, wal- en hazelnoten naar beneden. Bij het weer opsporen van hun wintervoorraad kunnen de vogels heel wat schade aan het dak toebrengen.



Bij het aan- en in vormkloppen van het riet gebruikt de rietdekker een 'drijfbord', meestal van 'eigen fabrikaat'. Vroeger altijd van hout gemaakt, eikenhout waarin gaten werden geboord. Het bovenste bord is eigenlijk nog van hout, maar daaromheen is een aluminium plaat 'gevouwen' waarop aluminium ringen (afgezaagde stukjes buis) met krammen zijn bevestigd. Met dit drijfbord ben ik op een van de foto's bezig het mos van het riet los te 'rollen'.
Het bord wat Frans nu gebruikt is gemaakt van een oude nylon snijplank, aaneen gelaste aluminium ringen en een houten steel. Vervorming en slijtage van de ringen treedt nu al op. Het apparaat waarmee Frans het riet op lengte snijdt is nog van zijn vader, het is vele malen gerepareerd en nog gammel, maar hij wil geen ander.




Frans is nu zeventig en gestopt met werken, maar voor oude klanten wil hij nog wel eens het dak op. Ik ken hem al meer dan dertig jaar, hij heeft ons 'oude dak' volgens eigen zeggen een paar keer 'gestopt' en -in z'n eentje- de twee nieuwe daken gemaakt. Hij leerde het vak van z'n vader, die in de winter ook nog zelf riet ging snijden en griendhout kapte. Met de dunne twijgen (tenen) van de wilgen werd het riet op het dak gebonden, de dikkere werden gebruikt om het riet op z'n plaats te houden. Tegenwoordig gaat dat met 5mm dik gegalvaniseerd gestrekt draad en rvs om te binden.




Aan alles is te zien dat Frans zich thuis voelt op het dak, hij weet precies wat hij doet en hoe ver hij kan gaan. Hij is dan ook als rietdekker door heel Europa aan het werk geweest, van zuid tot noord en een beetje in het oosten. Hij vertelde mij vorig jaar dat die traditionele, prachtig begroeide 'nokken' die wij op vakantie zagen door een Nederlandse kweker 'aan de meter' worden geleverd. 




De eigenlijk haakse hoek waaronder twee daken elkaar ontmoeten heet de 'kil', het 'rietpakket' is daar bijna dubbel dik, maar ook extra kwetsbaar omdat daar veel rotzooi (blad en vuil) blijft liggen en bij een hoosbui is het net een beek. De kil op de foto onder was dan ook behoorlijk ingesleten, op sommige plekken wel 15 cm diep. Stom genoeg ben ik vergeten daar een foto van te maken. Voor Frans was het een halve dag werk om het weer op te knappen. Ik moest hem beloven het bij te houden, d.w.z. elk jaar even met de bezem erover heen om het vuil te verwijderen. Als ik er niet goed bij kan kan ik 'stoeltjes' bij hem lenen.





Het meest groene deel van het dak mocht ik zelf schoonmaken, dat kon ik doen vanaf de ladder, een stuk veiliger voor mijn gevoel dat aapje spelen via de stoeltjes. Maar evengoed was ik daar een paar uur mee bezig met behulp van het oudste  drijfbord, mijn vingers en een bezem. Op een paar kleine gaatjes stoppen na hoefde Frans daar niets meer aan te doen.





Aan de andere kant van het dak waren de problemen groter, Frans had al eerder opgemerkt dat er waarschijnlijk schimmel in het dak zit. Een schimmel die zich pas sinds de laatste tien jaar laat zien, vroeger kwam het dus nooit voor! En geen wetenschapper die kan vertellen waar het vandaan komt, uit de lucht, de regen of zit het al in het riet voordat het op een dak komt? 
Je kunt zien waar schimmel zit omdat het riet 'opbolt' en voelen omdat het geen weerstand biedt als je er gewicht op zet. Als je het riet naar buiten trekt zit het aan elkaar gekleefd zoals op de foto hierboven en schimmel is dan duidelijk te zien.




Toen Frans bijna klaar was met zijn werk mocht ik weer helpen opruimen, al de losse troep van het dak vegen en afvoeren. Echt zeker voel ik mij daarbij niet, hoewel de stoeltjes echt niet weg kunnen glijden. Twee grote 'tanden' bijten zich vast in het dak en blijven hangen aan de dikke draad waaraan het riet gebonden wordt. Verder dan twintig centimeter kan je nooit zakken.
Volgend jaar het andere dak.


aa