Pagina's

27 mei, 2010

Het gezicht van de oorlog.





Tot mijn schande moet ik erkennen dat ik nog nooit van Martha Gellhorn had gehoord. Ik heb de Rainbow Pocket dan ook niet gekocht, maar in ons huis aangetroffen samen met een ander boek van een mij onbekende schrijver, achtergelaten door huisoppassers.
Ik ben van vlak na de laatste grote oorlog in Europa, en delen van Azië en Afrika.
Daar kan ik niet rouwig om zijn, maar soms zou ik willen dat ik iets van die oorlog had meegemaakt. En dan bedoel ik niet slechts onderdrukt zijn door een bezetter, maar het ondergaan en meedoen aan gevechtshandelingen: het vechten aan het front, zoals dat heet, het schieten op en het doden van je buurman, in opdracht van een gek die zich nooit aan het front laat zien. In een hij of jij situatie blijkt de mens tot verschrikkelijke dingen in staat. Dat is geen nieuws, maar blijkt al eeuwen. Om dat werkelijk te begrijpen, moet je het lijfelijk ondergaan hebben. En de mens als intelligent wezen is niet in staat er iets van te leren.

Waar je zelden over leest zijn de grote en kleine menselijke problemen: al die soldaten moeten vervoerd worden, zij moeten eten, poepen en ook nog een onderkomen hebben en aangeschoten of dood 'verwerkt' worden
.
Martha Gellhorn heeft vele fronten bezocht, haar belevenissen opgeschreven en heeft al die ellende ook nog overleefd.
Van de 'Gotische linie' had ik nooit gehoord, maar toen ik erover las, toeval of niet, reden wij er doorheen. De Apennijnen waren ondanks de regen prachtig; moeilijk om je voor te stellen dat daar berg voor berg, dorp om dorp gevochten is door jongens die daar niets te zoeken hadden. Canadezen, Polen en anderen probeerden de Duitsers terug te dringen. Dat lukte uiteindelijk wel, maar ten koste van vele verliezen aan beide kanten.

Oorlog is afschuwelijk, maar 'we' lijken er niet buiten te kunnen. De lemmingen lopen de zee in en verdrinken als ze voelen met te veel te zijn, wij mensen doden elkaar om de soort voor 'overtalligheid' te behoeden. Over oorlog is veel geschreven, zeker over winnaars en verliezers, maar de duizenden mannen en vrouwen die hun leven gaven voor winst of verlies worden voor het gemak vaak vergeten.
Martha Gellhorn is voor mij na Hemingway ('For Whom the Bell Tolls') de tweede schrijver die dat wel verhaalt.

24 mei, 2010

C A M P I N G G A S T







Wij wilden rustig meanderen door zonnig noord Italië, veel fietsen en vooral niet veel auto rijden. Het is anders verlopen.
Regen, het kwam bij bakken uit de hemel. vVrzopen campings en gevaarlijke plassen op de wegen waren ons deel. Van lekker slenteren door mooie steden of dorpen is niet veel gekomen. Binnen zitten en lezen (ik las 'Het gezicht van de oorlog' van Martha Gellhorn), dan toch weer verder rijden op zoek naar droog en zonnig weer. We kregen de tip naar Ceriale aan de kust te gaan, daar zou het fraaier weer zijn. Het bleek waar, we hebben er vier nachten gestaan. Daarvoor stonden we op een camping in Deiva Marina, die ons al eerder was aangeraden als uitvalbasis voor een bezoek aan de Cinque Terre, de vijf (zeer toeristische) dorpjes die door een wandelpad met elkaar verbonden zijn. Maar ook daar bleek de regen spelbreker, er was maar één kort stukje pad begaanbaar, de rest was afgesloten zo hoorden wij. Wij namen de trein (de dag ervoor met grote vertraging wegens aardverschuivingen) en liepen omhoog naar Corniglia, het enige dorpje van de vijf dat niet direct aan zee ligt, dus van landbouw leeft.
Tijdens het wachten in Deiva Marina kregen wij leuke gasten, namelijk vinken die - zeer nadrukkelijk - voer verzamelden voor hun jongen. Net zo brutaal als mussen kunnen zijn, pikten ze bijna de rijst van ons bord. Daarna hebben we ze maar een eigen bordje gegeven.

Ondanks het minder prettige weer was het lekker om er even tussenuit te zijn, maar zoals gewoonlijk ook heerlijk om weer thuis te komen.